Door de lens van Ankie: 'Misschien is dat ook iets voor de echte wereld'

Utrecht - Het is het hoogtepunt van de wedstrijd. Het eindsignaal heeft geklonken. De spelers lopen naar het net. Mijn jongste sluit zich de eerste keer al gelijk zonder morren achteraan in de rij aan. Dat ze niet hebben gewonnen, integendeel zelfs, volkomen kansloos ten onder zijn gegaan, lijkt hij alweer vergeten. Met een vergevende glimlach op het gezicht bedankt hij al zijn tegenstanders stuk voor stuk met een warme handdruk. Net als de rest van zijn team.
Het is de gewoonte bij veel sporten leer ik: je tegenstander bedanken. Voor hun tomeloze inzet, een mooi duel en vooral: de sportiviteit. Het hoort erbij. Hoewel het protocol ‘Handen Schudden” (ja echt, dat bestaat) inmiddels wijd verspreid is, heeft niemand de illusie dat jonge sporters het belang van de geregisseerde toenadering tussen de twee partijen die met elkaar een ultieme strijd zijn aangegaan al kunnen inzien. Maar wij volwassenen begrijpen, dat vreedzame zaadjes niet vroeg genoeg geplant kunnen worden.
Handen schudden
Zo fröbelde ik eens als schoolfotograaf, de beste leerschool ooit trouwens, een poster in elkaar met daarop een grote groene wereldbol waarop alle leraren van de school hand in hand huppelde. Om zo samen te proberen om de vrede te bewaren. Gekleurde petjes gingen de klassen rond. Waar mijn verlegen dochter blij was dat ze de pet in haar favoriete kleur blauw wel eens mocht dragen, stelde het mijn zoon teleur dat hij nooit eens die mooie rode pet op mocht. Tja, hoe leg je een klein onschuldig manneke uit dat zijn lievelingskleur symbool staat voor het uitlokken van conflicten.
Hoe dan ook. Louterend. Dat is het. Na een intense strijd op het scherpst van de snede, waarbij geen van beide ook maar een millimeter toegeeft, stopt na het eindsignaal abrupt het duel. Het adrenaline niveau keldert in no time weer tot menselijke waarden. Opponenten kijken elkaar aan. Handen worden geschud. De lucht is weer zuiver. Misschien ook iets voor de echte wereld.
