Zebravink en kind leren met linker hersenen

UTRECHT - De linker hersenhelft is essentieel bij het leren van nieuwe dingen. Dat geldt voor kinderen, maar ook voor zebravinken, zo heeft onderzoekster Sanne Moorman van de Universiteit Utrecht ontdekt. De ontdekking is van belang voor onderzoek naar bijvoorbeeld spraakstoornissen.
De manier waarop de zangvogels hun liedjes leren zingen, heeft veel overeenkomsten met de manier waarop kindjes leren praten. Zo imiteren zowel zebravinkjes als kinderen de geluiden van hun ouders en ontstaat zang of spraak pas na heel veel oefenen. In het begin zijn het veel brabbelwoordjes of brabbelliedjes. Pas na enige tijd klinkt het ergens naar.
Zebravinken en mensenkinderen wijken daarmee af van bijna alle soorten in het dierenrijk. De meeste soorten imiteren hun ouders niet, maar maken aangeboren geluiden. Het is nog niet duidelijk waarom taal vooral in de linker hersenhelft wordt verwerkt.
Moorman en haar collega's publiceerden hun resultaten in het wetenschappelijke tijdschrift Proceedings of the National Academy of Sciences of the United States of America (PNAS).