Landbouwminister ziet compensatie voor blauwtongboeren niet gebeuren

Utrecht - De schapenhouderij kan de blauwtongcrisis voorlopig zelfstandig overleven. Dat vindt demissionair landbouwminister Piet Adema. Hij vindt het aandeel van de dieren dat aan de ziekte sterft 'nog te weinig' om daarvoor te compenseren.
Het virus grijpt al maanden om zich heen bij geiten, runderen en met name schapen in Nederland. Midden-Nederland is de brandhaard, vooral in Kockengen, Waverveen, Eemnes en Hoogland houdt het virus huis. Inmiddels is vijf procent van de schapen aan de ziekte overleden.
Gevreesde comeback in de lente
Het aantal besmettingen zal minder worden nu de winter invalt en de mugjes of knutten die het virus overbrengen minder actief zullen worden. De kans is echter wel groot dat de ziekte terug zal keren in het voorjaar als er tegen die tijd geen vaccin is ontwikkeld.
Daar zit wat Adema betreft nu ook het gevaar. Alle aandacht is volgens de minister nu gericht op de zoektocht naar een vaccin. Het voortbestaan van de schapenhouderij en bijzondere schapenrassen komt mogelijk alsnog op het spel te staan als het vaccin er tegen die tijd nog niet is. "En dan zullen we iets moeten", zei Adema vandaag in Brussel op de vraag over mogelijke compensatie.
"Dan zullen we toch weer met elkaar in gesprek moeten om te kijken wat we kunnen doen." Adema ziet weinig in het aanspreken van het Europese fonds voor tegenslagen voor landbouwers. Wel kijkt hij naar andere soortgelijke fondsen. Als daar iets uit te halen valt, zal dat "relatief beperkt" zijn.