Geen plek meer in daklozenopvang in Utrecht en Amersfoort: 'Mensen slapen noodgedwongen op straat'

Utrecht / Amersfoort - Daklozen die aankloppen bij de opvang in Utrecht of Amersfoort staan voor een dichte deur. Alle plekken zijn bezet. Dak- en thuislozen blijven er veel langer zitten omdat zij geen huis kunnen krijgen terwijl dat precies is wat de meesten nodig hebben.
"Het is lang geleden dat we echt overal vol zaten", zegt Jorinde Crum van de Tussenvoorziening. De organisatie regelt de opvang op vier locaties voor zo'n 120 mensen in Utrecht. In totaal zijn er 200 slaapplekken voor daklozen in de stad.
Het is vaker druk, zeker rond deze tijd van het jaar. Dankzij de opening van twee nieuwe vestigingen in Utrecht vorig jaar konden daklozen nog wel ergens een bed krijgen. Nu niet meer. In Amersfoort is het niet veel anders. De stad ziet het aantal daklozen toenemen en de opvanglocaties zitten dan ook "op en af vol", zegt de gemeente.
De druk op Amersfoort en Utrecht is extra hoog omdat mensen uit omliggende plaatsen naar de grote steden trekken, zegt Marcel Vonk van Stichting Goud, de belangenbehartiger voor daklozen in Utrecht. "Ook in bijvoorbeeld Woerden, Stichtse Vecht en De Bilt zijn er daklozen, maar de opvang zit nu eenmaal in de steden." Volgens Vonk is het gevolg van de drukte dat mensen noodgedwongen op straat slapen.
Extreem lang
De daklozenopvang zit vol omdat de doorstroom stagneert, zien de Tussenvoorziening, Stichting Goud en de gemeenten. Het streven is dat mensen maximaal drie maanden in de opvang blijven, legt Crum van de Tussenvoorziening uit. "Soms duurt het wat langer, maar het is nu wel extreem."
115 Utrechtse daklozen wachten al langer dan negen maanden op een woning. Die mensen verblijven nu in de opvang of wonen onder begeleiding. De afspraak is dat er in Utrecht 385 woningen per jaar vrijkomen, maar dat wordt niet gehaald, ziet de Tussenvoorziening. "We zijn de laatste jaren al blij als 70 procent wordt geleverd. Dat zijn 115 huizen per jaar te weinig." En zo wordt het probleem groter en groter, stelt de organisatie.
De wachtlijsten in de GGZ en verslavingszorg helpen niet mee bij de doorstroom, zegt de gemeente Utrecht. Die hulp hebben sommige daklozen nodig voordat zij zelfstandig kunnen gaan wonen. De gemeente zegt te proberen de doorstroom te bevorderen.
Ook bekijkt Utrecht of er extra plekken op bestaande locaties kunnen worden gecreëerd. Bij koud weer (gevoelstemperatuur onder het vriespunt) gebeurt dat al. In Amersfoort ging op 1 november een soortgelijke regeling in, die loopt tot 31 maart. Ook onderzoekt de gemeente andere "haalbare oplossingen" – bijvoorbeeld of er in de winterperiode nog meer plaats gemaakt kan worden.
'Liever geen extra opvang'
Is het plaatsen van meer bedden de oplossing? "Liever niet", zegt Crum. Zij ziet liever dat mensen doorstromen naar een tijdelijke woning, die sneller te plaatsen is.
Daklozen moeten zo snel mogelijk een huis krijgen, vindt ook Vonk. Maar dan wel een permanente. Hij wijst op het 'Housing First' principe. De naam zegt het al: eerst een huis, dan de hulp. Want iedereen heeft recht op een woning, stelt het principe. "Daarmee erkennen we dat dakloosheid geen zorgprobleem is maar een woonprobleem." Finland werkt volgens deze strategie en daar is het succesvol, benadrukt Vonk.
Het kabinet kwam vorig jaar al met een plan om volgens het 'Housing First' principe te gaan werken. De gemeente Utrecht reageerde daar toen positief op, maar zag al wel dat het juist door die huizencrisis moeilijk uit te voeren is.