Het gaat niet goed met jonge Utrechters, beleid gemeente faalt
Utrecht - De mentale gezondheid van inwoners in Utrecht krabbelt maar niet op en dan gaat het ook nog eens niet goed met de geestelijke gezondheidszorg. Dat blijkt uit een nieuw rapport van de Rekenkamer Utrecht.
De mentale gezondheid van met name jongeren is al sinds de coronapandemie verslechterd en blijkt uit recente data ook niet te verbeteren. Een kwart van de jongvolwassen Utrechters (16 t/m 25 jaar) heeft matige tot ernstige psychische problemen. Omgerekend gaat het om ongeveer 12.000 mensen. Hierbij valt te denken aan depressies en bovenmatige stress. Als gevolg hiervan steken ook allerlei andere klachten de kop op zoals uitval op school of werk en het niet kunnen betalen van rekeningen.
Niet de juiste hulp
Maar deze groep krijgt niet de juiste hulp om zich beter te voelen, concludeert de Rekenkamer. De wachtlijsten bij de ggz zijn nog altijd lang. Vaak moeten mensen een aantal maanden wachten voordat ze met een psycholoog kunnen praten. Daarnaast is er te weinig contact tussen hulporganisaties om de zorgvraag efficiënter te laten verlopen. En als klap op de vuurpijl heeft de gemeente te weinig budget uitgetrokken om de zorgvraag op te kunnen lossen.
Daarmee vervult de gemeente haar taak niet op het gebied van het tegengaan van psychische problemen, concludeert de rekenkamer. Dat is wel één van de speerpunten uit het beleid.
De Rekenkamer doet onafhankelijk onderzoek naar het functioneren van de gemeente Utrecht. Het versterkt daarmee de controlerende rol van de gemeenteraad.
