Na ongeval met landbouwvoertuig in Lopik raakte A. deels verlamd, wat valt de bestuurder te verwijten?

Ambulances bij het incident op de N210 bij Lopik, 3 augustus 2021.
Ambulances bij het incident op de N210 bij Lopik, 3 augustus 2021. © AS Media
Utrecht - De 25-jarige A. raakte op 3 augustus 2021 zwaargewond bij een ongeluk met een landbouwvoertuig op de N210 bij Lopik. Na het ongeval was ze een tijd deels verlamd. Ze moest opnieuw leren lopen, praten en eten. De bestuurder van het voertuig wordt door het OM verantwoordelijk gehouden voor het ongeval.
"We waren ineens, door jou, in een slechte film geraakt", zegt A.'s moeder terwijl ze verdachte K. aankijkt. Het verkeersongeval heeft zware gevolgen voor A. en haar familie. Haar verwondingen waren zo ernstig dat de artsen de kans klein achtten dat ze de operatie zou overleven. Haar ouders kregen kort de tijd om afscheid te nemen.
A. overleefde de operatie toch. Ze lag vier weken buiten bewustzijn op de IC, daarna ging ze naar een revalidatiecentrum. "Ze is al ruim twee jaar aan het werk om vanzelfsprekende dingen opnieuw aan te leren", vertelt haar moeder.
"Dankzij mijn letsel is spreken niet meer vanzelfsprekend." Het publiek in de rechtszaal is aangedaan als A. haar verhaal doet. "Ik was voor de helft verlamd. Ik was 23 en had met alles hulp nodig." Ondanks dat het beter met haar gaat, heeft ze nog elke dag last van de lichamelijke en mentale gevolgen van het letsel. Haar oude leven zal ze niet meer terug krijgen. Dat maakt haar boos en neemt ze K. kwalijk.

Het ongeval

De rechter probeert tijdens de zitting een beeld te krijgen van wat er is gebeurd. Het volgende is zeker: verdachte wilde A. en haar vriendin S. inhalen op een smalle weg. Hij reed in een verreiker, een landbouwvoertuig, met daarachter een aanhangwagen en maakte de inschatting dat hij er langs kon. Daarvoor moest hij uitwijken naar de berm. Hij haalde S. succesvol in. Daarbij hield hij continu zijn rechter zijspiegel in de gaten, zegt hij. Toen hij A. passeerde zag hij dat zij een slingerende beweging maakte en op haar hoofd viel. K. stopte gelijk en S. belde de hulpdiensten.
"Ik weet nog dat ik het te krap vond voor de fietsers", zegt K. De rechter vraagt waarom K. niet stopte met inhalen toen hij dit merkte. K: "Ik was extra alert met in de spiegel kijken en hield gas in. Zelf denk ik dat ze door een schrikreactie is gevallen."
Toen ik A. zag vallen wist ik direct dat het niet goed was
Verdachte K.
Op de plek waar A. is gevonden staat een verkeersbord in de berm. De rechter vraagt K. of het kan dat hij uitweek naar het fietspad om het bord te ontwijken, waarbij hij A. mogelijk heeft geraakt. "Ik kan het bord niet meer terughalen in mijn gedachten", antwoordt K. daarop. In het verhoor, een half jaar na het incident, wist de verdachte nog wel dat er in de verte een verkeersbord in de berm stond.
K. denkt elke dag aan wat er is gebeurd. "Toen ik A. over haar stuur zag vallen wist ik direct dat het niet goed was", zegt hij zichtbaar aangedaan. K. rijdt nog dagelijks met de verreiker, maar na het ongeval was hij een tijd lang bang om fietsers in te halen. Hij heeft 20 jaar rijervaring met vergelijkbare voertuigen, geen strafblad en is niet eerder betrokken geweest bij een ongeval.

Strafeis

Volgens de Officier van Justitie (OvJ) had de verdachte zich, met zijn rijervaring, moeten realiseren wat de risico's waren van zijn inhaalmanoeuvre. Volgens de OvJ wist K. dat zijn aanhanger even breed was als het fietspad en had hij in het verhoor verklaard dat hij vooraf wel had gezien dat er een verkeersbord in de berm stond.
"Het plots moeten terugsturen bij het smaller worden van het pad was zeer onvoorzichtig gedrag." Daarom is K. schuldig aan het veroorzaken van het verkeersongeval met zwaar lichamelijk letsel als gevolg, volgens het Openbaar Ministerie (OM). De eis van het OM: een werkstraf van 160 uur en ontzegging van de rijbevoegdheid van 6 maanden.

Gevaarlijk fietspad

Zijn advocaat stelt dat K. verplicht was op de parallelweg te rijden. Volgens hem is het bij de gemeente al langer bekend dat het fietspad te smal was. De weg is onlangs verbreed, maar dat duurde volgens de advocaat meer dan 10 jaar. Dit zorgde volgens hem voor een verhoogd risico op ongevallen.
Verder benadrukt de advocaat dat S., de vriendin van het slachtoffer, verschillende verklaringen heeft afgelegd. Vlak na het incident zei ze tegen de politie dat de aanhanger A. niet raakte en tijdens het verhoor een half jaar later zegt ze dat de aanhanger over A. heen is gereden. "Van K. en S. kan niet verwacht worden dat ze een half jaar na het incident nog precies weten hoe het is gegaan." Hij benoemt dat het mogelijk is dat de herinneringen van S. zijn gekleurd naar aanleiding van het zware letsel bij haar vriendin.
In het forensische onderzoek zijn geen sporen gevonden op de fiets of op de aanhanger waaruit blijkt dat er contact is geweest tussen de twee voertuigen.
K. reed niet door rood, hield zich aan de snelheidslimiet en zat niet op zijn telefoon tijdens het rijden. Volgens zijn advocaat is daarom geen sprake van gevaarlijk verkeersgedrag en kan hij niet schuldig worden bevonden. Geen straf dus, als het aan de advocaat ligt. "K. heeft zijn les geleerd en moet ook leven met de gevolgen."

Woede

"Ik heb veel woede gehoord bij de familie", zegt de rechter aan het einde van de zitting. Waarna de familie geëmotioneerd knikt. Ook benoemt hij dat er voor beide partijen nog een mogelijkheid is om in gesprek te gaan met behulp van een mediator. Voor A. en haar familie is dat te laat. Ze gaven meermaals aan dat ze het kwalijk vinden dat K. nooit contact met hen heeft opgezocht. Hierop antwoordt K. dat hij na het ongeluk via de politie contact heeft gezocht. Dit wilde de familie in eerste instantie niet. Hij wilde zich niet opdringen en geeft aan dat hij graag zijn excuses wil aanbieden aan A. en haar familie.
De rechtbank doet op 9 november uitspraak.