Vaker Engels in winkels, maar Nederlands blijft vereiste in kleine Utrechtse zaken

Utrecht - Verschillende grote winkelketens maken steeds vaker gebruik van medewerkers die het Nederlands (nog) niet machtig zijn. Dat meldt de NOS die een rondgang deed langs meerdere winkels. De reden is de krapte op de arbeidsmarkt, maar ook omdat de winkelketens op zoek zijn naar diversiteit.
Onder meer Zeeman en Hema zetten Engelstaligen in vanwege schaarste op de arbeidsmarkt, maar ook bij de supermarkten Plus, Jumbo en Albert Heijn werkt Engelstalig personeel.
Utrechtse binnenstad
Opvallend is dat de Nederlandse taal in kleinere, zelfstandige winkels in Utrecht meestal wel een vereiste is, blijkt uit de rondgang van de NOS langs zaken in de binnenstad. Zo werkt de Britse Florence Mitchell-Green in cadeauwinkel 'It all starts with a Postcard' op de Twijnstraat. "Ik begin altijd in het Nederlands en dat werkt 80 procent van de tijd. Maar als mensen een specifieke vraag hebben, moet ik overschakelen naar Engels", vertelt ze aan de NOS.
Bij kledingzaak Katoenfabriek aan de Oudegracht vindt mede-eigenaar Yvette van Middelkoop het prima dat er ook niet-Nederlandstaligen in de winkel werken. "Het is echt zelden dat een klant geïrriteerd is of zegt 'maar ik kan helemaal geen Engels'. En er is altijd iemand die Nederlands praat, dus dan springt diegene in en vertaalt of neemt het over. Dus er is eigenlijk nooit een probleem."
Bij een aantal winkels is de Nederlandse taal spreken wel een vereiste, zoals bij Etos en Gall & Gall. Dit heeft te maken met de adviesfunctie van de winkels: drogisterijmedewerkers moeten bijvoorbeeld uitleg kunnen geven over medicijnen.