Langs de Hollandse Waterlinies: een schat aan natuur

Utrecht - Ze werden gebouwd om ons land te beschermen: de forten van de Hollandse Waterlinies. Ieder fort stond precies op een stuk in de waterlinie dat zwak was en dus makkelijk te doorkruisen door de vijand. Vanaf het fort kon dan - in geval van dreiging - geschoten worden. Bijkomstigheid was dat het gebied óm het fort leeg moest blijven, om het schootsveld vrij te houden. Tot zover een lesje geschiedenis. Dat leeg gebleven gebied zorgt er nu vooral voor dat veel forten prachtige natuurgebieden zijn en kraamkamers voor zeldzame dieren.
Deze weken zendt RTV Utrecht in samenwerking met NH Nieuws, Omroep Brabant en Omroep Gelderland de serie ‘Langs de Hollandse Waterlinies’ uit. In 12 weken nemen we u mee dwárs door het gebied van de Hollandse Waterlinies. Een serie vol geschiedenis, innovatie, cultuur en natuur! We hoppen van voor publiek gesloten natuurforten naar indrukwekkende waterwerken en van culturele hotspots naar inundatievelden.
Goed verborgen geheim
Neem nu fort bij Rijnauwen in Utrecht. Een goed verborgen geheim, waar je éigenlijk nooit op mag. Op een paar rondleidingen na, is het fort het hele jaar gesloten voor publiek. En juist omdat het fort het grootste deel van de tijd zo rustig is, heeft de natuur zich er kunnen ontwikkelen.
Zo zijn er grote stukken grasland waar nooit iemand loopt. "Dat zie je bijna nergens meer", legt boswachter Tineke Harlaar uit. "En dat trekt paddenstoelen die je zelden meer ziet. Die 'wasplaten', want zo heten ze, doen het hier fantastisch op het schrale gras". Maar ook de dieren doen het goed op de 32 hectare van het fort. Op het fort zijn bijvoorbeeld reeën, vossen en dassen. En die maken dankbaar gebruik van de metselwerken van de eerste soldaten die op het fort waren.
Ruzie in de dassenburcht
"De eerste schuilplekken voor manschappen liggen er wat verlaten bij", wijst Harlaar. "Maar juist dát vond de das wel een mooi onderkomen. Niet lang daarna kreeg ook een vos het in de gaten. Het is op zich ook groot genoeg en de vos is lui, dus die trok er bij in". Dat klinkt als eind goed, al goed, maar niets is minder waar: "Nee joh! Een vos stinkt énorm. Die neemt al zijn prooien mee naar binnen en laat ze lekker rotten. En een das is juist heel netjes en moet daar niets van hebben". Wie er aan het langste eind trok? "De vos! De das is vertrokken en vond een andere plek op het fort".