Burgemeester Dijksma is klaar met overlast in Lombok: ‘Voor sommige mensen is geen plek in Utrecht’

Utrecht - Voor Sharon Dijksma is de maat helemaal vol. Zij wil zo snel mogelijk een einde aan de overlast rond de kop van Lombok. Daar is een groep mensen actief die zorgt voor geweld en criminaliteit. Maar, zo meent de burgemeester, de oplossing moet vooral vanuit de landelijke overheid komen.
De burgemeester reageert daarmee op vragen van een vijftal partijen uit de Utrechtse raad. Onder aanvoering van Ismail el Abassi van DENK lieten die weten zich grote zorgen te maken over de situatie rond de Ulu-moskee. Dijksma deelt die zorgen: “De incidenten die we zien, zijn meer dan ernstig. Absoluut onaanvaardbaar.” Ze overweegt om het verblijfsontzeggingsgebied uit te breiden met de kop van Lombok. De groep zorgde eerst voor overlast onder het Bollendak bij Utrecht Centraal. Toen ze daar verjaagd werden trokken ze naar Lombok.
Messentrekkers
“Het is een groep mensen die helemaal niet op hulp zit te wachten, die daar niet aanspreekbaar op is”, zei de burgemeester vanavond in de gemeenteraad. Ze legde uit dat als deze groep elkaar met messen te lijf gaat, er geen aangifte wordt gedaan en dat er ook door de slachtoffers niet gepraat wordt.
De burgemeester vermoedt dat het gaat om een groep ‘veiligelanders’: mensen die zich in Nederland melden als vluchteling, maar geen aanspraak kunnen maken op de vluchtelingenstatus omdat ze uit een land komen waar je veilig kunt wonen. “Ze zeggen dat ze uit Algerije komen. Maar de mensen die wij op dit moment in beeld hebben, daarvan blijkt uit gebitsgegevens dat ze ouder zijn dan ze zeggen dat ze zijn, en dat ze ook niet uit het land komen waarvan ze zeggen dat ze komen.”
Den Haag
Dijksma kijkt naar Den Haag om het probleem op te lossen. “Deze groep hoort hier niet, die heeft geen rechten, die wil ook geen bemoeizorg. Wat ze wel willen, is zeer ernstig en dat mogen we niet tolereren.”
Dus moeten ze terug naar hun land van herkomst, vindt de burgemeester. “Voor sommige mensen is er geen plek in Utrecht.” Maar ze geeft aan dat Haagse ambtenaren aanlopen tegen bureaucratie in het land van herkomst. “Er zit een grens aan wat je als stad kan tolereren.”