Van parkspel tot 'echte sport': Utrecht heeft een eigen spikeball-club

Utrecht - Wat ooit begon als een spelletje dat je speelt onder het genot van een biertje in het park, groeit nu uit tot een serieuze sport. Spikeball, ook wel bekend als roundnet, maakt zijn opmars in Nederland. Sinds kort heeft Utrecht zelfs haar eigen club. En wat de leden betreft is dat nog maar het begin. Zo wordt dit weekend het NK gespeeld en wil de club in de winter blijven doortrainen.
"Wow, we zijn met 28. Dat is echt wel veel." Ilonka Thielen kijkt om zich heen. Verspreid over het groene grasveld van het Wilhelminapark staan ronde netjes die iets weg hebben van kleine trampolines. Daaromheen steeds vier mensen in sportieve kleding met een knalgele bal. Ze springen, duiken en rennen rondom het netje én moedigen elkaar daarbij luidkeels aan.
Dit is nou roundnet, vertelt Ilonka. Ze is één van de oprichters van de eerste en tot nu toe enige Utrechtse vereniging en speelt het spel al een jaar of zes. Een eigen veld hebben ze nog niet en de bijeenkomsten zijn zeer vrijblijvend, maar de sport - en de beoefenaars - begint zichzelf steeds serieuzer te nemen.
Met roundnet en spikeball wordt eigenlijk hetzelfde bedoeld. De twee termen worden ook vaak door elkaar heen gebruikt. Feitelijk is roundnet de naam van de sport en spikeball de bekendste maker van roundnetspullen.
'Meteen verliefd op het spel'
De regels zijn vrij overzichtelijk. Je speelt twee tegen twee met een bal die ongeveer even groot is als een kleine galiameloen. Die moet je op zo'n manier in het netje slaan dat de tegenstander hem niet meer op kan vangen. Tussendoor mag je de bal maximaal drie keer doorspelen naar je teamgenoot.
Kijk hier hoe er elke dinsdagavond een open training is in het Utrechtse Wilhelminapark:
Utrecht heeft een eigen spikeball-club
"Een vriend van mij nam het zo'n vijf jaar geleden mee naar school. Het leek me wel grappig. Toen zijn we het na school gaan doen en eh…. Ik was eigenlijk meteen verliefd!" Micha is misschien wel een van de meest enthousiaste – en fanatieke spelers – van de jonge Utrechtse club. "Het is zo'n dynamisch spel, je moet met elkaar samenwerken, je moet heel veel rennen, je wordt er heel sportief van."
Micha onderdrukt een uitroep als hij iemand een spectaculaire duik ziet maken. Hij is blij dat er nu een vereniging is. "Ik ben heel erg fanatiek en houd van het competitieve onderdeel van het spel. Dat heb je minder als je het alleen voor de lol doet."
De club is ontstaan uit een groep mensen die al langer op losse basis samen spikeball speelde in Utrecht. Zo'n anderhalf jaar geleden kwamen ze op het idee om de bijeenkomsten meer gestructureerd te gaan organiseren en het spel zo meer "op te hypen", aldus Ilonka. Zo moest het spel bij meer mensen onder de aandacht te komen. En dat bleek te werken, meent Micha. "Voorheen speelden we met z'n vieren, hooguit zessen, maar nu hebben we vaak groepen van 20 of 25 man."
Steeds serieuzer
Terug naar het park. Daar gaat de zon langzaam onder. Sommige parkbezoekers vouwen hun picknickkleedje weer op maar rondom de roundnets wordt nog altijd even fanatiek gespeeld. Nee, een training willen ze het nog niet echt noemen, zegt Ilonka. De dinsdagavond is voor nu vooral een open bijeenkomst. Eentje die stand krijgt op WhatsApp maar wel steeds meer - en vooral vóór steeds meer Utrechters - als een vast moment in hun agenda wordt gezien. En de club heeft nu ook zo'n veertig betalende leden. Een kleine bijdrage is dat, zodat er in de winter ook kan worden gespeeld in een overdekte accommodatie. Ilonka: "In het park spelen is dan iets minder relaxt."
Naast de dinsdagavonden gaan de leden ook samen naar toernooien in binnen- en buitenland en organiseren ze zelf wedstrijdjes. De leden zelf merken dat ze het spel steeds serieuzer nemen, waardoor ze het steeds meer als sport zien. Want dat is het, vindt ook Ilonka. "We zijn vaak wel een paar uur bezig en dan merk je wel dat je gesport hebt. Je armen, je benen, je core… eigenlijk alles wel!"
Ilonka hoopt op een heuse competitie over een paar jaar. Lachend: "En ik verwacht dat we dan op een sportveld spelen en de trainingen echt nog wat serieuzer hebben ingericht."