Utrechts lerarentekort naar record: 'Transfermarkt nodig zoals bij voetbal'

Utrecht - Met een nieuw onderwijsjaar voor de boeg hebben veel schooldirecteuren het docententeam nog niet rond. Als het wel lukte, dan was het vaak met hangen en wurgen. En dus wordt het opnieuw een kwetsbare situatie komend schooljaar: er hoeft maar iets te gebeuren of leerlingen zitten thuis of moeten lange tussenuren uitzitten. Volgende week gaan Utrechtse gemeenteraadsleden in gesprek met hoofdrolspelers uit het onderwijsveld in de stad.
De cijfers van het ministerie worden pas in oktober gepubliceerd, maar alleen al op basisscholen in de stad loopt het tekort naar verwachting op tot 113 voltijdsbanen. In de regio Utrecht gaat het om 149 fte en in Eemland om 99 fte. Het zijn recordcijfers. Vooral in het speciaal (basis)onderwijs blijkt het werven van personeel lastig. Opvallend is ook het tekort in de wijken Overvecht en Noordwest (Zuilen).
Klas minder
"Ik ben de hele zomer al bezig met de formatie en nog altijd is het niet rond. We zijn dit jaar voor het eerst met een klas minder gestart", vertelt Michelle Hess, directeur van de St. Maartenschool in Overvecht, een school voor speciaal basisonderwijs (sbo). Een van de problemen is dat leerkrachten soms vlak voor de zomervakantie hun baan opzeggen. Dan nog een vervanger vinden is erg lastig. "Ik pleit voor een soort voetbaltransfermarkt voor leraren. Dat ze gedurende bepaalde periodes niet mogen verkassen."

Oneerlijk verdeeld
Wat de schoolleider van SBO St. Maarten steekt is dat sommige Utrechtse scholen veel ruimer in het personeel zitten dan andere. Of het met geld te maken heeft, de reikwijdte van het netwerk of het imago van de school is lastig vast te stellen. Maar er zijn scholen met 1,5 fte voor één klas, ziet Hess. "Die zijn dan wel boos als wij door het lerarentekort 'nee' moeten verkopen bij doorstroming naar het sbo." Ze hoort daarnaast dat op pabo's wordt aangeraden om maar niet naar het speciaal basisonderwijs te gaan.
Gemeenteraadslid Hester Assen (PvdA) herkent het. Zelf probeerde ze de overstap naar het onderwijs te maken. "Op de opleiding krijg je wel te horen dat het beter is om niet op een moeilijke school te beginnen. Maar dat is natuurlijk voor iedereen anders. Wat een moeilijke school is, blijkt vaak helemaal niet zo'n moeilijke school te zijn, maar juist een heel leuke en uitdagende plek."
Het zou ook helpen als schoolbesturen elkaar niet beconcurreren
Assen houdt zich al langere tijd bezig met het lerarentekort. Een groot deel van het probleem moet landelijk aangepakt worden, vindt ze. "Tussentijds overstappen naar het onderwijs is nu bijvoorbeeld niet aantrekkelijk genoeg en het salaris in het basisonderwijs is nog altijd niet rechtgetrokken met het voortgezet onderwijs. Er is wat bijgekomen, maar in de praktijk blijkt het een dode mus."
Lokale aanpak
Toch kan er lokaal ook veel worden gedaan in de strijd tegen het lerarentekort, stelt Assen. Het terugdringen van de verschillen per wijk bijvoorbeeld. "Je moet voorkomen dat er in Utrecht-Oost geen probleem is, maar in Overvecht en Kanaleneiland wel." Het raadslid is voorstander van een parkeervergoeding voor leraren. Die gaat er ook komen. Ook vindt ze dat leraren op grotere schaal voorrang moeten krijgen op een woning in Utrecht.
"Maar het zou ook helpen als schoolbesturen elkaar niet beconcurreren", stelt ze. Assen ziet wel wat in een grote Utrechtse wervingscampagne. "Nu zijn er schoolbesturen die dat op eigen houtje doen, maar een gezamenlijke campagne is effectiever. Je kan daarbij ook laten zien hoe leuk het is om bijvoorbeeld in het speciaal basisonderwijs te werken."
Het Utrechtse raadslid ziet daarnaast de voordelen van een 'matcher', iemand die beginnende leraren koppelt aan de juiste school. "Nu gaan ze vaak zelf op zoek. Het kan zijn dat ze dan te horen dat er geen plek is binnen een bepaald schoolbestuur, terwijl er elders juist een tekort is. Daardoor raak je leraren kwijt aan omliggende gemeenten."

Voortgezet onderwijs
Niet alleen in het primair onderwijs, ook op de middelbare scholen blijft het tekort aan docenten nijpend, vooral voor de vakken wiskunde, natuurkunde, Duits, Frans, scheikunde, klassieke talen, techniek en informatica. Het gebrek aan leraren staat in schril contrast met het aantal bestuurders, managers en adviseurs in het onderwijs.
"Alle roosters zijn passend gemaakt, maar dat doet wel een extra beroep op al onze medewerkers”, aldus Muriëlle van der Voort, voorzitter van het college van bestuur van de Utrechtse scholenkoepel NUOVO. "In stad en regio Utrecht is het nijpende lerarentekort zeer voelbaar. We hebben de afgelopen periode hard gewerkt om de continuïteit te kunnen waarborgen. Daarbij gaan we ook buiten de gebaande paden. Het actuele tekort biedt immers kansen om andere professionals binnen het onderwijs te halen. Dat levert ook weer frisse blikken op, en aanvullende kwaliteiten. Het lukt ons steeds beter om het vak van leraar aantrekkelijker te maken. Met wat extra flexibiliteit en improvisatievermogen zorgen we dat onze leerlingen een mooie start kunnen maken."
"De problemen zijn groot en worden volgens mij zeker niet beter", zegt Lobke Vlaming van Ouders en Onderwijs. "Ook omdat de lerarentekorten toenemen en daarmee de druk op degenen die er nog wel zijn steeds verder toenemen. Zo heb je bijvoorbeeld bevoegde leraren die verantwoordelijk zijn voor meerdere klassen en dat dan samen met onderwijsassistenten of anderszins onbevoegden moeten rondbreien. En de klassen worden groter, waardoor de werkdruk navenant toeneemt uiteraard. Er wordt wel gewerkt aan regionale samenwerkingen die moeten gaan zorgen voor meer zekerheid op een vast contract voor nieuwe leraren en betere inwerkprogramma's. Ook wordt gekeken of leraren voorrang kunnen krijgen op betaalbare woningen."
Een nieuw instrument is een subsidieregeling voor statushouders in de klas. Scholen kunnen tot 15 september een aanvraag doen om vluchtelingen met een verblijfstatus en een bevoegdheid in eigen land via een ondersteuningsprogramma te begeleiden naar een onderwijsgevende functie. Demissionair-minister Mariëlle Paul (Primair en Voortgezet Onderwijs): "Een statushouder die als docent aan de slag gaat, levert een win-win situatie op. Dit betekent een baan voor iemand die nieuw is in ons land en helpt het lerarentekort tegen te gaan. Met deze regeling geven we scholen een financieel steuntje in de rug. Iedereen die kan en wil lesgeven hebben we keihard nodig."
Zij-instromers en onderwijsambassadeurs
Er worden nog veel meer instrumenten ingezet in Utrecht om de tekorten het hoofd te bieden. Een aantal daarvan is effectief gebleken, stelt het college in antwoorden op raadsvragen. Zo zijn inmiddels 156 zij-instromers gestart in het primair onderwijs. Ook zijn de afgelopen drie jaar 85 mensen gestart als onderwijsambassadeur. Dat zijn mensen die werkzaam zijn buiten het onderwijs of met pensioen zijn en ondersteuning in een klas bieden, doordat zij helpen met allerlei taken van een leerkracht.
"Uit onderzoek is gebleken dat de inzet van een onderwijsambassadeur bijdraagt aan het verlagen van de werkdruk en het verhogen van het werkgeluk van een leerkracht", stelt de gemeente. Van de onderwijsambassadeurs uit de eerste en tweede lichting heeft 41 procent een volledige overstap naar werken in het onderwijs gemaakt. Dit zijn in totaal 14 nieuwe onderwijsprofessionals. De gemeente heeft project inmiddels opgeschaald en subsidie verleend.
Het aantrekkelijker maken van de opleidingen is ook een belangrijke factor, laat het college weten. "We geven een financiële impuls?aan de samenwerking tussen opleidingen en schoolbesturen in vernieuwend opleiden. We willen toewerken naar een opleiding die een aantrekkelijk brede studie- en beroepsperspectief in het onderwijs kan aanbieden om meer (aankomende) studenten aan te trekken."
De Utrechtse gemeenteraad ziet dat er positieve initiatieven zijn, maar is zeer bezorgd over de aanhoudende stijging van het lerarentekort, met daarin opvallende verschillen tussen wijken en onderwijssoorten. De fracties van D66, PvdA, Student & Starter, Volt, EenUtrecht, GroenLinks en VVD gaan 29 augustus met schoolleiders, docenten en experts in gesprek hoe over de vraag hoe het tij gekeerd kan worden en wat vanuit de praktijkkennis en de nu al opgedane kennis over ‘wat werkt’ in en buiten Utrecht, goede vervolgstappen zijn.
Uitval voorkomen door kleinere klassen
Leraren zelf weten wel een goede manier om het vak aantrekkelijker te maken: een wettelijk maximum voor het aantal leerlingen in een klas. Deze opvatting komt duidelijk naar voren in een eerdere enquête van de Algemene Onderwijsbond onder ruim 8300 docenten. Een van de bevraagde leerkrachten laat weten: "Na twintig schriften, toetsen, oudergesprekken, boekenbeurten, verjaardagen, rapporten, kindverslagjes en groepsoverzichten, ben ik er altijd klaar mee. Met dertig kids in je klas moet je er dan elke keer nog tien... daar knap ik op af."
Een andere leraar meldt: "Toen ik begon als docent was de gemiddelde klassengrootte 24, inmiddels bij ons op school 30. Dat betekent dat ik echt minder aandacht kan besteden aan de individuele leerling. Dat frustreert mij." Weer een ander schrijft: ‘Met kleinere klassen (heb er nu al jaren 30) zou ik meer positiviteit uit mijn werk halen; meer oog voor álle kinderen en beter sturen op cognitief vlak.’
Minder lesuren
Vlak voor de zomervakantie kwam de Onderwijsraad met een rapport: Schaarste schuurt. Daarin opperde het adviesorgaan dat minder lesuren voor leerlingen een oplossing kan zijn. Door het verplicht aantal lesuren te verminderen, kunnen leerkrachten meer kinderen lesgeven of bijvoorbeeld andere administratieve taken bijhouden. Tijd die niet wordt ingevuld zouden scholen vervolgens met andere professionals of vrijwilligers kunnen invullen. Ook het focussen op taal en rekenen en schrappen in het overige lesaanbod kan helpen.
Freddy Weima, voorzitter van de sectorvereniging voor het primair onderwijs (PO-Raad), liet weten hier niet negatief tegenover te staan. "De Onderwijsraad geeft aan dat er pijnlijke keuzes gemaakt moeten worden. Dat herkennen wij. Wij gaan graag de discussies aan, waarbij we zeker ook in gesprek willen met de vakbonden."