‘Superschurft’ en andere misvattingen: waarom Utrecht maar niet van schurft af komt

Utrecht - Schurft is de afgelopen jaren een groeiend probleem onder jongeren in Utrecht. Ondanks meerdere maatregelen vanuit de GGD, zowel in Utrecht als in andere studentensteden, zet de daling nog niet in. Waarom is het opdondertje zo moeilijk te bestrijden? Ook geven we je 5 tips om de UITweek schurftvrij door te komen.
Het is geen fijne gedachte en je krijgt er rode bultjes en vooral héél veel jeuk van. De huidziekte houdt in dat een minuscuul beestje - de schurftmijt - in je huid kruipt en daar zijn intrek neemt. Je houdt er niets aan over, maar het is best een hoop gedoe om er vanaf te komen als je het hebt. Zeker als je met veel mensen samenwoont.
Deel van het probleem is dat je de bultjes en jeuk soms pas zes weken na besmetting krijgt, terwijl je dan al vier weken besmettelijk bent. En ook als je ertegen bent behandeld, kan je huisgenoot het je zó weer teruggeven. Verrassing!
Niet vies en geen soa
Hoe kom je aan schurft? Putri Hintaran, arts infectieziektebestrijding bij de GGD regio Utrecht (GGDrU), legt het ons uit. Dat er een beestje onder je huid kruipt en zich daar vermenigvuldigt is natuurlijk een vies idee. Maar dat betekent niet dat je zelf verantwoordelijk bent voor het krijgen van schurft, benadrukt ze. "Er zit toch wel een stigma op de diagnose, dat dat betekent dat je niet zo vaak doucht of je je beddengoed nooit wast. Dat is echt onzin."
Dat iemand schurft heeft hoeft ook niets te zeggen over hoe seksueel actief diegene is. Het is dus geen soa. De schurftmijt kan overspringen via besmette kleding en langdurig huidcontact. Dus niet alleen via een bedpartner, maar ook door kleren te lenen of samen in een bed te slapen. Verspreiding binnen een huishouden is heel moeilijk te voorkomen.
Hoe besmettelijk is het nou?
Dat laatste weten sommigen nog wel, maar over de besmettelijkheid is veel onduidelijk. Ook de informatie van de GGD lijkt daarin soms tegenstrijdig. Zo schrijft de organisatie dat je het niet kan krijgen van naast iemand zitten, maar wel van langer dan 15 minuten huid-op-huidcontact. Hintaran erkent dat probleem. "Dat komt doordat daar nog maar weinig onderzoek naar is gedaan. Er is niet in een lab getest of je besmet kan worden via je bank, bijvoorbeeld."
Toch heeft Hintaran best een duidelijk beeld hoe besmettelijk de ziekte is, gebaseerd op wat ze ziet bij patiënten die zich bij de GGD melden. Dus leggen we haar wat scenario's voor. Samen een filmpje kijken op de bank? "Ja, die 15 minuten huid-op-huid is de academische werkelijkheid. In de praktijk zitten mensen knus op de bank, en voor wat langere tijd, dus dan kan het snel gaan." Hintaran denkt even na en vult aan: "...en bijvoorbeeld ook als je een tijdje aan iemands haren zit, als dat voor een aanzienlijke tijd is."
Het lastige van schurft is dat de behandeling van contacten, onderdeel is van de behandeling van de patiënt zelf.
En hoe zit het dan met die bank zelf? "Ja, meestal zit daar nog een laag kleding tussen, dus dat vormt al een barrière, maar als net iemand met schurft met blote benen op een stoffen bank heeft gezeten, dan zou ik daar even niet gaan zitten. Alles van stof, daar kunnen die mijten inkruipen. Leer of nepleer of een ander glad oppervlak, daar komen ze niet in." Tegelijkertijd hoef je ook niet met een boog om iemand met schurft heen te lopen. "Van iemands hand schudden of een knuffel geven krijg je geen schurft. Er is echt wel langer contact nodig."
Samen smeren
Bij soa's helpt de dienst van de GGD waarmee je gratis je bedpartners kan sms'en heel goed. Kan dat voor schurft niet ook? Hintaran legt uit dat dat niet net zo goed zou werken. "Ik snap dat dat misschien laaghangend fruit is, maar het lastige van schurft is dat de behandeling van contacten onderdeel is van behandeling van de patient zelf", legt Hintaran uit. Je moet dus samen afspreken wanneer je gaat smeren (of een pil slikt). "Als dat niet synchroon gebeurt, krijg je herbesmettingen, en dan krijg je dat ping-pong effect wat je vaak ziet, waarbij het over blijft springen."
Je kan het begrijpen, maar doen is een tweede.
Dat betekent ook dat wanneer je zelf behandeld moet worden, ál je huisgenoten dat tegelijkertijd ook moeten doen. En dat betekent niet alleen die pil slikken of jezelf van top tot teen insmeren - de GGD adviseert zelfs met een oude tandenborstel de zalf onder je nagels te smeren. Je moet ook alle stof waar je recent contact mee hebt gehad heet wassen of minimaal drie dagen in afgesloten zaken laten liggen én je mag je huisdier dagen niet knuffelen. Vervolgens moet je dat hele proces een week later weer herhalen.
Superschurft
Ook gaan er verhalen rond van 'superschurft'. Wanneer iemand té vaak behandeld zou zijn tegen schurft, zou de schurft bij diegene resistent worden waardoor behandeling niet meer werkt. Diegene zou dan permanent schurft hebben. Hintaran lacht een beetje en rekent snel af met het hardnekkige gerucht. "Wereldwijd hebben we nog niet bevestigd gezien dat dat kan."
Volgens Hintaran kan het geen kwaad om te onderzoeken en wordt daar ook wel aan gewerkt. Maar, ze benadrukt ook: "In alle gevallen waarbij iemand heel lastig van de schurft afkwam, waarbij ook wij soms dachten: waar ligt dit nou aan, was er bijna altijd iets in dat hele proces van behandeling wat niet was gelukt. Je kan het begrijpen, maar doen is een tweede." Daarnaast kan je ook nog een tijdje jeuk houden na de behandeling, wat niet betekent dat het niet werkt. "Maar dat denken mensen dan soms wel."
Campagne
Het is wel duidelijk dat er veel misvattingen zijn over de aandoening. Juist omdat er geen detail over het hoofd kan worden gezien, is duidelijke eenduidige informatie essentieel. Iets wat de GGD niet vanaf het begin op orde had, maar wel veel aan doet. Landelijk duurt het allemaal lang, maar daarom nemen de GGD's in de studentensteden het heft in eigen handen. Zo heeft de GGDrU online een campagne gelanceerd en is er contact gezocht met studentenverenigingen, om ook via hun kanalen de informatie te verspreiden. "Rondom de UITweek gaan we die campagne ook weer onder de aandacht brengen."
5 tips voor tijdens de UITweek
- Deel geen kleding (of iets anders van stof, zoals handdoeken of sloffen).
- Deel en leen geen beddengoed (of zorg dat het gewassen is voor je eronder slaapt).
- Slaap niet bij iemand anders in bed (of check op z'n minst dat niemand in het huis recent schurft heeft gehad).
- Als iemand jeuk heeft, vraag ze of ze schurft hebben.
- Maak je niet te druk. Je kan onbezorgd mensen ontmoeten. Anderhalve meter afstand is niet nodig.