Introductieweek toegankelijker? Daar is de UIT al druk mee bezig
Utrecht - Introductieweken moeten toegankelijker worden voor jongeren met een hulpvraag én voor mbo-studenten. Die oproep deden meerdere studentenorganisaties vorige week. Dat geldt ook voor de Utrechtse Introductie Tijd (UIT), die vandaag begint. Al is die organisatie naar eigen zeggen al goed op weg wat betreft inclusiviteit.
Een introductieweek is voor bijvoorbeeld jongeren in een rolstoel, met een chronische ziekte of met een mentale uitdaging niet vanzelfsprekend. Ontoegankelijke gebouwen, een te intensief programma of sociale drempels zoals onbegrip kunnen het voor hen moeilijk maken deel te nemen, zo stellen het Expertisecentrum inclusief onderwijs (ECIO) en de studentenorganisaties.
"Als studenten niet kunnen deelnemen aan de introductieweken beginnen ze hun studie met 1-0 achter", zegt Joyce van der Wegen van het ECIO.
Vlonders en begeleiders
Van zo'n achterstand is bij de UIT geen sprake, vindt bestuurslid Olivia de Gans. Volgens haar is de organisatie al een paar jaar druk bezig de introductie voor iedereen toegankelijk te maken. "We zorgen sowieso dat álles rolstoeltoegankelijk is", legt ze uit.
Dat doen ze bijvoorbeeld op de internationale campus, waar veel grind ligt. Vervelend voor rolstoelen en dus zijn er daar vlonders neergelegd, zodat iedereen eroverheen kan.
Daar blijft het niet bij, vult De Gans aan. Want mensen in een rolstoel zijn niet de enige met een hulpvraag. Daarom kan iedereen bij het inschrijven voor de UIT aangeven wat zijn of haar hulpvraag is. Vervolgens neemt de UIT contact op om te kijken wat nodig is zodat zij toch mee kunnen doen. "Stel dat iemand last heeft van een angstklachten, dan kunnen we een persoonlijk begeleider aanstellen."
Gedragscode
Tijdens de UIT is er dit jaar voor het eerst een gedragscode. "Als iemand zich hier niet aan houdt, kan de toegang tot evenementen worden ontzegd", bevestigt een woordvoerster van de UIT na berichtgeving van De Telegraaf.
Die gedragscode komt er op neer dat studenten elkaar met respect moeten behandelen. Daarmee moeten alle vormen van grensoverschrijdend gedrag worden voorkomen, denk aan pesten, nare opmerkingen en seksueel grensoverschrijdend gedrag. Niet alleen de deelnemers gaan akkoord met de gedragscode, ook vrijwilligers stemmen daarmee in.
Als er toch iets gebeurt zijn er vertrouwenspersonen die de studenten kunnen aanspreken. Dit jaar is er voor het eerst een externe vertrouwenspersoon. "We hopen dat mensen zich dan ook veiliger voelen om met de vertrouwenspersoon te praten. Nu weten ze in elk geval zeker dat hun verhaal niet binnen de organisatie terechtkomt", aldus de woordvoerster.
Stap voor stap
Die aanpak heeft de UIT niet helemaal zelf hoeven te bedenken. Ze doen dat in samenwerking met Solgu, een organisatie die zich bezighoudt met de belangen van Utrechters met een chronische ziekte of lichamelijke handicap. Samen kijken zij 'stap voor stap' hoe ze de introductie voor iedereen toegankelijk kunnen maken.
Sommige kroegen zijn rolstoelvriendelijk, anderen niet. Maar de gedachte is zoveel mogelijk toegankelijk te maken voor iedereen.
Dat begint niet vandaag pas, bij de start van de introductieweek. "Is de website ook te gebruiken voor blinden en slechtzienden? Hoe zorg je er bij een uitnodiging voor dat ook mensen met een beperking zich welkom voelen? Zijn de locaties voor iedereen bereikbaar? Dat soort vragen stellen we", vertelt Roos Hoelen van Solgu.
Dat wil volgens haar niet zeggen dat alles perfect toegankelijk is voor iedereen. "Dat kan nu eenmaal niet altijd. Sommige kroegen zijn rolstoelvriendelijk, anderen niet. Maar de gedachte is zoveel mogelijk toegankelijk te maken voor iedereen."
40 aanmeldingen
Dan is er nog die andere groep die volgens de studentenorganisaties vaak niet welkom is bij introductieweken: mbo-studenten. Vorig jaar mocht die groep voor het eerst deelnemen aan de UIT, maar storm liep het nog niet. Slechts 26 mbo'ers deden vorig jaar mee en heel veel meer zijn dat er dit jaar niet, aldus De Gans.
"We hebben alle aankomende mbo'ers een uitnodiging gestuurd en ook de gemeente heeft veel reclame gemaakt", zegt het bestuurslid. Dat heeft tot nu toe geleid tot zo'n veertig aanmeldingen. "Een beetje meer, maar niet veel."
Waarom het nog niet aanslaat vindt De Gans moeilijk te zeggen. "Het is een ophoping van verschillende factoren, denk ik." Een daarvan is volgens haar het feit dat veel mbo-studenten al in Utrecht wonen. "Misschien zijn zij daardoor niet zo geïnteresseerd in een introductieweek. En misschien ook gewoon niet zo in het studentenleven."
