Provincie biedt excuses aan voor slavernijverleden: 'Meer bewustwording is nodig'

Commissaris van de Koning Hans Oosters.
Commissaris van de Koning Hans Oosters. © Provincie Utrecht
Utrecht - Commissaris van de Koning Hans Oosters biedt namens het provinciebestuur zijn excuses aan voor het slavernijverleden. Het is dit jaar 150 jaar geleden dat de slavernij in Suriname en op de Nederlandse Antillen werd afgeschaft. Ook de provincie Utrecht speelde een rol in dat verleden. “Het is belangrijk dat ook wij erkennen wat er is gebeurd”, zegt Oosters. “Daar is meer bewustwording over nodig.”
De commissaris biedt de excuses aan tijdens een herdenking bij bedrijventerrein de Nieuwe Stad in Amersfoort. Het is een belangrijke dag, vindt de Commissaris. “De huidige generatie heeft geen schuld aan dat verleden”, zegt Oosters. “Maar dat verleden heeft wel doorwerking in de huidige samenleving. Als provincie hebben wij de opdracht om daar bewustwording voor te creëren."
Volgens Oosters ondervinden nazaten van tot slaaf gemaakten nog tot de dag van vandaag de gevolgen. "Het heeft onherstelbaar leed veroorzaakt. Daarnaast gebeuren discriminatie en uitsluiting in de huidige maatschappij nog steeds. Daar moeten we met elkaar het gesprek over voeren.”

Rol van Utrecht

De provincie Utrecht heeft een grote rol gespeeld in dat slavernijverleden. In 1720 werd de Provinciale Utrechtse Ge-otroyeerde Compagnie opgericht. Die organisatie was direct betrokken bij de trans-Atlantische slavernij door een koffieplantage in Suriname te kopen, die de naam Utrecht zou krijgen. Daarnaast investeerde de provincie fors in slavenschepen. “Tussen 1738 en 1764 vervoerden deze Utrechtse schepen 1094 mannen, vrouwen en kinderen die gevangen waren genomen en tot slaaf gemaakt, vanuit Afrika naar de Amerika's”, vertelt Oosten in zijn speech. Op de Utrechtse plantage werkten 121 slaven.
De provincie vindt het belangrijk om meer stil te staan bij dit onderdeel van de provinciale geschiedenis. Dat doen ze tijdens het landelijke Herdenkingsjaar Slavernijverleden. De provincie en de gemeenten gebruiken dit jaar om extra aandacht te schenken aan het verleden. "Daarin zijn vooral de gevolgen voor de huidige generaties belangrijk. Elke dag na de afschaffing waarop geen excuses zijn, is er misschien één te veel", denkt Oosters. "Maar ook nu kunnen we nog rekenschap afleggen voor dat verleden."

Eerder excuses van andere overheden

Eind vorig jaar bood premier Rutte namens de Nederlandse staat excuses aan voor het slavernijverleden. Steden als Utrecht, Amsterdam en Rotterdam deden dat ook al. Vorige maand werd bekend dat de gemeente Amersfoort een onderzoek instelt naar haar eigen rol in het slavernijverleden.
Ook gingen enkele provincies Utrecht al voor. Noord-Holland bood vorig jaar excuses aan, Zuid-Holland deed het eerder deze maand.