OM eist jaar cel voor voor diefstal van vuurwapens uit auto van politieman

© RTV Utrecht
Utrecht - Was Utrechter J.O. de man die op 12 mei vorig jaar twee vuurwapens en andere politiespullen uit de auto van een agent heeft gestolen? Dat was vandaag de belangrijkste vraag in de Utrechtse rechtbank, waar de 27-jarige man terecht stond voor de inbraak in de auto van de agent en nog vijf autokraken.
De gestolen pistolen zijn niet teruggevonden en de verdachte hield vandaag hardnekkig vol dat hij niet degene is op de vage bewakingsbeelden die in de rechtbank werden vertoond. Maar volgens het Openbaar Ministerie is er voldoende ander overtuigend bewijs. De officier van justitie eist daarom een jaar gevangenisstraf tegen de man.
De agent van de landelijke eenheid had zijn onopvallende auto rond 20.00 uur geparkeerd bij winkelcentrum Overvecht. Op van veraf opgenomen beelden is te zien dat twee mannen in een blauwe VW Polo zonder tankdop en met opvallende velgen kort daarvoor het terrein oprijden. Een wat moeilijk lopende man met een wit t-shirt stapt uit en lijkt bij verschillende auto's naar binnen te gluren. Bij de auto van de agent lijkt hij allerlei handelingen uit te voeren. Het alarm lijkt af te gaan en hij loopt met iets in zijn handen terug naar de Polo.
Als de agent terugkomt bij zijn auto, blijken zijn twee Walther-pistolen te zijn verdwenen. Verder heeft de dief onder meer holsters, patroonhouders met munitie, een uitschuifbare wapenstok en een laptop meegenomen. Vier uur later wordt J.O. in zijn auto door agenten aan de kant gezet, omdat hij snel wegrijdt als hij een politiewagen ziet naderen. Hij rijdt in een blauwe Polo met opvallende velgen. Op de achterbank liggen een tankdop en krukken. Om zijn been heeft de man loopgips.

Uitgeleend

De Polo blijkt van de vader van O. te zijn, die op dat moment op vakantie was. Uit onderzoek van zijn telefoongegevens blijkt dat zijn toestel in de buurt van de autokraak bij winkelcentrum Overvecht was. Maar de Utrechter zegt dat hij de auto waarschijnlijk had uitgeleend en dat zijn telefoon er waarschijnlijk nog in lag. Wie de auto had geleend kon hij zich niet herinneren. Een app-gesprek dat lijkt te gaan over verkoop van de wapens, zou iemand anders met zijn telefoon hebben gevoerd. In de telefoon staat ook een foto van laptop die een dag eerder bij een autokraak werd gestolen, maar daar weet hij ook niets van.
De man stond terecht voor in totaal zes autokraken, maar hij bekende er slechts één. In de Prinses Margrietstraat werden op 14 april een rugzak en een telefoon uit een auto gestolen door twee mannen op een scooter. J.O. is vaker in aanraking gekomen met politie en justitie en wordt door meerdere agenten met 100 procent zekerheid herkend. Hij verklaarde dat hij de inbraak had gepleegd, omdat hij iemand 100 euro verschuldigd was en dat geld die dag moest betalen. De gestolen telefoon had hij weggegooid, zei hij.
O. was tijdens deze inbraak samen met zijn vriend A.K., ook een bekende van de politie. Volgens het O.M. is het duo ook te zien op bewakingsbeelden van twee andere autokraken. A.K. bekende die inbraken. Hij had geld nodig, omdat hij grote schulden had en de deurwaarder bij hem had aangeklopt. Zijn mededader zou ook schulden hebben gehad, maar hij wilde niet zeggen of dat O. was geweest.

Brutaal

De officier van justitie benadrukte tijdens de rechtszaak de brutaliteit van de verdachten. Op klaarlichte dag werd voor duizenden euro's aan spullen, zoals laptops, telefoons en kleding, gestolen. J.O. heeft een strafblad van 19 pagina's en is al vaker veroordeeld voor autokraken. Volgens de officier is O. schuldig aan zes autokraken en bezit van vuurwapens. en munitie. De kans op herhaling is groot en hij weigert zich te laten behandelen. Een onvoorwaardelijk celstraf van een jaar is daarom volgens het OM de enige passende maatregel. Daar zou nog een maand cel bij moeten komen, omdat O. nog in de proeftijd zat van een eerdere veroordeling.
Tegen medeverdachte A.K. eist het OM vijf maanden cel, waarvan een groot deel voorwaardelijk. Omdat hij ruim twee maanden in voorarrest zat, zou hij dan niet terug naar de gevangenis hoeven. Ook K. heeft een dik strafblad, maar het lijkt het erop dat zijn leven aan het beteren is en dat wil het OM niet verstoren. Meldplicht bij de reclassering, schuldhulpverlening, behandeling en begeleid wonen moeten er voor zorgen dat hij op het rechte pad blijft.
Volgens zijn advocaat is er onvoldoende bewijs om de J.O. voor alle verdenkingen te veroordelen. De bewakingsbeelden zouden veel te vaag zijn om iemand op te herkennen. Verder vindt de advocaat het opmerkelijk dat er niets van de buit bij zijn cliënt is teruggevonden. J.O. heeft volgens zijn raadsman ten onrechte bijna zeven maanden in voorarrest gezeten. Omdat hij maar één inbraak heeft bekend, zou de straf veel lager moeten zijn dan de eis van het OM.
Hoe de rechtbank dat ziet, wordt over twee weken duidelijk bij de uitspraak.