Een halve eeuw kaas van Kees op zaterdagmarkt Vredenburgplein: 'Dit werk is als dope'

De 68-jarige Kees de Vink viert zijn vijftigjarig jubileum als kaasboer op de zaterdagse Vredenburgmarkt
De 68-jarige Kees de Vink viert zijn vijftigjarig jubileum als kaasboer op de zaterdagse Vredenburgmarkt © RTV Utrecht / Jordi de Jong
Utrecht - Een rode loper, een ballonnenhaag en een rij aan klanten: wie winkelcentrum Hoog Catharijne in Utrecht vandaag uitloopt, kan het niet missen. Bij de marktkraam van Holland Kaascentrum op het Vredenburgplein is het feest. Kees de Vink (68) stapte vijftig jaar geleden als jonge knaap de markt op en is er nooit meer vertrokken. "Ik houd van m'n borreltje, ik drink graag m'n wijntje en ik ben een liefhebber van kaas, maar dit werk is ook dope, hè."
"Het is een wild pondje geworden hoor", lacht Kees als hij zijn persoonlijke favoriet op de weegschaal legt. Het stuk Noord-Hollands Belegen tikt iets meer dan de gevraagde halve kilo aan, maar de meeste kaaskopers vinden dat best. Klanten lijken hem vandaag wel wat extra's te gunnen, maar volgens collega's heeft dat niet alleen met het feest van vandaag te maken: Kees is een verkoper pur sang.
"We houden altijd een soort interne competitie om te kijken wie de meeste kaas heeft verkocht", vertelt Kees' collega Bob den Hollander. "In de tijd dat ik hier werk is het pas één keer voorgekomen dat Kees niet bovenaan stond. Hij heeft er gewoon gevoel voor. Kees is zo'n verkoper waar mensen voor in de rij willen staan. Hij kent de meeste klanten bij naam en voelt perfect aan wat mensen willen. Dat is geweldig."

Schooier

De kaaskraam werd begonnen door Cor den Hollander, die de plek net had overgenomen van zijn broer Bas. Bob en Bart zijn neven van Cor, die de kraam nu runnen. Samen met Kees dus. Hij stapte op 3 mei 1973 als 18-jarige jongen de kraam binnen. Met lang haar en een wilde baard. "Wat voor schooier heb jij nou meegenomen?", citeert Kees de opmerkingen die hij toen kreeg. "Dat liet ik me geen twee keer zeggen."
Hij friste zich op en ging er met volle moed tegenaan. Naast zijn baan als kaasverkoper op de zaterdagmarkt heeft hij jarenlang een kaasgroothandel gehad. Vorig jaar deed hij die in Woerden van de hand, maar de markt is voor hem nog zeker geen verleden tijd.

Nieuwe regels voor standplaatshouders

Een halve eeuw na de opmerkingen over zijn kapsel staat hij achter de kraam met iets korter en grijzer haar en een karakteristieke witte baard. Oud-collega's, familieleden en de wethouder komen langs om met hem over zijn ervaringen te praten. En voor die laatste heeft-ie nog wel een boodschap. "Ik heb geprobeerd ervoor te pleiten dat de markt blijft zoals hij is."
Daarmee doelt hij op nieuwe maatregelen van de gemeente Utrecht, die er mogelijk voor zorgen dat huidige standplaatshouders hun plekje kwijtraken. Dat gaat niet over marktstandplaatsen zoals die van Kees, maar voor plekken door de stad en in de wijken waar onder meer bloemen, kaas en ijs worden verkocht. Volgens Europese regels moet iedereen de mogelijkheid op een standplaats krijgen. Utrecht wilde daarom gaan kijken of de plekken opnieuw verloot moesten worden, maar vanwege fel verzet besloot Utrecht om het besluit over een nieuwe regeling in ieder geval met een jaar uit te stellen.
Hoewel loten voor sommigen eerlijk klinkt, ziet Kees dat als marktveteraan niet zo. "Het duurt soms jaren voordat je wat hebt opgebouwd", vertelt hij. "En als je er dan net lekker zit, moet je weer oprotten. Dat werkt niet, voor geen enkele winkel."

Lachen, gieren, brullen

Zijn irritatie maakt al snel weer plaats voor een glimlach, als hij praat over de vaste klanten die in de rij staan om een stuk brie, truffelkaas of een doosje kaasvlinders af te rekenen. "Dat is bijzonder, gewoon even gedag komen zeggen." Volgens collega Bob is dat ook zijn kracht. "Hij kan van wel honderd klanten eigenlijk al klaarleggen wat ze komen halen", vertelt hij.
Eén van die klanten komt al een aantal jaar iedere week uit Rotterdam voor Kees' kaas. "Ik ben een keer aardig geholpen hier en dan blijf je toch gaan. En de kaas is altijd goed bij 'm." Een andere klant kan dat beamen. "Heerlijke kaas, zeker. En van de boer, dus dat is altijd een beetje anders. Want de melk van de wei is ook altijd een beetje anders. Een gemeen boerenstalsmaakje, dat is wel heel erg lekker."

Doorgaan

De zestienjarige Tycho staat anderhalf jaar naast Kees en kan naar eigen zeggen veel leren van zijn collega. "Ik heb eigenlijk de meeste kneepjes van hem wel geleerd. Hoe je moet snijden natuurlijk, maar ook dat je netjes moet staan, beleefd moet zijn en een praatje moet maken met de klanten. En als collega is het altijd lachen, gieren, brullen met 'm."
Of hij Kees' vijftig jaar gaat verbreken? "Ik werk hier nu anderhalf jaar en het is eigenlijk de bedoeling dat ik eerst m'n schoolcarrière afmaak. Eerst mbo, dan misschien hbo. En dan zullen we het wel verder zien. Lijkt me wel heel gaaf."
Kees had ook het liefst door willen leren, bekent hij. "Ik had vroeger eigenlijk beter moeten leren. Dus ik probeer m'n kinderen en kleinkinderen wel andere dingen bij te brengen. Maar ik had dit absoluut niet willen missen. Dit is onderdeel van m'n leven geworden. En als het van m'n vrouw mag en als 't van m'n gezondheid mag, dan blijf ik nog wel even doorgaan. Ondanks dat we steeds meer met vakantie gaan", lacht hij.