DENK eist ruimtes om te bidden: ‘Er geldt nu een gebedsverbod op openbare scholen’

Het Leidsche Rijn College zit aan de Maartvlinder, naast het Amaliapark.
Het Leidsche Rijn College zit aan de Maartvlinder, naast het Amaliapark. © leidscherijncollege.nl
Utrecht - De Utrechtse fractie van DENK in de gemeenteraad eist van het college van B&W actie. De partij wil dat alle openbare scholen in de stad een ruimte krijgen waar moslimkinderen kunnen bidden. In een bij vlagen emotioneel debat kreeg de partij brede steun van de raad. Maar steun vindt DENK onvoldoende, de partij wil directe actie van het college.
Het debat werd gevoerd na een situatie op het Leidsche Rijn College. Daar meldden diverse leerlingen dat er sprake was van een gebedsverbod. De schoolleiding ontkende dat, maar wees een verzoek voor een gebedsruimte in eerste instantie van de hand.
Volgens Iskender Simsek van DENK is dat gebedsverbod op het LRC nog steeds van kracht, en hij zegt dat dat in strijd is met de grondwet. Hij eist onmiddelijke actie van wethouder Eelco Eerenberg, al was het maar dat de leerlingen tijdens de pauze een sleutel van een lokaal krijgen om te bidden. Maar liever heeft de partij een aparte en permanente ruimte waar moslimkinderen kunnen bidden. Zij moeten dat vijf keer per dag doen.

Schandalig

Simsek noemt de opstelling van het LRC schandalig, hij maakt zich vooral boos over een statement van de school, waarin verdedigd werd dat er op school niet gebeden zou mogen worden.
Simsek werd in het debat ondersteund door Esma Kendir van Student & Starter en Noura Oul Fakir van BIJ1, ook zij onderschrijven de, in hun ogen, schrijnende situatie op het LRC waar kinderen nu niet zouden kunnen bidden. Simsek: “Er heerst bij het Leidsche Rijn College de facto een gebedsverbod, en dat is in strijd met de grondwet. En dus moet dat per direct worden hersteld.”
Volgens Kendir zijn er in Nederland situaties bekend waarbij docenten de gebedskleedjes onder biddende kinderen wegtrokken, of op andere manieren het gebed onmogelijk maakten. In Utrecht zou het kinderen ook lastig gemaakt worden om te bidden.

Stilteruimte

Het bijzondere aan dit debat was dat eigenlijk alle partijen het eens zijn, kinderen zouden moeten kunnen beschikken over een ruimte op school waar ze zich terug kunnen trekken, en zonder prikkels tot zich zelf kunnen komen. De één noemt dat een ruimte voor gebed, de ander een gebedsruimte, maar de meesten noemen het een stilteruimte.
Mariam Al-Saqaff van de VVD erkent dat mensen de vrijheid hebben om hun godsdienst te belijden, maar nergens staat er in de wet, of in uitspraken van het College voor de Rechten van de Mens, dat een school verplicht moet worden om een gebedsruimte in te richten “Een stilteruimte daar kan ik me in vinden, maar een gebedsruimte vind ik te ver gaan”, vindt het raadslid.

Aparte eisen

Denk en Bij1 benadrukten dat een stilteruimte in sommige gevallen niet voldoet aan de eisen die moslims stellen aan een plek waar ze hun gebed uitvoeren. Die ruimte moet schoon zijn, en bij voorkeur lopen er geen andere personen voor hen langs als ze in gebed zijn.
Waar partijen het verder niet over eens zijn is de rol van de gemeente. Een ruime meerderheid van de raad wil dat scholen zelf intern het debat voeren, tussen de leiding, de ouders, docenten en leerlingen. En dan na dat debat zelf met een oplossing komen. Wethouder Eelco Eerenberg zit ook op deze lijn. Hij is juist trots op hoe het er op dit moment op het LRC aan toe gaat. Hij wil een broedende kip niet storen en de school zelf met een oplossing laten komen. Volgens de wethouder wordt daarmee de inclusie op de school het best gediend.
Ook heeft hij geen signalen dat het kinderen onmogelijk gemaakt wordt om hun geloof te belijden op Utrechtse scholen. Hij roept raadsleden op, die andere signalen hebben hem dat per omgaande te melden, hij gaat dan in gesprek met die schoolbesturen.

Ademhalen

Een speciale rol was er voor Anton Stam van Volt. Hij probeerde de gemoederen te sussen, en benadrukte dat er juist veel overeenstemming was tussen de partijen. “Ik stel voor dat we allemaal even rustig inademen en weer uitademen.” Maar zijn opmerking bleek eerder olie op het vuur, dan dat het rust gaf in het debat. Partijen verweten Stam dat hij het leed van moslimkinderen bagatelliseerde.