Hakbijlovervaller Jumbo Overvecht moet meewerken aan psychiatrisch onderzoek, voor medeverdachte 2,5 jaar cel geëist

Links verdachte M.A. rechts S.C.
Links verdachte M.A. rechts S.C. © Nicole van den Hout
Utrecht - De man die vorig jaar met een hakbijl op twee kassa's ramde bij een overval op een Jumbo-supermarkt in Utrecht-Overvecht moet eerst door een psychiater worden onderzocht, om te kunnen bepalen welke straf hij zou moeten krijgen. Dat heeft de rechtbank vandaag beslist in de zaak tegen de 26-jarige M.A. en zijn 25-jarige medeverdachte S.C.
De zaak tegen M.A. zal daarom worden uitgesteld, die tegen medeverdachte S.C. werd wel afgehandeld. De officier eist tegen hem als medepleger 2,5 jaar gevangenisstraf, waarvan een half jaar voorwaardelijk. Daar zouden nog 2 weken cel bij moeten komen voor grove belediging van agenten en spugen naar hen.

Bekentenis

Verdachte A. vertelde vandaag in de rechtbank opnieuw dat hij het belangrijkste aandeel had bij de overval in de vroege avond van woensdag 18 mei. Het plan voor de overval op de Jumbo-supermarkt zou hij samen met S.C. hebben bedacht. M.A. had daar in het verleden als stagiair gewerkt en het was dichtbij.
Volgens M.A. waren zij de middag voor de overval aan het chillen in het Moreelsepark, naast Hoog Catharijne. Ze zaten allebei in geldnood en samen zouden zij het plan hebben bedacht om een supermarkt te overvallen. Daarbij speelde volgens A. mee dat zij onder invloed van cannabis en alcohol waren.
S.C. zou een destijds 18-jarige vriend hebben gevraagd mee te gaan als helpende hand. De drie reden in de auto van C. naar een tuinhuisje, waarvan M.A. wist dat er gereedschap lag dat zij als wapen konden gebruiken. Daarna reden ze naar de supermarkt aan de Franciscusdreef.

Vermomd

De drie liepen met dikke jassen, mondkapjes, capuchons en zonnebrillen de supermarkt binnen. Klanten en de twee caissières vertrouwden het gelijk al niet toen ze het nerveuze drietal zagen. Toen ze in de rij stonden bij kassa 3, haalde M.A. een hakbijl tevoorschijn, waarmee hij in de richting van het 18-jarige meisje achter de kassa bewoog.
A. sloeg met de bijl in op de loopband en de kassa, terwijl hij: "Nu, nu, nu, maak die kassa open"’, bleef schreeuwen. Toen bleek dat het een PIN-kassa was, liep hij naar kassa 5. Hij hakte met de bijl op die kassa in, haalde de geldlade eruit en rende de winkel uit, achtervolgd door omstanders die hem uiteindelijk overmeesterden.

Poging doodslag

Een van de achtervolgers raakte gewond aan zijn hand, omdat hij werd geraakt door de bijl waarmee M.A. zwaaide. "Ik maak jou af, ik maak jou af", zou M. daarbij volgens getuigen hebben geroepen. Volgens het OM is hij daardoor ook schuldig aan poging tot doodslag.
M.A. zegt dat hij niemand heeft bedreigd en nooit de bedoeling had om iemand iets aan te doen. Hij wilde de omstanders enkel op afstand houden en had alleen maar "Achteruit, laat me met rust" hebben geroepen.
© Koen Laureij

Zwemmen

Medeverdachte S.C. beweerde in de rechtszaal dat hij niets wist van het plan om een overval te plegen. Hij zou met de anderen de supermarkt binnen zijn gegaan om een blikje frisdrank te kopen. Volgens hem zouden ze daarna naar de Maarsseveense Plassen gaan om te zwemmen.
S.C. zegt dat hij schrok toen de bijl onder de jas van M.A. op de grond kletterde. Toen A. de bijl van de grond raapte en naar de kassa zwaaide zou C. de supermarkt zijn uitgerend. Zijn geld en het blikje frisdrank liet hij achter. De kleding die hij droeg zou niet als vermomming zijn bedoeld, maar hoorde volgens hem bij zijn kledingstijl.
Ook was hij soms wat kouwelijk en trok hij op een warme dag een dikke jas aan. Zijn advocaat vroeg de rechtbank om hem vrij te spreken van medeplegen van de overval. Voor het beledigen van de agenten zou hooguit een boete of taakstraf moeten staan. De rechtbank doet in zijn zaak over twee weken uitspraak.

Wordt vervolgd

Wanneer de zaak tegen bijlzwaaier M.A. wordt vervolgd is nog niet bekend. Hij zou na het uitzitten van een gevangenisstraf het land moeten worden uitgezet, maar de reclassering vindt het belangrijk dat hij in een kliniek wordt behandeld voor een mogelijke stoornis. Dat ligt juridisch lastig en daarom vindt de rechtbank het wenselijk dat hij eerst door een psychiater wordt onderzocht.
De Keniaan heeft geen verblijfstatus en heeft daarom in principe ook geen recht op behandeling, uitkering en bijzondere begeleiding na het uitzitten van zijn straf. Maar hij heeft een dik strafblad met meerdere veroordelingen voor diefstal met geweld en de kans op herhaling is groot als hij niet wordt behandeld en na zijn straf in de illegaliteit verdwijnt.
Ook de derde verdachte is nog bij het OM in beeld. Tegen hem lopen ook nog andere zaken, daarom duurt het volgens de officier van justitie langer voor hij voor de rechter wordt gebracht.