Nieuwe zorginstelling: ‘Jongeren met een verstandelijke beperking moet je niet wegstoppen in een bos’

Utrecht - In het hart van Utrecht wordt druk gebouwd aan een wooncomplex voor jongeren met een verstandelijke beperking. In een zijstraatje van de Mariaplaats, met zicht op de Domtoren krijgt een oud schoolgebouw een nieuwe bestemming. Werden in het verleden mensen met een verstandelijke beperking in alle rust in een bosrijke omgeving gehuisvest, nu zullen ze worden ondergedompeld in één van de meest bruisende delen van de Domstad.
Eens was het pand aan de Alendorpstraat een braaf schoolgebouw voor katholieke burgermeisjes. De meisjes zaten er ongetwijfeld keurig in het gelid met de armen over elkaar. Later werd het een kinderdagverblijf, een stuk minder braaf en waarschijnlijk een vrolijke bende.
Tekst gaat door na de foto

Maar wie nu de zware voordeur openduwt en binnenstapt treft er bouwvakkers, die nieuwe deuren in muren hakken, verwarmingen slopen en nieuwe wandjes plaatsen. Daartussen zitten aan een geïmproviseerde keukentafel Edo en Karen Oostwouder. Wie er bij wil komen zitten moet eerst een dikke laag bouwstof van de stoelen vegen. “Het moet eerst lelijk worden voor het mooi wordt”, zegt Edo vol overtuiging.
Saartje
In het pand komen negentien studio’s, een woonslaapkamer met keukentje en eigen badkamer. Ook komt er een iets groter appartement. “Dat is voor een Saar”, legt Karen uit. En tenslotte wordt er gewerkt aan drie studentenkamers.
Edo was eens een succesvol zakenman, directeur bij een beursgenoteerd bedrijf. Karen had twee kinderdagverblijven. “En we hebben samen vier geweldige kinderen, drie dochters en een zoon.” De familie reisde heel Nederland door en woonde ook een tijd in Parijs, daar waar het werk was, daar woonde het gezin.
En er komt een Saar, vernoemd naar Saartje uit de kinderserie Swiebertje
De zoon van Edo en Karen heeft een lichte verstandelijke beperking, en de dochters zijn inmiddels oud genoeg om uit te vliegen. En dus gooien Edo en Karen het helemaal over een andere boeg. Ze worden zorgondernemers. Of eigenlijk zijn ze dat al. “We hebben een vergelijkbaar project in Zevenaar. Dat heet Roemrijck”, vertelt Karen. “Het is een kleinschalig project en biedt een heerlijk thuis aan dertien jongeren met een beperking. Wij kijken hoe het is in Nederland en doen het dan beter.”
Tekst loopt door na de afbeelding

In Utrecht willen ze een vergelijkbaar project opzetten Dominicus 1907, met negentien woonplekken. “We richten ons op jongeren tot een jaar of dertig met bijvoorbeeld autisme, met niet aangeboren hersenletsel of een lichte verstandelijke beperking”, vertelt Edo. “Dit zijn vaak mensen die niet altijd op juiste waarde worden geschat, je ziet niets aan ze, maar ze functioneren niet op een niveau zoals andere mensen doen. En daardoor worden ze vaak slecht begrepen.”
Het echtpaar is dertig jaar getrouwd en kiest heel bewust voor een plek midden in de stad. “Deze jongeren hebben meestal geen rijbewijs, en zijn dus aangewezen op het OV. Daarom zitten we graag dicht bij een groot station.” Ook kunnen de bewoners zo beter deelnemen aan de maatschappij.
Studentenkamers
Het toverwoord voor het project is ‘inclusie’, de jongeren moeten heel nadrukkelijk betrokken worden bij de normale samenleving. Dat gebeurt niet alleen door midden in de stad te gaan wonen, maar ook door de samenstelling van het huis. “We hebben straks plek voor drie studenten. Die krijgen een eigen kamer in het pand”, vertelt Karen. “We verwachten van hen dat ze zo’n dertig uur per maand besteden aan onze bewoners. Maak eens een praatje, of ga gezellig koffiedrinken op een terras in de stad.”
Voor de begeleiding van de bewoners wordt er daarnaast een heel zorgteam opgetuigd, dat wordt betaald uit de Wet Langdurige Zorg. “En er komt een Saar, vernoemd naar Saartje uit de kinderserie Swiebertje”, zegt Karen. “Daar is geen goed Nederlands woord voor. ‘Huismeester’ klinkt veel te streng. De Franse hebben er een mooi woord voor: ‘Gardienne’. Saar krijgt een eigen appartement in het complex met een eigen dakterras.”
Tekst loopt door na de afbeelding

Het complex krijgt twee gemeenschappelijke eetkeukens en woonkamers. Het geheel moet een oude en luxe uitstraling krijgen. Het oude schoolgebouw kent brede gangen, een ruime entree en trappenhuis. “Dat moeten een soort hotellobby’s worden, met zitjes, waar de bewoners gezellig een praatje kunnen maken”, legt Edo uit. “De bewoners betalen de huur uit hun uitkering, het is dus sociale huur, maar het gaat er niet uitzien als sociale huur, het moet luxe uitstralen.”
Eerste keus
Voor hun zoon is er ook een plekje gereserveerd, maar welke kamer hij krijgt staat nog niet vast. “Dat moet hij helemaal zelf bepalen. Maar hij krijgt wel de eerste keuze”, zegt Karen met een lach.
In de buurt is enige onrust over de komst van de instelling. Sommige bewoners vrezen dat het geen zorginstelling wordt maar dat het luxe kamers voor rijke studenten worden. Niets wijst erop dat er zoiets aan de hand is, de angst lijkt totaal overtrokken. Het complex moet eind van het jaar klaar zijn.
