Van Rossem Vertelt: hoe de Duitse immigratie de stad Utrecht veranderde

Van Rossem vertelt over de 'poepenkraam' en andere Duitse immigratie gewoontes.
Van Rossem vertelt over de 'poepenkraam' en andere Duitse immigratie gewoontes. © RTV Uttrecht
Utrecht - Waarschijnlijk ken je het kinderversje over de poppenkraam nog van vroeger. Maar wist je ook dat die niet gaat over poppen maar over 'poepen'? En dat is dan weer een scheldwoord voor Duitsers. Met het versje werden drinkende Duitsers beschimpt.
"Ik stond laatst voor een poppenkraam, daar zag ik zeven poppen staan, ik zei wat doen die poppen hier, die poppen drinken poppenbier, die poppen drinken poppenwijn, wat zullen die poppen vrolijk zijn."

Duitse immigratie

Het versje over de poppenkraam is ontstaan in de tijd van de Duitse immigratie. Begin 19e eeuw kwamen de eerste Duitsers naar Nederland op zoek naar een beter bestaan. Nederlanders waren veel rijker dan hun Oosterburen en de commercieel ingestelde Duitsers zagen mogelijkheden tot handel. De eerste immigranten waren dan ook echte ondernemers, die de stad Utrecht zichtbaar veranderden.
Neem bijvoorbeeld de Oudegracht. De hele bocht - zeg maar van waar nu de HEMA zit, tot aan de Winkel van Sinkel - was vol Duitse winkels. Ieder met een eigen specialiteit. De Hunkemöller had (ook toen al) lingerie, de Peek & Cloppenburg specialiseerde zich in tropenkleding voor Utrechters die naar de koloniën gingen en de C&A verzorgde betaalbare kleding voor het gezin.
Bekijk hier de aflevering:

Winkel van Sinkel

De Winkel van Sinkel was de eerste van de rij Duitse ondernemingen op de gracht. In 1839 opende Anton Sinkel zijn winkel nadat hij het pand eerst grondig verbouwd had. Hij liet de grote gietijzeren beelden aan de voorgevel plaatsen en maakte enorme etalages waar lange rijen mensen voor stonden. Als eerste stapte hij af van de winkel met bediening. Het winkelend publiek mocht van hem zelf tussen de rekken neuzen. Dat legde de Sinkels geen windeieren. Utrechters werden de winkel ingelokt met een aanbieding, zagen de rekken vol nieuwe producten en verlieten de zaak vervolgens met veel meer dan de bedoeling was.
Behalve de grote winkels in de bocht van de gracht, was er door de komst van de Duitsers ook een nieuwe beroepsgroep in de stad gearriveerd: de potverkopers. Er ontstond op de Bakkerbrug een levendige handel in Keulse potten: stenen potten die gebruikt werden voor het inleggen van groente, boter en eieren.

Pantoffeloptocht

Hoewel er ook op de Duitse immigranten gemopperd werd, vooral de lagere sociale immigrantenklasse moest het ontgelden, heeft hun komst de Utrechter ook veel plezier gebracht. De grote winkels met dito etalages op de Oudegracht zorgden voor files van winkelend publiek dat zich vergaapte aan al het moois. Gekscherend werd hun wandeling de 'pantoffeloptocht' genoemd. Ook de horeca spekte de kas met de komst van de Duitsers. Die waren namelijk gewend om met vrouw én kinderen naar het café te gaan, iets dat in Nederland nog nooit gezien was. Speciaal voor hen openden Duitse kroegen - naar het Duitse woord voor de beker waar je het bier in doet - de deuren.