Bijna naar de stembus: Energie was nooit eerder zo belangrijk bij de provinciale verkiezingen

© RTV Utrecht
Utrecht - Het is een ogenschijnlijk simpel kaartje van de provincie Utrecht met nummering en cirkels bij 'kansrijke' plekken in de provincie. Het woord kansrijk duidt hier op plekken die geschikt zijn voor het opwekken van windenergie. Maar verander 'kansrijk' in 'hoofdbrekens' en dan kom je bij het woord dat dit kaartje voor wethouders en gemeenteraadsleden is. Nooit eerder was energie zo'n belangrijk thema in Utrecht als tijdens deze Provinciale Statenverkiezing. Kiezers die woensdag in het stemhokje staan kunnen het beleid sturen. Maar wat zijn de plannen van provinciale partijen?
"We hoeven geen Flevoland te worden, maar het is niet zo dat in Utrecht helemaal niets kan." Dat zei gedeputeerde Huib van Essen (GroenLinks) in juli vorig jaar. Hij vroeg de gemeentebestuurders nog een keer naar die kaart te kijken. De gedeputeerde wilde meer windplannen van gemeenten zien om de doelen voor duurzame opwek te halen. "We hebben al veel eerder gezien dat er meer windplannen nodig zijn, maar we zien ook dat er plannen zijn teruggetrokken in plaats van dat ze erbij zijn gekomen."
Op die dag in juli gaf de provincie ook een deadline mee. Die deadline is afgelopen december stilaan verstreken. Enkele gemeenten kwamen toch over de brug: hadden nog een windplan of starten 'het gesprek over windenergie' weer op in de gemeenteraad. Het leeuwendeel van de gemeenten wacht af omdat wethouders het zelf niet zien zitten om windplannen te maken. Soms vanuit de overtuiging van hun politieke partij of afspraken binnen het college, maar ook omdat het ontwikkelen van windplannen steevast leidt tot protest en onrust in plaatsen: je maakt jezelf niet populair.

Transitie, waarom eigenlijk?

Het doel van de energietransitie is om toe te werken naar een energiesysteem zonder uitstoot van CO2. Voor een deel is het een vergezicht: in 2050 moet dat doel zijn gehaald. Voor een ander deel rust het op afspraken uit het recente verleden. Bijvoorbeeld het energieakkoord uit 2013. Een van de afspraken daaruit is dat naast grootschalige opwek van windenergie op de Noordzee, ook een deel van turbines op land moet komen. Een last die eerlijk over de provincies verdeeld moet zijn. Natuurlijk zijn ook internationale afspraken uit het klimaatakkoord dat is gesloten in Parijs (2015) leidend.
Lange tijd heeft de provincie Utrecht de doelen voor duurzame opwek van energie op de lange baan geschoven. 'Utrecht loopt hopeloos achter op doelstellingen voor schone energie' kopte RTV Utrecht in september 2017. Maar met de start van de Regionale Energiestrategieën zijn bestuurders gedwongen om echt na te denken over hoe en waar opwek van hernieuwbare energie mogelijk is. In 2020 schreef RTV Utrecht al dat het landschap in onze provincie drastisch zou gaan veranderen. Zonnecollectoren en windmolens moeten in 2030 zorgen voor een toename van duurzame energie omdat dit bewezen technieken zijn die direct bijdragen aan de doelen.
De verkiezingen voor Provinciale Staten zijn dit jaar dan ook erg belangrijk als het gaat om het thema energie. Het nieuwe college moet noten kraken en besluiten kunnen en willen nemen die beladen zijn. Vrijblijvend is het energiebeleid van de provincie de komende vier jaar dan ook niet. Gebonden aan internationale afspraken, Haags beleid en wat technologisch haalbaar is zijn beloftes die partijen provinciaal kunnen doen vrij beperkt.
Reden te meer om in te zoomen op wat partijen noemen in hun verkiezingsprogramma's en hoe zij om willen gaan met de energietransitie. Het laat zich vertalen tot drie categorieën: de partijen die voortvarend aan de slag willen, de partijen die afwachtende zijn en partijen die de vaart eruit willen.

Voortvarend aan de slag

Binnen de partijen die snel aan de slag willen voeren de ChristenUnie en GroenLinks de lijst aan. In een notendop: de partijen geven in hun verkiezingsprogramma een uitleg van het klimaat- en energiebeleid vanuit een brede visie die direct raakt aan andere thema's zoals wonen en vervoer. De partijen willen duidelijk klimaat- en milieubeleid aanjagen.
GroenLinks gebruikt vier pagina's (en wat foto's) om uit te leggen dat de partij draagvlag belangrijk vindt en dat de opbrengsten van de transitie ten goede moet komen aan lokale publieke voorzieningen. Iedere zonnige dag en iedere omwenteling van een windmolen moet kassa! zijn. Dat komt volgens GroenLinks vooral ten goede aan de landelijke gebieden in Utrecht. Daar staan voorzieningen zoals busvervoer of bibliotheken vaak onder druk.
De ChristenUnie gebruikt vijf pagina's en heeft ook een brede visie op klimaat en energiebeleid. Rentmeesterschap, is het woord dat de ChristenUnie gebruikt en het hele verkiezingsprogramma richt zich op een schoner Utrecht. Wat valt er op als het over energie gaat?
De ChristenUnie wil vaart maken met de transitie en besluiten kunnen overnemen als gemeenteraden vastlopen op de Energietransitie, "Klimaatschade in de toekomst zal groter zijn dan de lokale hinder van duurzame opwekking", staat in het programma van de ChristenUnie. GroenLinks onderschrijft dat. Plekken die de partijen op het oog hebben liggen langs al bestaande infrastructuur zoals snel- en waterwegen, schrijven ze. Deze locaties zijn in de regel vaak al verder weg van bebouwing.
De Partij van de Arbeid, Volt, DENK, de SP, D66 en het CDA schrijven in hun programma's dat ze als provincie voortvarend aan de slag willen met de energietransitie. Volt en D66 willen windturbines alleen op plekken waar ze in het landschap passen. Opmerkelijk, en het vermelden waard, is een passage uit het CDA programma. De partij schrijft dat als plannen voor wind en zonne-energie nu worden gemaakt, nieuwe plannen na 2030 niet meer nodig zijn.

Zwevende partijen

Deze categorie partijen is moeilijker te vatten. Het lijkt er sterk op dat ze zich in een college flexibel kunnen opstellen.
De partij die hier het meest opvalt is de VVD. De liberalen willen de energietransitie wel versnellen, ook met windmolens. Aan de slag, zou je zeggen. Maar wat te doen met gemeenten die niet staan te springen om energiedoelen? Lokaal draagvlak vinden alle partijen die deze noot willen kraken belangrijk, alleen de VVD is niet voor een provincie die tegen de wens van een gemeente in wil gaan. De VVD wijst naar de autonomie van een gemeente en steunt plannen die zij zelf wel of niet maken.
50plus ziet ook de urgentie van de energietransitie. Maar in het verkiezingsprogramma staat naast het hoofdstuk: Energie en Milieu, een afbeelding met een grote 'nee'. De partij wil energiearmoede tegengaan, energiebesparing stimuleren en overheidsgebouwen vol leggen met zonnepanelen. De partij wil een schonere wereld achterlaten voor de (klein)kinderen van hun electoraat. Alleen hoe de doelen in 2030 te halen zijn? Daar staat geen woord over in.
Ook de SGP is tot deze categorie te rekenen. De partij gebruikt vaak het woord 'verstandig'. De partij wil vooral inzetten op aanpassingen aan klimaatverandering.
BBB ziet windmolens wel voor zich bij agrarische bedrijven. Voor boeren kan het interessant zijn om windmolens te plaatsen. Zij krijgen hier namelijk subsidie voor. In de landbouw is ook op weg naar een transitie en het faciliteren van energieopwekking past bij een toekomstig verdienmodel voor boeren. Door heel Nederland laten boeren al jarenlang windmolens op hun land zetten.

De vaart eruit

Een laatste categorie bestaat uit de partijen FvD, JA21, BVNL en de PVV. Deze partijen gebruiken het minst aantal pagina voor de uitwerking van hun ideeën. De PVV schrijft bijvoorbeeld: onmiddellijk stoppen met alle plannen voor zonneakkers en windmolens en geen gedwongen transities. Volgens BVNL is de mens niet verantwoordelijk voor de klimaatverandering. FvD wil geen einde aan het gebruik van fossiele brandstoffen. Hoe dit zich in concreet beleid vertaalt wordt niet duidelijk uit het verkiezingsprogramma.
JA21 valt op omdat de partij volledig wil inzetten op klimaatadaptatie, dus aanpassingen aan het veranderende klimaat. Ook wil de partij inzetten op een kerncentrale in Utrecht: die kan er binnen zeven jaar staan, stelt JA21. Naast JA21 zien enkele andere partijen ook een grotere rol voor kernenergie in Utrecht.

Kernenergie in Utrecht?

De vraag of kernenergie een grotere rol gaat spelen is makkelijk te beantwoorden: ja. Het kabinet heeft aangekondigd dat er twee kerncentrales bijkomen in de buurt van Borssele. Ook krijgt de huidige kerncentrale in Borssele een upgrade zodat deze langer open kan blijven. Ook de ontwikkeling van kleinere reactoren gaat snel.
Maar of er binnen zeven jaar in Utrecht ook een kerncentrale kan staan lijkt sterk op wensdenken van JA21. In 2020 is een onderzoek geweest naar de rol van kernenergie in Utrecht. Gemeenten in Utrecht zitten nu niet te wachten op een kerncentrale binnen hun grenzen, en ook is er een gebrek aan koelwater. Mochten die obstakels en andere onzekerheden worden overwonnen is kernenergie in Utrecht pas na 2040 een optie.
Ongetwijfeld komen in de toekomst meer duurzamere energiebronnen op de markt. Alleen komen die te laat om de doelen van 2030 te halen. Het nieuwe provinciebestuur kan dus bijna niet om de komst van meer windmolens en zonneweides heen.
Benieuwd hoe anderen denken over de energietransitie?
Beluister dan de podcast: dreiging, klimaatdepressie en molenslag.