Verdachte ontkent betrokkenheid bij plofkraken en horror-explosie in Utrechts bedrijfspand; OM eist drie jaar cel

© Uppel Media
Utrecht - Het moet pure horror zijn geweest; het ongeluk met explosieven waarbij de vermeende leider van een Utrechtse plofkraakbende op 5 september 2020 werd gedood. De fatale explosie en de verwondingen van de 29-jarige J.Z. werden vandaag uitgebreid besproken tijdens het grote proces tegen zes vermeende leden van de criminele organisatie van het slachtoffer.
Alles wijst erop dat één van de verdachten, de 25-jarige Utrechter H.O., erbij was toen de explosie in het bedrijfspand aan de Californiëdreef plaatsvond. Hij raakte die nacht zelf ook gewond, maar bleef in de rechtbank ontkennen dat hij iets met de voorbereiding van plofkraken en de fatale explosie te maken had. Zijn advocaat vroeg om vrijspraak.
De officier van justitie bestempelde de verklaringen van H.O. als ongeloofwaardig en leugenachtig. Zij vroeg de rechtbank om hem te veroordelen tot drie jaar gevangenisstraf. Tegen de vijf andere verdachten werden vorige week al straffen tot zes jaar cel geëist.

Oefening en instructie

In de ruimte waar de explosie plaatsvond oefende de overleden J.Z. met anderen in het openen van geldautomaten, onder meer met behulp van zelfgemaakte explosieven. Die automaten van een lastig te kraken type werden speciaal daarvoor in Duitsland besteld. Leider J.Z. gaf gedetailleerd uitleg en maakte ook instructiefilmpjes.
Dat H.O. daarbij betrokken was, blijkt volgens het OM uit opnames van de vele uren dat de politie de verdachten in het pand afluisterde en observeerde. Ze spraken voortdurend over het kraken van geldautomaten en er waren ook geluiden van werkzaamheden en knallen te horen. Van de handelingen voor het openen van de automaten werden ook instructiefilmpjes gemaakt.

Chillen

H.O. nam de automaten die bij het pand werden bezorgd in ontvangst. Ook haalde hij in opdracht van J.Z. twee automaten op bij de leverancier in Oldenzaal. Het pand was van een familielid van hem en hij was er naar eigen zeggen vaak, omdat zijn auto-ambulance er stond geparkeerd. In afwachting van bergingsklussen, zat hij vaak in de chill-ruimte in het pand.
Na de dodelijke ontploffing vond de politie in verschillende ruimtes in het gebouw spullen die gebruikt worden bij het plegen van plofkraken. Ook in de chill-ruimte, die grensde aan de ruimte met pinautomaten lagen explosieven, grondstoffen en kabels.

Gruwelijke verwondingen

In de rechtbank werden de gruwelijke verwondingen beschreven die J.Z. fataal werden. Daaruit bleek dat zij door een zwaar explosief werden veroorzaakt. Door de enorme klap vlogen ook metalen scherven van een pinautomaat waar hij mee bezig was in het rond. In de betonnen vloer was een trechtervormig gat geslagen en plafondplaten in de ruimte waren losgeschoten.
Waardoor het precies misging is volgens het OM niet te zeggen, mogelijk had Z. niet door dat hij met een zogenaamde pizzaschuif met explosieven bezig was, in plaats van met een oefendummy.

Ontkenning

H.O. was naast het slachtoffer de enige aanwezige in het pand. Hij zegt dat hij niets met de ontploffing te maken had en daar alleen was, omdat J.Z. zijn sleutels was kwijtgeraakt. Na de ontploffing sleepte hij het slachtoffer de ruimte uit en zou hij nog hebben geprobeerd hem te reanimeren. Daarna zou hij in shock het pand hebben verlaten om bij familieleden hulp te vragen.
Toen hij een kwartier later met anderen terugkeerde naar het bedrijfspand, belden medewerkers van een naastgelegen taxibedrijf de hulpdiensten, omdat ze hoorden dat er iemand gewond was geraakt.

Ongeloofwaardig en leugenachtig

H.O. zegt dat hij in een andere ruimte was toen de explosie plaatsvond. Maar volgens de officier van justitie kunnen zijn verwondingen alleen door de explosie zijn veroorzaakt. Er was een gat in zijn schoen geslagen, waardoor het bloed naar buiten stroomde en had hij een snee in zijn borst. Ook waren bloedspetters van hem op een kartonnen doos vlakbij de plaats van de explosie gevonden.
Het OM denkt dat de verdachte bij zijn terugkomst in het bedrijfspand iets bij het slachtoffer heeft weggehaald en tussen zijn broekband heeft gestopt, vermoedelijk diens telefoon. Op de onderbroek van O. werd later DNA van het slachtoffer gevonden.

Onvoldoende bewijs?

De advocaat van de verdachte benadrukte in zijn pleidooi de lange periode, 14 maanden, waarin zijn cliënt in voorarrest heeft gezeten. Ondanks herhaaldelijke verzoeken kreeg hij in de gevangenis geen psychische hulp voor de traumatische gevolgen van de explosie op 5 september 2020. Hij heeft daar nog altijd veel last van, vertelde hij de rechtbank.
Volgens zijn advocaat vormen de opnames en observaties van de politie onvoldoende bewijs tegen zijn cliënt. Die zou niets te maken hebben met de plofkraken. Hij zou de leider van de groep slechts oppervlakkig hebben gekend. En verder zou hij uit nieuwsgierigheid slechts een enkele keer hebben rondgekeken in de ruimte met pinautomaten.

Herkenning

Maar volgens het OM gingen de twee intensief met elkaar om en hebben ze ook samen een voorverkenning bij een bank in Duitsland uitgevoerd. Ook met een andere verdachte uit de groep is H.O. regelmatig gezien in en buiten het bedrijfspand. Op de opnames wordt hij meerdere keren bij zijn naam aangesproken en worden ook zijn stem en de ringtone van zijn telefoon herkend.
Verder lagen in de ruimte met pinautomaten meerdere sigarettenpeuken met het DNA van H.O. en zaten zijn vingerafdrukken op de deur van een ruimte waar nog meer pinautomaten stonden. Volgens de verdachte werd er in het pand niet goed schoongemaakt en dateren die sporen van voor de overleden J.Z. die ruimtes in gebruik nam.
Vanwege de omvang van het onderzoek neemt de rechtbank extra lang de tijd voor de vonnissen tegen alle verdachten. De uitspraak staat gepland op 31 maart. De verdachten moeten daarbij dan aanwezig zijn. De officier van justitie eist dat ze gelijk gevangen worden gezet als de rechtbank hen schuldig verklaard.