Utrecht wil lange wachtlijst voor huishoudelijke hulp terugdringen, maar inkomenseis gaat te ver

© ANP
Utrecht - De gemeente Utrecht wil met een reeks aan maatregelen de wachtlijst voor huishoudelijke hulp verkorten. Maar een inkomenseis stellen zoals op dit moment IJsselstein en Leusden gebeurt, wil de gemeente niet.
Utrechters die niet langer zelf het huishouden kunnen doen, kunnen nu een beroep doen op de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo). Voor een vast bedrag van 19 euro per maand krijgen ze dan hulp bij bijvoorbeeld het schoonmaken of de was.

Er zijn nog 550 wachtenden voor u

Net als in veel andere gemeenten loopt de wachtlijst voor deze hulp steeds verder op. “We hebben op dit moment 550 wachtenden die op de wachtlijst staan”, zegt verantwoordelijk wethouder Linda Voortman. “Die wachten gemiddeld tussen de 5 en 11 maanden.”
Veel te lang, erkent de wethouder. Ze ziet drie oorzaken voor de groei van het probleem. “Het komt door de vergrijzing, door het personeelstekort en ook door het abonnementstarief.” Actie is nu geboden om te voorkomen dat de wachtlijsten verder oplopen. “We moeten stevige maatregelen nemen”, zegt Voortman.
In een brief aan de gemeenteraad staat een lange lijst die moeten zorgen voor verlichting. Veel van die maatregelen moeten linksom of rechtsom het personeelstekort aanpakken. Sommige maatregelen zijn klein. Zo hoeven nieuwe medewerkers de kosten voor het aanvragen van een VOG (Verklaring Omtrent Gedrag) niet meer zelf te dragen.

Zelf de was doen

Andere maatregelen vragen wat meer werk. Zo wil Utrecht bekijken of de ‘huidige indicaties waar mogelijk kunnen worden afgeschaald’, zo staat te lezen in de lijst met maatregelen. Of eenvoudiger gezegd: de gemeente ziet in de praktijk dat sommige mensen nu meer uren huishoudelijke hulp krijgen dan strikt nodig is.
“We zien nu bijvoorbeeld dat mensen een indicatie hebben om geholpen te worden met het wassen van kleding. Maar dan doen ze dat in de praktijk nu zelf en nemen ze de hulp mee om boodschappen te doen.” Door hier de ‘lucht’ uit te halen, kunnen de wachtlijsten korter worden, redeneert de gemeente.

Loon wordt niet verhoogd

Een andere oplossing is door de gemeente afgeschoten. Het minimumloon voor de huishoudelijke hulpen gaat niet omhoog naar 14 euro. Utrecht heeft nu al een flink tekort in het Wmo-budget. Net als veel gemeenten, klaagt Utrecht al langer dat er voor dit budget veel te weinig geld van het Rijk komt.
Het loon verhogen naar 14 euro zou de gemeente dan ook zelf minimaal 575.000 euro per jaar kosten. “Ik moet het gewoon zeggen zoals het is: ik heb die ruimte niet”, zegt Voortman.
Dat heeft ook te maken met het bedrag van 19 euro per maand dat nu iedereen moet betalen die van de zorg gebruik wil maken. Dat bedrag is niet gekoppeld aan het inkomen. Iemand die veel verdient, betaalt dus nog altijd dat relatief lage bedrag.
Oneerlijk, vonden ze in Leusden en IJsselstein. Daar moeten inwoners met een hoog inkomen nu zelf hun zorg regelen. Voortman heeft die optie in Utrecht ook laten onderzoeken, maar concludeert dat ze zo ver niet wil gaan.
Ze stelt dat de inkomenstoets daarmee dan ook een onderdeel wordt van het toegangsproces. Dat geeft meer rompslomp, waardoor de wachttijd nog verder op zou lopen. Ook zouden mensen die wel zorg nodig hebben kunnen worden afgeschrikt. En bovendien zouden ook mensen met een hoog inkomen spoedzorg nodig kunnen hebben.

‘Stevig beroep op mensen’

Voortman wil wel kijken naar prioriteren op inkomen. Op dit moment wordt voor de volgorde op de wachtlijst vooral gekeken naar mensen die spoedzorg nodig hebben en mensen die dreigen te vervuilen. Het inkomen zou daarna dan ook gevolgen kunnen hebben voor de plaats op de wachtlijst. “Maar ook aan die methode zitten weer nadelen”, zegt Voortman.
Daarom hoopt ze het meest nog op de eigen verantwoordelijkheid van mensen. Sinds het abonnementstarief van 19 euro in 2019 werd ingevoerd, steeg de zorgaanvraag namelijk behoorlijk. Maar mensen met een goed inkomen, nemen daardoor nu wel een plekje in beslag van mensen die het financieel minder breed hebben.
“Wij gaan nu echt een stevig beroep op mensen doen”, zegt Voortman. “Als je het zelf kunt organiseren: doe dat dan ook. Want op jouw plek kan weer iemand anders komen.”
Maar zullen mensen die nu goedkope hulp hebben daar wel vanaf willen zien? “Ik denk niet dat mensen dat leuk gaan vinden”, erkent Voortman. “Maar het is wel zo eerlijk. Denk ook even aan anderen die op de wachtlijst staan. Vanuit die gedachte doe ik een beroep op mensen.”