Medicijntekort ook in 2023 een bittere pil: 'Het is gewoon onethisch'

© Pixabay
Utrecht - Ritalin, Clobazam en Oxytocine: voor velen zijn het essentiële medicijnen waar ook in 2023 nog steeds een enorm tekort aan is. Bovendien zijn het lang niet de enige geneesmiddelen die nog maar amper verkrijgbaar zijn. In 2022 meldde de apothekersorganisatie KNMP maar liefst 1514 medicijntekorten in Nederland. Apothekers en distributeurs in de provincie zitten daarom met hun handen in het haar. "Januari zou normaal gesproken een rustige maand moeten zijn, maar de drukte neemt maar niet af", vertelt apotheker Evelyn Ruiter uit Baarn.
Even verderop, in Hoogland, loopt het ook storm in de apotheek op de vrijdagochtend. Zodra de volgende patiënt aan de balie komt voor zijn epilepsiemedicatie, krijgt hij al snel de volgende drie woorden te horen: op, uitverkocht, weg. Wat doe je dan? Volgens de apotheker, Elien Peterse, lopen de landelijke medicijntekorten steeds verder op en dat ziet ze duidelijk terug in haar eigen farmacie: "Als we drie patiënten met een tekort per dag hebben, dan is het nog wel een leuke uitdaging. Nu zijn het er bijna 150. Dan wordt het gewoon te ingewikkeld."
"Als je kind epilepsie heeft en zijn medicijnen zijn er niet... Ja, dan raak je lichtelijk in paniek", schetst Laura Mrabet van belangenorganisatie EpilepsieNL. Ook Mrabet ziet een grote toename van het aantal medicijntekortmeldingen. En dat terwijl de stichting in principe helemaal geen meldpunt is. "Dus zijn we nog maar het topje van de ijsberg", vertelt ze. "Ik kan patiënten alleen maar adviseren om op z'n minst een maandje voorraad te hebben, dan kunnen apothekers misschien nog wat. Maar je hoort me al: eventueel, misschien. De kans op tekorten wordt alleen maar groter."

Niet alleen patiënten de dupe

Patiënten en hun familie zijn bovendien niet de enige slachtoffers van de medicijntekorten. "Omdat er geen normale antibiotica meer is, moeten we nu vaker reserveantibiotica inzetten", vertelt apotheker Peterse. Vaak is die reserveantibiotica zwaarder geschut dan normale antibiotica en dat zorgt voor een grotere kans op bacteriële resistentie. Dat betekent dat ziektemakers niet meer reageren op normale antibiotica, omdat ze na verloop van tijd bestand raken tegen de middelen. Nu is de resistentiegraad nog laag in Nederland, maar dat kan dus veranderen. "Maar goed," vervolgt Peterse, "je kunt moeilijk zeggen: 'Ga maar weer naar huis met die wond.' Mensen hebben toch wat nodig."
Normaal gesproken is een recept wel met een dagje klaar in de apotheek van Hoogland, maar dat is tegenwoordig heel anders. "We zijn dagen bezig met zoeken naar alternatieve geneesmiddelen voor de patiënten. Een arts maakt een hele bewuste keuze voor een bepaald geneesmiddel, weloverwogen. Maar dan is het middel er ineens niet, wat dan? Dan kan je de patiënt niet met lege handen naar huis sturen. Je moet dus zoeken naar een alternatief en daar ben je heel erg druk mee."

Extra groot probleem voor Nederland

In 2021 meldde de KNMP nog 1007 medicijntekorten, in 2022 liep dat op tot 1514 tekorten. Een toename van ongeveer 50 procent dus. "Door productie- én distributieproblemen heeft dit kunnen gebeuren", vertelt Kim Assink van geneesmiddelendistributeur Brocacef. Bijna alle medicatie in Nederland komt uit China en India. De systemen zijn daar uiterst efficiënt ingericht. Handig, maar alleen als alles goed blijft werken. Zodra er één radertje in de machine stopt, is dat gelijk te merken bij de distributeur en in de apotheek. Het internationale bedrijf met zijn hoofdkantoor in Maarssen ziet daarom nog geen licht aan het einde van tunnel. "We weten niet wanneer de tekorten zijn opgelost, voorlopig hebben we er nog wel mee te maken."
Dat is de verklaring van het wereldwijde tekort, maar vooral in Nederland blijkt de situatie extra schrijnend. "Een grote reden is dat we als land een hele lage vraagprijs voor medicijnen hanteren", legt Peterse uit. Zorgverzekeraars kopen sinds 2008 zelf medicatie in, maar tegenwoordig hebben ze er maar weinig voor over. Daarom kiezen geneesmiddelenproducenten tegenwoordig vaker voor buurlanden, die zijn bereid om meer neer te leggen voor hetzelfde middel. "Ze willen dus gewoon niet leveren", voegt ze toe.
Zorgverzekeraars hebben het sinds 2008 voor het zeggen als het aankomt op de medicatie-inkopen. Op de wereldmarkt zoeken ze naar de beste deals met fabrikanten. Dat ging lang goed: medicatieprijzen werden steeds lager door de onderlinge concurrentie tussen de verzekeraars en dat was weer voordelig voor de premie van verzekerden. "Maar na een tijdje is de bodem bereikt", zegt Peterse. "Als de prijzen té laag worden, is het niet meer interessant voor een fabrikant om geneesmiddelen te leveren. Bovendien betalen ze veel geld om hun registratie te behouden op de Nederlandse markt. Als het dan meer kost dan dat het oplevert, dan ga je logischerwijs weg. Het gaat nu om geneesmiddelen die nog geen euro kosten per dertig tabletjes, dat is heel goedkoop. De situatie is onethisch."

Wanneer spreken we van een 'geneesmiddelentekort' en wat missen we dan?

De Koninklijke Nederlandse Maatschappij ter bevordering der Pharmacie, de KNMP dus, houdt als enige instantie in Nederland al negentien jaar statistieken over geneesmiddelentekorten bij. De instantie spreekt van een tekort zodra een geneesmiddel landelijk niet beschikbaar is voor een periode van minstens veertien dagen.

Deze medicijnen werden in 2022 vooral gemist, volgens KNMP:

- Methylfenidaat, een medicijn tegen ADHD en narcolepsie.
- Benzbromaron, een medicijn tegen jicht.
- Oxytocine, een injectievloeistof die voor, tijdens en na bevallingen gebruikt wordt.
- Clobazam, een medicijn tegen angst en epilepsie.
- Chlooramfenical, een medicijn dat vaak in de vorm van zalf of druppels wordt gebruikt tegen ooginfecties.

IJzeren voorraden en te weinig betalen

Van een wereldwijde oplossing voor het geneesmiddelentekort is nog geen sprake, maar een oplossing op landelijk niveau is al wel van kracht. Sinds 1 januari moeten (groot)handelaren een zogenoemde 'ijzeren voorraad' aangelegd hebben. Daarmee kunnen eventuele tekorten voor een periode van zes weken overbrugd worden. Maar omdat de regel pas net is ingegaan, wordt er nog niet op gecontroleerd. Een garantie op geen tekorten is er dus nog niet en dat is te merken in de apotheken.
Als het aan Peterse ligt, moet er gekeken worden naar de zorgverzekeraars én de overheid. "Het is belangrijk dat Nederland aantrekkelijk blijft voor de geneesmiddelenmarkt. Een fabrikant is geen liefdadigheidsinstelling, ook als we vinden dat dat wel zo zou moeten zijn", vertelt Peterse. Daarom zouden zorgverzekeraars simpelweg meer moeten bieden voor geneesmiddelen. Maar daar is beleid van de overheid voor nodig, want zelf gaan ze het niet doen, denkt Peterse. "Ik denk dat het begint bij het besef dat de prijzen te laag zijn. Het kost de maatschappij nu meer dan dat we twee euro voor die doosjes gaan bieden, in plaats van één euro."