Voorrang statushouders bij toewijzing sociale huurwoning in Utrecht geen discriminatie

Utrecht - Er is geen sprake van discriminatie geweest toen de gemeente Utrecht deze zomer zes weken lang sociale huurwoningen aan alleen statushouders toewees. Dat oordeelde het College voor de Rechten van de Mens vandaag. Wel is er een indirect onderscheid gemaakt op basis van ras maar dat was in dit geval toegestaan, zo luidt het oordeel.
De gemeente riep de zogenaamde versnellingsprocedure in het leven om een steentje bij te dragen aan het verhelpen van de vastgelopen asielketen. Door een tekort aan sociale huurwoningen blijven statushouders te lang in asielzoekerscentra, dat zorgde voor lange wachtrijen in Ter Apel waar asielzoekers zelfs buiten moesten slapen.
Normaal gaat zo'n 70 procent van de vrijgekomen woningen naar mensen die op de wachtlijst staan, en 30 procent naar bijzondere en kwetsbare doelgroepen zoals statushouders.
De maatregel kwam de gemeente op veel kritiek te staan, met name van mensen die al jarenlang op een woning wachten. Zo kwamen bij het Mensenrechtencollege meldingen binnen dat de procedure oneerlijk zou zijn: "Ik vind het discriminerend dat asielzoekers voorrang krijgen in de gemeente Utrecht bij het huren van sociale huurwoningen en Nederlanders jaren moeten wachten", luidde één van die meldingen.
Onderscheid op grond van ras
Om te weten of de regel inderdaad discriminerend was, vroeg de gemeente zelf een procedure aan bij het Mensenrechtencollege. Doordat de sociale huurwoningen gedurende de zes weken voornamelijk naar mensen gingen van een niet-Nederlandse komaf, en zij voorrang kregen op mensen van Nederlandse komaf, is er volgens het Mensenrechtencollege een indirect onderscheid gemaakt op grond van ras.
Maar dat is in sommige gevallen toegestaan: "Namelijk wanneer er sprake is van een legitiem doel voor het onderscheid en wanneer de maatregelen passend en noodzakelijk zijn. Het doel is dan belangrijk genoeg om het onderscheid wel te mogen maken. En de maatregelen hebben in hoge mate bijgedragen aan het behalen van het doel."
Daarnaast benadrukt het Mensenrechtencollege dat de maatregel zorgvuldig tot stand is gekomen omdat de gemeente rekening hield met het aantal statushouders en de verwachte vrijkomende woningen: "Zo snel het doel bereikt was, heeft de gemeente de maatregel beëindigd."
Bovendien werd er tijdens de procedure rekening gehouden met mensen in een noodsituatie. Zij konden alsnog een sociale huurwoning krijgen, stelt het Mensenrechtencollege.