Wen er maar aan, de meeuw blijft hier

Zilvermeeuwen, kleine mantelmeeuwen, en kokmeeuwen langs het Amsterdams-Rijnkanaal
Zilvermeeuwen, kleine mantelmeeuwen, en kokmeeuwen langs het Amsterdams-Rijnkanaal © RTV Utrecht/Nathalie Ringrose
Utrecht - Vogelaar en presentator van het natuurprogramma Natuurlijk Zoëy, Eddy Zoëy, loopt met meeuwenexpert Roland-Jan Buijs langs het Amsterdams Rijnkanaal In Utrecht. Deze plek in de stad staat bekend als de meeuwenboulevard. De meeuw kan een lastpost zijn maar het is ook een leuke en interessante vogel. We zien ze steeds vaker in de stad broedend op de daken of snackend langs het water.

Lastig

Eddy: “Meeuwen komen de laatste jaren steeds meer in het nieuws, maar dan wel op een negatieve manier. Dat heeft te maken met de overlast die ze de mensen wel ‘ns kunnen geven. Broedende paren op daken poepen en beschermende meeuwenouders krijsen de buurt bij elkaar.” “Ja, ze gebruiken hun roepert en hun poepert", zegt Roland-Jan vrolijk.

Koptelefoontje

“Ik vind meeuwen ook lastige vogels", zegt Eddy. “Maar dat heeft niet met hun roepert en poepert te maken. Ze zijn zo ontzettend lastig te herkennen. Zelfs voor een geoefende vogelaar zoals ik zijn de soorten heel moeilijk uit elkaar te houden. Je hebt bijvoorbeeld de kleine en de grote mantelmeeuw. Dat is al moeilijk te herkennen. Maar je hebt ook nog eens te maken met verschillende verenkleden al naar gelang de leeftijd van de meeuw. En dan is er ook nog een verschil in zomer en winterkleed. Een jonge kokmeeuw in de zomer heeft een zwarte kop maar van die zwarte kop zijn in de winter nog maar twee zwarte vlekken over. Hij lijkt dan een soort koptelefoontje op zijn hoofd te hebben. Het is om gek van te worden, al die kleine verschillen.”
En er is dus niet maar een soort meeuw en er bestaat ook niet zoiets als de zeemeeuw. “Je hebt hier in Utrecht bijvoorbeeld al de kleine mantelmeeuw, zilvermeeuw, kokmeeuw en stormmeeuw. En heel soms zie ik hier ook de bijzondere soorten zoals de pontische meeuw, geelpootmeeuw en de burgemeester”, zegt Roland-Jan. En van die laatste soort heb je de kleine burgemeester en grote burgemeester. Eddy: "De burgemeester is voor mij wel de holy grail onder de meeuwen hoor."
Een kokmeeuw in winterkleed lijkt een soort koptelefoontje op te hebben.
Een kokmeeuw in winterkleed lijkt een soort koptelefoontje op te hebben. © RTV Utrecht/Nathalie Ringrose
Maar waarom zijn er steeds meer meeuwen in de stad? Meeuwen die van nature meer bij kustgebieden verblijven vertrekken vanuit de duinen en havengebieden richting het oosten omdat er steeds meer vossen zijn die hun broedsels op eten. Dus trekken ze naar de steden waar ze broeden op daken waar de rovers niet kunnen komen. Maar waarom broeden de meeuwen zo graag op onze daken, kun je je afvragen. “De meeuw ziet onze gebouwen als een natuurlijke habitat, zoals rotsen en kliffen" vertelt Roland-Jan. “Bovendien weten ze waar ze wat kunnen halen. Hier langs het kanaal zijn er best wat mensen die elke dag brood voeren, en in de landerijen rondom de stad eten ze Amerikaanse rivierkreeften, regenwormen en muizen. Ze weten dat precies te vinden.”
Vaak zijn ze wel even in de war als de klok verandert van winter- naar zomertijd, dan zijn ze een uur te vroeg of te laat.
Ze gebruiken hun roepert en hun poepert, de meeuw rukt steeds meer op richting stad.

Buffet

Een ander deel van Utrecht op een terrein op Lage weide bij een vuiloverslagbedrijf lijkt ook een favoriete plek te zijn van meeuwen. “Meeuwen zijn net mensen. Ze houden van snacken. Als ze de snackbar eenmaal weten te vinden dan blijf je ze daar zien. Die vuilnishopen hier zijn een soort buffet voor ze. Ze zijn ook erg slim want ze weten precies wanneer het weekend is en er hier niet gewerkt wordt en er dus ook geen buffet is. Op zondags zijn ze dus niet hier. Vaak zijn ze wel even in de war als de klok verandert van winter naar zomer tijd dan zijn ze een uur te vroeg of te laat.
In Kanaleneieland langs het water is het een waar meeuwen walhalla..
In Kanaleneieland langs het water is het een waar meeuwen walhalla.. © RTV Utrecht
De liefde voor deze vogels is groot bij Roland –Jan. Hij spreekt over ‘zijn meeuwen': “Er is een meeuw die elke dag vanaf Zeeland naar Lage Weide in Utrecht vliegt, hij broedt op Neeltje Jans, het is een kleine mantelmeeuw en hij is nu naar Afrika en in het voorjaar zie ik hem weer hier.” De fascinatie voor meeuwen is al vroeg begonnen bij Roland-Jan: “Toen ik een jaar of 12 was vond ik in Harlingen een meeuw met een ring en die bleek 14 jaar ervoor in Hilversum te zijn geringd. Later ben ik met een telescoop meer ringen gaan aflezen. Blijkt dat die beestjes behoorlijk autistisch zijn. Ze vliegen continu naar dezelfde plek terug als ze het daar goed hebben. Ze worden met gemak wel 25 jaar oud!”

Flessenpost

Roland-Jan is ook elk jaar meeuwenkuikens aan het ringen. Dat ringen “ is net een soort flessenpost. Het is altijd leuk om op ringen te letten. Die geven ons informatie over de herkomst, leeftijd, plaatstrouw en trekgedrag en dus is het erg waardevol om de ringen proberen af te lezen en door te geven. Bovendien zorgt een ring ervoor dat een vogel individueel herkenbaar wordt en je hem dus kunt volgen.
Roland-Jan snapt dat er vogels zijn die voor overlast kunnen zorgen en hij wordt vaak om advies gevraagd door gemeenten. Zo zouden bedrijventerreinen geoptimaliseerd kunnen worden voor dakbroeders zodat er minder vogels in de woonwijken gaan broeden. Roland-Jan: “We moeten er aan wennen dat het een nieuwe stadsbewoner is. Net als dat de merel in de tuin is gaan broeden en van een bosvogel een tuinvogel werd. Zo gaan we ook meemaken dat de meeuw steeds meer in het stadsbeeld gaat verschijnen. We willen wel meer zicht krijgen op waar de dak broedende meeuwen nou allemaal zitten. Vandaar ook een oproep aan iedereen: Geef je meldingen door aan Sovon