OM eist ruim 3 maanden cel- en taakstraf tegen 19-jarige ‘justitievermoeide’ Grindr-rover

Utrecht - Alhoewel hij er voor de derde keer niet bij was, was het vanochtend wel scheepsrecht voor de 19-jarige jongen uit het Limburgse Brunssum die vorig jaar twee ‘dates’ in Zeist via de homo-datingapp Grindr zou hebben bedreigd met een kapmes. Na twee geschrapte zittingen, eiste het OM vandaag 93 dagen jeugddetentie en 200 uur taakstraf tegen de tiener. “Dit soort feiten zijn zeer traumatiserend en hebben een enorme impact”, zei de officier van justitie.
Met een vuurrood gezicht neemt een van de slachtoffers van J.O. trillend plaats in zijn stoel. Terwijl hij zenuwachtig op een kauwgompje kauwt, wacht hij tot de officier van justitie en de rechters de zaak starten. Toch blijft na lang wachten de stoel van de verdachte leeg. Zijn advocaat hoopt dat de zaak voor de derde keer aangehouden kan worden, maar daar denkt de rechter na een korte onderbreking anders over: “Met een verdachte die er niet is, valt niets te bespreken.”
Het OM verdenkt de 19-jarige J.O. ervan dat hij vorig jaar tot twee keer toe mannen heeft beroofd door met ze af te spreken via Grindr. Hij zou ze naar een afgelegen locatie hebben gelokt, om ze vervolgens onopvallend te bedreigen met een kapmes. De mannen moesten vervolgens hun telefoons, geld en portemonnees afstaan. Ook moesten ze gedwongen pinnen en de inloggegevens van hun bankaccounts vrijgeven.

Pinnen in Utrecht

De kapmes-roven begonnen vorig jaar juli in Zeist. Het eerste slachtoffer dacht toen een leuk afspraakje te hebben, maar dat bleek al snel een illusie te zijn toen zijn date een kapmes bij zich droeg. Hij eiste zijn telefoon, pinpas en bankgegevens op. “Ik vraag me elke dag af waarom het mij overkomen is", stottert het slachtoffer terwijl hij gespannen verder kauwt.
Na de beroving, waarbij J.O. veertig euro en de telefoon van het slachtoffer buit zou hebben gemaakt, was het drie dagen later weer raak in Zeist. Volgens het politierapport sprak J.O. 's avonds met zijn tweede slachtoffer af op een afgelegen veldje, maar dit keer was hij niet alleen. “Op het Bisonveld treft het slachtoffer niet alleen zijn date, maar ook twee andere mannen. Een van hen toont een groot kapmes”, vertelt de officier van justitie.
Nadat het slachtoffer zijn telefoon en pincode gegeven had, werd hij naar zijn auto getrokken. Er werd een portemonnee uit het voertuig gehaald, maar daar zat geen geld in. Daarom besloten J.O. en een van de mannen om een eindje te gaan rijden met hun 'date'. Terwijl het slachtoffer gedwongen werd om achter het stuur te kruipen, zou J.O. op de achterbank zijn geklommen met het kapmes in zijn hand. Zijn partner nam voorin plaats.
Het slachtoffer durfde alleen te seinen met zijn ogen
Officier van justitie
Het stel wilde naar Utrecht rijden om daar vervolgens geld te pinnen op meerdere plekken, maar aan dat idee kwam snel een einde toen de auto aangehouden werd tijdens een politiecontrole. “Het slachtoffer durfde alleen te seinen met zijn ogen”, beschrijft de officier van justitie in de doodstille rechtszaal. Maar aan lichamelijke signalen had de politieagent die de controle uitvoerde geen boodschap. Ondertussen schoof J.O. volgens het OM het kapmes onder de mat van de achterbank. “Ik vind het niet gek dat het slachtoffer niks durfde te zeggen. Maar daardoor konden zo door naar Utrecht rijden om geld te pinnen.” Pas na de beroving deed het slachtoffer telefonisch aangifte.
"Omdat de reclassering mogelijkheden ziet voor pedagogische beïnvloeding, adviseren zij toepassing van het jeugdstrafrecht. Alhoewel ik er mee worstel dat hij er niet is, sluit ik me daar wel bij aan", aldus de openbare aanklager. Alhoewel J.O. 19 is, en dus volwassen, kan hij dankzij de wetgeving alsnog veroordeeld worden via het jeugdstrafrecht. In sommige gevallen mag dat, zodat er rekening gehouden kan worden met de ontwikkelingsmogelijkheden van de dader.

'Geen vuiltje aan de lucht'

Het is niet voor het eerst dat J.O. in aanraking komt met justitie. In februari van dit jaar werd hij nog veroordeeld voor diefstal en geweld. Toch denkt de reclassering dat hij nu op het goede pad is. "Het is een jeugdige jongen", zegt de reclasseringsbegeleider via een internetverbinding.
"Hij woont sinds kort weer bij zijn ouders, hij heeft zijn rijbewijs gehaald en hij heeft een baan gevonden. Je kunt bijna zeggen dat er geen vuiltje meer aan de lucht is, maar over het delict wil hij niks zeggen", geeft de reclasseringsbegeleider toe. "Hij zegt er niks mee te maken willen hebben, maar ik zei dat het beter is om zijn verhaal te komen doen in de rechtbank. Wat ik een beetje zie is dat hij moe is van politie, justitie en hulpverlening." J.O. ontkent overigens ook maar iets te maken te hebben met de delicten.
Alhoewel het de derde keer is, kan de reclasseringsbegeleider wel verklaren waarom J.O. niet op is komen dagen vandaag. "Hij is van een jongetje een man aan het worden, het is een conflict wat vrij normaal is in die leeftijd denk ik", klinkt het vanuit de televisie. Volgens de reclasseringsbegeleider lijkt alles nu goed te gaan met J.O.: "Zijn moeder beheert zijn financiën en lost zijn schulden af. Verder komt hij als zijn afspraken na en is hij best volwassen bezig. Het enige wat niet bespreekbaar is, is het gebruik van zijn jointjes. Daar maken zijn ouders zich toch wel zorgen om."
Toch denkt het aanwezige slachtoffer anders over de verklaring van de reclasseringsbegeleider: "Ik hoor zijn leeftijd, maar dat vind ik geen reden om dit soort dingen te doen. Ik was al 16 toen ik ging werken." Slachtofferhulp vult aan: "De overval heeft hem echt ontzettend angstig laten voelen. Hij heeft in het begin geprobeerd om door te blijven gaan met zijn leven, maar dat ging gewoon niet."

'Wettig, maar niet overtuigend'

De stoel van de verdachte is leeg, maar zijn advocaat wil wel een goed woordje voor hem doen. "Ik kan me goed voorstellen dat het wat met je doet, als dit je overkomt. Maar wij moeten het doen met het dossier en dat blinkt wettig uit, maar niet overtuigend.". Zo blijkt uit het politierapport dat er niet voldoende bewijs is voor J.O.'s betrokkenheid bij de roofovervallen, volgens de advocaat. Hij begint bij het eerste incident: "Het enige dat we hebben is een foto die de pinautomaat gemaakt heeft terwijl er gepind werd. Er zijn alleen korte nagelbedden te zien en vanuit dat kenmerk is er een connectie naar mijn cliënt gemaakt. Ik vind niet dat dat kan."
Ook het delict dat een paar dagen later plaatsvond, waarbij J.O. zijn 'date' zou dwingen om rond te rijden door Utrecht, is volgens de advocaat niet te bewijzen. "Het slachtoffer is tijdens de stop op vier meter afstand van zijn auto ondervraagd. Toen had hij aan de bel moeten trekken, maar dat deed hij niet. Hij verklaart dat hij met z'n ogen probeerde te seinen, maar hij had gewoon kunnen spreken en dat heeft hij niet gedaan. Bovendien is er geen machete gevonden." Volgens de advocaat bleek er zelfs een jolige sfeer in de auto te zijn, in plaats van een gespannen sfeer: "De partijen gingen zonder geweld uit elkaar en het slachtoffer verklaarde ook nog eens dat hij een jointje gerookt had met de 'daders'. Hij had dus drugs gebruikt én hij belde later pas de politie. Dat past niet bij het beeld van een slachtoffer van een ernstig strafbaar feit."
Op 20 december doet de rechtbank uitspraak. "Als hij niet wordt vrijgesproken, moet de rechtbank zich buigen over een goede strafmaat. Ik hoor van de officier van justitie dat het jeugdstrafrecht gebruikt moet worden, ik verzoek de rechtbank om dat dan ook te doen", sluit de advocaat af.