Verdachte van overval snackbar Antalya houdt onschuld vol, OM eist zware straf ondanks 'dun bewijs'

© Michiel van Beers
Utrecht - Een jonge Utrechter die ervan verdacht wordt dat hij afgelopen voorjaar een gewapende overval pleegde op de Utrechtse snackbar Antalya, houdt consequent vol dat hij er "door anderen is ingeluisd." Desondanks eist de officier van justitie 3 jaar en 8 maanden gevangenisstraf. Volgens zijn advocaat is er enkel flinterdun bewijs tegen zijn cliënt en liegt de belangrijkste getuige. Hij vroeg de rechter om vrijspraak van alle verdenkingen.
"Ik vind het zwaar onterecht, nog steeds. Er wordt iets in mijn schoenen geschoven dat jongens van mijn oude werk waarschijnlijk hebben gedaan", zei de 24-jarige W. vanochtend aan het begin van de zitting in de Utrechtse rechtbank. Volgens zijn advocaat is er werkelijk niets dat hem aan de plaats van de overval linkt.

De overval

Op 12 mei waren de eigenaar en een medewerker kort voor middernacht de zaak aan het opruimen toen er twee in het zwart geklede jongens met mondmaskers binnen liepen. Het waren geen klanten die kort voor sluitingstijd nog even een frietje kwamen halen bij de snackbar aan het Lodewijk Napoleonplantsoen .
De twee joegen de mannen de stuipen op het lijf. "Dit is een een overval. Kassa, kassa", schreeuwden ze terwijl ze dreigend met vuurwapens zwaaiden en een plastic boodschappentas over de toonbank gooiden. De eigenaar kreeg een wapen in zijn nek gedrukt, bij zijn medewerker werd een wapen tegen het hoofd gezet.
Toen de kassa openging graaiden de overvallers de bankbiljetten en munten eruit. Met een schamele 200 euro aan buit renden ze naar buiten. De medewerker ging er achteraan, maar zag niemand. In de verte hoorde hij alleen nog het geluid van piepende autobanden.

Signalement past niet

Een omwonende die gegil hoorde, zag twee jongens wegrennen. Jong, dun, klein en atletisch. Volgens de twee slachtoffers waren beide indringers licht getint, klein en hadden ze een smal postuur. Ze zouden een jaar of 18 zijn geweest. Tijdens de overval zouden ze ook Arabisch met elkaar hebben gesproken.
Het is opmerkelijk dat verdachte W. niet aan het signalement van de daders voldoet. Hij is blank, ouder dan 18 jaar en spreekt geen Arabisch. Er zijn bovendien geen dna-sporen of vingerafdrukken van hem gevonden. Ook is zijn telefoon niet aangestraald bij de snackbar rond het tijdstip van de overval.

Wraak van oude vriend

Verdachte W. kwam een week na de overval bij de politie in beeld. Hij werkte in het Alkmaarse sushi-restaurant van een oude vriend. Het was zijn werkgever die de politie 'snitchte' dat onder zijn personeel het verhaal ging dat W. samen met de 16-jarige oud-medewerker S. een overval had gepleegd.
Met onduidelijke opnamen van gesprekken tussen de medewerkers stapte de werkgever naar de politie. Ook had hij gesprekken met medeverdachte S. opgenomen, die als bewijs moesten dienen. De man is daar meerdere keren bij de politie en de rechtbank over verhoord. Volgens de verdediging zat hij toen te liegen.
Volgens de verdachte schuift zijn oude vriend hem 'uit wraak' de schuld in de schoenen. Een paar weken voor de overval kondigde hij aan dat hij een andere baan had gevonden. Dat was volgens W. een groot probleem voor het restaurant, omdat hij als een soort van bedrijfsleider veel dingen in de zaak regelde.

Leugenachtig

Volgens advocaat Lamers zijn de wisselende verklaringen van de werkgever leugenachtig. In opgenomen gesprekken zou iemand hebben gezegd dat W. de schuld moest krijgen en wordt volgens Lamers de indruk gewekt dat medeverdachte S. voor zijn aandeel betaald krijgt en zich geen zorgen moet maken over de eventuele straf, omdat hij nog minderjarig is. Ook zou de werkgever over zogenoemde 'daderinformatie' hebben beschikt die nog niet door de politie naar buiten was gebracht.
De minderjarige medeverdachte heeft de overval bekend en is onlangs door een andere rechtbank tot jeugddetentie veroordeeld. Maar hij heeft nooit willen zeggen wie de andere dader was. Volgens W. houden zijn oude werkgever en S. ten koste van hem iemand anders de hand boven het hoofd.

Auto gesignaleerd

Voor de officier van justitie zijn de opnames en verklaringen van de werkgever juist zwaarwegend bewijs. Ook zouden er belastende appjes tussen verdachten W. en S. zijn uitgewisseld. Bovendien werd de auto die W. van zijn werkgever in gebruik had anderhalf uur na de overval gesignaleerd op de snelweg naar Alkmaar.
W. zegt dat hij toen in bed lag en dat ook anderen die auto gebruikten. De volgende ochtend zou de auto gewoon weer op zijn plaats hebben gestaan. Maar volgens zijn werkgever was er maar 1 sleutel van de auto. Met die auto zouden W. en S. die avond en nacht samen onderweg zijn geweest, stelt het OM.
De rechtbank moet nu beslissen of de bewijzen hard genoeg zijn om W. te veroordelen tot de zware straf die het OM eist. Hoe het uitpakt, wordt over twee weken duidelijk als de rechtbank uitspraak doet.