Slachtoffers van oplichting spelen voor eigen rechter: 'Ik ga het hier doorzeven, ik kom straks terug met een wapen'

© ANP
Utrecht - Björn en Mo beseften dat ze veel te ver waren gegaan in hun poging om het geld terug te krijgen dat ze aan een oplichter waren kwijtgeraakt. De twee 21-jarige mannen uit De Meern deden geen aangifte bij de politie, maar gingen zelf verhaal halen bij de kennis die hen een flink rendement op een investering in Bitcoins had beloofd. De oplichter bleek niet thuis te zijn; dus richtte de boosheid van de gedupeerden zich op zijn ouders. "Ik ga het hier doorzeven, ik kom straks terug met een wapen", dreigde Björn. Vandaag moest het tweetal zich daarvoor verantwoorden in de Utrechtse rechtbank.

Investering verdubbelen

Zenuwachtig vertelde Björn de rechters dat hij eind februari via Snapchat werd benaderd door een oude kennis die een leuke manier wist om snel geld te verdienen. Samen met zijn vriend Mo spraken ze af met de jonge man, op een parkeerplaats vlakbij diens huis in huis in de Utrechtse wijk Overvecht. Met de handel in Bitcoins kon hij een eventuele investering binnen een week verdubbelen, beweerde hij. Daarbij liet hij volgens Björn bankafschriften en cash-geld zien. "Ik ga je niet oplichten, hier woon ik", voegde de kennis eraan toe om duidelijk te maken dat hij te vertrouwen was.
De twee mannen uit De Meern legden allebei 500 euro in en een week later meldde de kennis dat hun investering "al over de kop was gegaan." Omdat het uitbetalen nog even zou duren, beloofde hij hen een bonus. In plaats van twee keer 1000 euro zouden ze op 7 maart in totaal 2500 euro uitbetaald krijgen. Maar na een afspraak om de investering en de winst uit te betalen kwam hij niet opdagen. Op de 76 telefoontjes en vele appjes van Björn en Mo reageerde hij niet. Toen Björns moeder zich ermee bemoeide, beloofde hij het geld over te maken maar dat gebeurde uiteindelijk weer niet.
Waar is mijn KKR geld? Ik kill jou, ik maak je dood!
Verdachte Mo

Ik maak je dood!

"Ik laat me niet in de maling nemen door een snotjongen. Als je niet betaalt komt er iemand bij je langs", appte de moeder boos. En dat besloten Björn en Mo dan ook te doen. De volgende dag gingen ze naar de flat waar de kennis met zijn ouders woont. Toen ze aanbelden bij de hoofdingang werd er niet opengedaan, zeiden ze. Maar via andere bewoners wisten ze toch binnen te komen. Toen ze bij de woning aanbelden, kwam er geen reactie en dus bonsden ze hard op het keukenraam. Door het geopende raam maakten ze met gebaren en ernstige dreigementen aan de gebrekkig Nederlands sprekende ouders duidelijk dat hun zoon hun 2500 euro schuldig was. De vader zei dat hij dat geld niet zomaar kon geven. Hij zou met zijn zoon praten en ze moesten de volgende dag maar terugkomen voor het geld.
Vooral Mo leek er helemaal klaar mee te zijn. Hij had het geld ook hard nodig, zei hij tegen de rechters. "Waar is mijn KKR geld? Je hebt mijn laatste pap gepakt. Ik kill jou, ik maak je dood!", appte hij naar de kennis. De volgende avond gingen ze in het gezelschap van twee vrienden naar de flat. Ook dit keer werd niet opengedaan en moesten ze op een andere manier binnen zien te komen. Ze sloegen opnieuw op het keukenraam en waren volgens de bewoners enorm agressief. Een getuige zag dat er meerdere mannen voor de woning stonden te schreeuwen en schelden. Meerdere omwonenden hoorden de mannen "ik maak je dood, ik maak je af roepen", en belden de politie.
Ook de moeder van de oplichter wilde de politie bellen, maar haar telefoon zou door Mo uit haar handen zijn gegrist. Toen ze op het balkon de hele buurt bij elkaar schreeuwde om hulp, namen de vier de benen. In het telefoonhoesje van de moeder zat ook haar ID-kaart. Mo vroeg de kennis later of zijn moeder haar telefoon en ID-kaart terug wilde hebben. Hij beweerde dat hij niet degene was geweest die de telefoon had afgepakt, maar hoopte dat de oplichter dan alsnog zou betalen.

Hoog in emotie

In de rechtbank gaven de twee toe dat ze te ver waren gegaan en dat ze bij de politie aangifte van oplichting hadden moeten doen. Van de ernstige bedreigingen die hij zou hebben geuit, herinnerde Björn zich niets meer. Mo beweerde dat hij "hoog in zijn emotie zat" en daarom misschien best wel iets bedreigends had gezegd. Maar woorden als 'doorzeven' of 'doodmaken' zouden niet uit zijn mond zijn gekomen.
Volgens de advocaten van de verdachten wisten de slachtoffers van de bedreigingen heel goed waar hun zoon mee bezig was. Hun cliënten werden op professionele wijze beziggehouden, vonden de advocaten. Er zouden alle eerder groepen opgelichte mensen voor het huis van de kennis hebben gestaan. Diens ouders zouden bij de politie ook hebben gelogen over wat er was gebeurd. Zo beweerden ze dat de vier mannen door het geopende keukenraam het huis waren binnengesprongen, terwijl een ooggetuige daar niets van heeft gezien en de politie ook geen sporen op de stoffige vensterbank aantrof.

Straf of vrijspraak?

De officier van justitie vindt het desondanks een ernstige zaak. Zij hield er wel rekening mee dat het om jonge verdachten gaat, die een kans moeten krijgen om hun leven weer op te pakken. Bovendien zijn ze al enigszins gestraft. Björn heeft al een halfjaar met een enkelband rondgelopen. Tegen hem eist het Openbaar Ministerie drie weken cel, maar die heeft hij al in voorarrest gezeten. Daarnaast eist het OM een taakstraf van 180 uur, de helft daarvan is voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar. Tegen Mo eist de officier ruim drie maanden cel, en die zat hij al in voorarrest. Daar zou, als stok achter de deur, nog een voorwaardelijke celstraf van een maand bij moeten komen, met een proeftijd van twee jaar.
De verdediging vond de milde strafeisen toch nog te zwaar. De advocaten vroegen de rechtbank om hun cliënten grotendeels vrij te spreken. De verklaringen van de aangevers zijn volgens de advocaten ongeloofwaardig. Daarnaast zou van gewelddadige afpersing eigenlijk geen sprake zijn geweest, omdat hun cliënten alleen maar hun eigen geld opeisten. Hoe de rechtbank er over denkt, wordt over twee weken duidelijk bij de uitspraak.
(De namen van de verdachten zijn gefingeerd, maar bij de redactie bekend.)