'Grote verschillen bij opvang vluchtelingen, regio Utrecht heeft meeste plekken voor Oekraïners'
Utrecht - Wie drukt zijn snor en wie pakt zijn verantwoordelijk tijdens de asielcrisis? De Volkskrant zocht voor elke gemeente en elke veiligheidsregio uit wat ze doen aan opvang voor Oekraïners en voor asielzoekers.
De verschillen zijn groot. Zeker zes veiligheidsregio’s voldoen niet aan de opdracht voor de opvang van Oekraïners. Zeven gemeenten doen helemaal niets aan opvang en een totaaloverzicht ontbreekt, blijkt uit het onderzoek.
Van alle veiligheidsregio's heeft Utrecht veruit de meeste Oekraïners opgevangen. Volgens de Volkskrant gaat het om 5.207 gemeentelijke opvangplekken. Na Utrecht volgen Noord-Holland-Noord (3.716) en Midden- en West-Brabant (3.243). In zes regio's zijn minder dan 2.000 Oekraïners opgevangen.
Relatief
Relatief gezien pakken de cijfers anders uit, want de omvang van Veiligheidsregio’s verschilt enorm. Bij een berekening per duizend inwoners staat Utrecht in de middenmoot en staan Drenthe en Het Gooi bovenaan.
Van de gemeenten heeft Amsterdam verreweg de meeste gemeentelijke plekken voor Oekraïners: 2.360. Daarna volgen Den Haag (1.141), Utrecht (1.100), Rotterdam (1.069) en Almere (980).
Per inwonertal vangt Gennep verreweg de meeste Oekraïners op: 450 op een bevolking van circa 26.000. Dit is omgerekend tien keer meer dan Amsterdam. In onze regio worden relatief veel Oekraïners opvangen in Leusden, Woudenberg en Renswoude.
Crisisnoodopvang
Ook de opvangcijfers van asielzoekers zijn onderzocht. Zeven gemeenten hebben geen azc, geen noodopvang, geen crisisnoodopvang en ook geen Oekraïners. Het gaat volgens de krant om de gemeenten Alphen-Chaam, Drimmelen, Midden-Delfland, Molenlanden, Roerdalen, Rozendaal en Schiermonnikoog.
Het COA verzorgt in Nederland de reguliere opvang van asielzoekers. Die vindt plaats op 157 locaties verspreid over het land. Het gaat daarbij om 60 reguliere asielzoekerscentra. Negen Veiligheidsregio’s voldeden in september niet aan de vraag om 450 plekken crisisnoodopvang te hebben. Utrecht had er toen 323 volgens de Volkskrant.
