Energietoeslag: hoe zit het in jouw gemeente?

Utrecht - De inkomensgrens om in aanmerking te komen voor de eenmalige energietoeslag van 1300 euro blijkt in een aantal gemeenten hoger dan de landelijke richtlijn, dat blijkt uit een rondgang van RTV Utrecht. Dat betekent dat meer mensen in de betreffende gemeenten aanspraak kunnen doen op de toeslag. Zo besloot gemeente Bunschoten vorige week nog om de inkomensgrens met 10 procent te verhogen. "Het geld mag niet blijven liggen", vertelt wethouder Peter van Asselt.
Bunschoten is niet de eerste gemeente die de inkomensgrens verhoogd heeft in de provincie. Zo hanteren gemeenten Baarn, Soest, Utrecht en Vijfheerenlanden al langer een hogere grens. Dat betekent dat iemand in een van die vijf gemeenten misschien wél recht heeft op de toeslag, maar in een andere niet. Hieronder kan je zien hoe het in jouw gemeente zit:
Wethouder Van Asselt legt uit waarom Bunschoten het voorbeeld van buurgemeenten Baarn en Soest volgt: "Wij zijn net zoals veel andere gemeenten begonnen met een inkomensgrens van 120%, omdat dat geadviseerd werd door het Rijk. Vervolgens bleek dat we geld van het toegewezen budget over zouden houden. Dat is natuurlijk niet de bedoeling. Wij willen namelijk geen geld laten liggen dat bij de burgers terecht moet komen." Daarom heeft het college bedacht om de doelgroep te vergroten en kwam het uit op een inkomensgrens van 130 procent.
Dankzij de verruimde inkomensgrens hebben zo'n honderd extra huishoudens in Bunschoten recht op de toeslag. Volgens Van Asselt past dat nog steeds in het budget dat het Rijk beschikbaar heeft gesteld. Voor Bunschoten was die verruiming namelijk niet heel groot, maar dat geldt niet voor alle gemeenten. Van Asselt licht toe: "Er zijn genoeg gemeenten die zelfs met de landelijke richtlijn niet uitkomen omdat daar bijvoorbeeld veel studenten wonen. Die kunnen namelijk ook allemaal aanspraak doen op de regeling. Een stad als Eindhoven heeft dus een flink probleem, want die heeft een behoorlijk aantal studenten."
Niet hoger dan de richtlijn
Binnen de eigen provincie houden de meeste gemeenten ook de landelijke richtlijn aan. Gemeente Amersfoort, een buurgemeente van Bunschoten, doet dat ook. Verantwoordelijk wethouder Nadya Aboyaakoub-Akkouh ziet geen nut in de verruimde grens van de buurgemeenten: "Wij streven naar individueel maatwerk, niet naar een generieke maatregel van 130 procent. Wat voor ons belangrijker is, is het verhaal van mensen. Maar we houden ons dus wel aan de landelijke richtlijn. We zoeken ondertussen wel naar een gepaste oplossing om mensen uit de knel te helpen."
Met die strategie kijkt de gemeente Amersfoort dus naar individuele gevallen, soms ook buiten het toetsingsinkomen van de energietoeslag om. "Als je de inkomensgrens ophoogt, dan zullen er ook mensen zijn die het niet per se nodig hebben op dit moment. Maar de mensen die het wel nodig hebben, die willen we juist bereiken. Er zijn mensen die boven de bijstandsnorm verdienen, maar die in de praktijk een heel laag besteedbaar inkomen hebben. Uiteindelijk wil je de mensen helpen die het het hardst nodig hebben", vertelt Aboyaakoub-Akkouh.
Verschillen tussen gemeenten beperken
De gemeente Amersfoort houdt dus de landelijke richtlijn aan, maar wel in combinatie met maatwerk. Dat maatwerk bestaat uit andere financiële regelingen vanuit de eigen organisatie en lokale stichtingen. Amersfoort heeft nu bijna achtduizend aanvragen voor de energietoeslag. Aboyaakoub-Akkouh verwacht dat dat aantal zal groeien doordat de gemeente maatwerk gaat toepassen.
Dat gemeenten kunnen kiezen hoe hoog de inkomensgrens is, komt voort uit de decentralisatiewetgeving. De eenmalige energietoeslag is namelijk geregeld vanuit de bijzondere bijstand, dat is een gemeentelijke taak. Dat betekent dat gemeenten zelf mogen kiezen hoe het beleid er precies uit gaat zien. Op die manier kunnen er dus ook verschillen ontstaan tussen de inkomensgrenzen. Wel probeert het Rijk die verschillen zo veel mogelijk te beperken. Een woordvoerder van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid legt uit hoe: "Het geld dat het Rijk beschikbaar heeft gesteld voor de energietoeslag is afgestemd op 120 procent van de bijstandsnorm, daar ligt dus wel de grens voor ons."