Universiteit Utrecht ontwikkelt algoritme dat kan helpen bij denk- en speurwerk politie

© Pixabay
Utrecht - In beslag genomen computers razendsnel doorspitten naar illegale bestanden. Of versleutelde chatberichten onderscheppen en alleen de strafbare informatie filteren. Dat zou het algoritme, waar onder andere de Universiteit Utrecht aan werkt, straks moeten kunnen.
Een van de UU-onderzoekers die nauw bij het project betrokken is, is Stephan Grimmelikhuijsen. Samen met juristen, informatici en wetenschappers krijgt hij vijf jaar de tijd een dergelijk algoritme te realiseren. "Het uiteindelijke doel is ervoor zorgen dat rechercheurs en andere opsporingsambtenaren hier goed mee overweg kunnen. Als het op termijn tot meer terechte veroordelingen, met het algoritme als basis voor het bewijs, leidt dan is onze missie geslaagd."

Efficiënter werken

Maar laten we bij het begin beginnen, want wat is zo'n algoritme nou eigenlijk? En hoe gaat het te werk? Grimmelikhuijsen doceert: "In dit project kijken we puur naar de politie. In dit vak wordt in de opsporing naar strafbare feiten steeds meer gewerkt met nieuwe technologie. Daarbij worden vaak grote hoeveelheden gegevens geanalyseerd voordat die ook écht gebruikt kunnen worden."
Om in dat proces niet alleen afhankelijk te zijn van mensen, kan het algoritme goed van pas komen. "Denk aan bijvoorbeeld het ontleden van miljoenen versleutelde chatberichten. Of het zoeken naar kinderporno op in beslag genomen computers. Een algoritme kan dat, mits het goed ingesteld staat, sneller opspeuren. Het is in die zin veel efficiënter dan een agent die dat handmatig zou moeten doen."
Onderzoeker Stephan Grimmelikhuijsen
Onderzoeker Stephan Grimmelikhuijsen © Stephan Grimmelikhuijsen / Universiteit Utrecht

Valspositief en - negatief

En wat als bestanden in het zogenaamde 'grijze gebied' vallen? Dus wel strafbaar zijn, maar niet per se in de zoekopdracht van het algoritme staan? Grimmelikhuijsen erkent dat daarin een grote uitdaging schuilt. "Het algoritme moet natuurlijk correct en transparant werken. Het moet zo functioneren dat het grijze gebied ook zichtbaar wordt."
Grimmelikhuijsen ziet twee potentiële fouten die bij het grijze gebied om de hoek komen kijken. Hij spreekt daarbij van 'valspositieve' en 'valsnegatieve' gevallen. "Bij valsnegatief ziet het algoritme zaken over het hoofd die het niet over het hoofd zou mogen zien. Dus strafbare feiten die onopgemerkt voorbijgaan. Dat is een risico."
Bij valspositieve gevallen stipt het algoritme zaken aan als strafbaar terwijl die zaken dat mogelijk niet zijn. "In zulke gevallen wil je dat er nog even kritisch naar gekeken wordt voordat het in een eventuele rechtszaak naar voren komt en het dan als fout wordt aangemerkt. Ook dat is dus een risico. Als het onbegrijpelijk is of het de politie de verkeerde kant op stuurt, dan heb je er niets aan."

Discriminatie

En dan is er nog het risico dat er verkeerde aannames in een algoritme terechtkomen. Het is de reden dat er de afgelopen tijd ook bij vlagen negatieve geluiden klinken over dit soort technieken. Een terechte zorg, vindt Grimmelikhuijsen. "Wanneer het bijvoorbeeld leidt tot etnisch profileren of tot andere vooroordelen die zo’n effect kunnen hebben, zoals bijvoorbeeld de toeslagenaffaire."
Hij vindt daarom dat de selectie die het algoritme maakt transparant moet zijn en dat er altijd nog iemand 'handmatig' doorheen moet. "Aan de andere kant: we gaan er ook niet vanuit dat het per definitie discriminerend of onbetrouwbaar is of kan zijn."
Om het algoritme zo goed mogelijk te laten werken, werkt Grimmelikhuijsen samen met agenten en rechercheurs. Onderdeel van zijn taak is om de werkwijze van het algoritme zo goed mogelijk aan te laten sluiten op de werkwijze van de politie. "Dat doe ik door te experimenteren, maar door ook vooral met mensen op de werkvloer in gesprek te gaan. Uiteindelijk is het de bedoeling om het in de praktijk te testen en daarna te kijken hoe het systeem reageert."

Het totale project, geleid door de Universiteit van Amsterdam, kreeg eerder van de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO) een forse subsidie van anderhalf miljoen euro. Grimmelikhuijsen leidt een deelproject binnen het onderzoek. Hij geeft aan dat een groot deel van dat budget naar personeelskosten en geavanceerde computersystemen gaat.