Kabinet en gemeenten willen asielcrisis bezweren met 740 miljoen euro, maar hoe dan?

© RTV Utrecht / Jordi de Jong
Utrecht - Na maanden van steggelen en onderhandelen was het twee weken geleden zover: gemeenten en het kabinet werden het eens over de aanpak van de asielcrisis. Met een zak geld van 740 miljoen euro en een opdracht om 20.000 statushouders voor het einde van het jaar te huisvesten, zijn de plannen in het Asielakkoord ambitieus. Wat houden ze precies in? En vooral: wat kun jij ervan verwachten?
We beginnen met de acute problematiek: Ter Apel. Daar slapen al wekenlang asielzoekers buiten omdat het systeem verstopt zit. Sommigen van hen doen dat vrijwillig, omdat ze bang zijn dat ze een belangrijke afspraak in hun asielprocedure missen. In het akkoord staat dat met asielzoekers duidelijke afspraken worden gemaakt over wanneer ze naar Ter Apel kunnen komen, en dat ze ondertussen onderdak krijgen in (crisis-)noodopvanglocaties (cno's). Zo blijft de situatie bij het aanmeldcentrum overzichtelijk, is het idee.
Hoe zit het precies met de asielcrisis? En wat betekent het voor jou? In deze video leggen we het uit:
Waarom is er een asielcrisis? En wat betekent het voor jou? We leggen het uit in deze video

Tweede aanmeldcentrum en asielstop

Op dit moment wordt er ook nagedacht over een tweede aanmeldcentrum om de druk op Ter Apel te verlichten. Daarvoor is Bant, een dorp in de Noordoostpolder, in beeld. Daar zit al een asielzoekerscentrum en omdat dat goed gaat, ziet het kabinet daar wel brood in. Maar inwoners van Bant maken zich zorgen over de druk op het dorp, en dus is het nog maar de vraag of dat doorgaat.
Sommige partijen zien een oplossing in een tijdelijke asielstop. Maar daarvan zegt het kabinet: dat kan niet zomaar. Internationale afspraken verplichten ons asielzoekers op te vangen en onderdak te geven. Wel drukt Nederland tijdelijk op de pauzeknop wat betreft een Europese afspraak met Turkije uit 2016. Daarmee nam Nederland ieder jaar duizend asielzoekers uit vluchtelingenkampen in Turkije op. Maar dat stopt dus voorlopig.
Daarnaast gaat er een rem op het naar Nederland halen van familieleden van statushouders. In het akkoord is bepaald dat zogenoemde gezinshereniging voorlopig pas kan als een statushouder een eigen woning heeft gevonden óf als de statushouder langer dan 15 maanden wacht op een woning.

Crisisnoodopvang

Maar, deze maatregelen zijn niet genoeg. Er moet ook extra opvang komen. In het akkoord is afgesproken dat iedere Veiligheidsregio nog eens 225 crisisnoodopvangplekken gaat realiseren, bovenop de 225 die iedere regio al moest hebben. Op dit moment kent onze regio 298 plekken en afgelopen week werd duidelijk dat er in ieder geval nog 180 bijkomen. Zo krijgt de huidige crisisnoodopvanglocatie in Veenendaal er nog tachtigplekken bij en in Nieuwegein zetten ze vanaf november een riviercruiseschip in om vier maanden lang honderd asielzoekers een dak boven het hoofd te bieden.
Met een snelle rekensom kom je op 478 opvangplekken uit – genoeg om aan de gestelde 450 te voldoen. Maar opvangplekken worden tussendoor ook opgeheven. Zo weten we dat Wijk bij Duurstede over twee weken gedag wil zeggen tegen de ruim tachtig alleenstaande mannen in een korfbalhal op sportpark Mariënhoeve. En de opvang in hotel De Witte Bergen in Eemnes, waar op dit moment zes asielzoekers zitten, lijkt eind deze maand ook te sluiten.
Dat betekent dat er elders in de regio weer nieuwe plekken gevonden moeten worden. En dus kan het zomaar betekenen dat een sporthal, hotel of cruiseschip (ja, echt) bij jou om de hoek asielzoekers gaat opvangen.

'We doen heel veel'

Tegelijkertijd zijn de 450 plekken per regio niet helemaal in beton gegoten. "We zien dat er landelijk wel verschillen zijn. We zitten hier in een dichtbevolkt gebied met 1,4 miljoen inwoners", vertelt Jaap Donker, directeur van de Veiligheidsregio Utrecht (VRU). Dat is aan de ene kant een nadeel, maar heeft ook voordelen: we hebben hier veel faciliteiten. "Er zijn ook regio's in het land die veel minder dichtbevolkt zijn en veel minder personeel hebben. Daar is het lastiger."
"Het is een streven om het met z'n allen te doen", vervolgt Donker. "Dit commitment hebben we met de veiligheidsregio's uitgesproken. Het kan alleen wel zijn dat de ene regio het eerder gerealiseerd heeft dan de ander. Zo vangen wij bijvoorbeeld ook geen twee- of drieduizend Oekraïners op, maar op dit moment 5188. Daarmee doen we heel veel."

Tijd voor flexibiliteit

Het Rijk wil het gemeenten vooral "zo makkelijk mogelijk maken". Dat betekent dat gemeenten crisisnoodopvangplekken en huisvesting van statushouders met elkaar kunnen uitruilen. Dat kan er dus voor zorgen dat er in jouw dorp of stad relatief meer asielzoekers worden opgevangen dan dat er statushouders een huis krijgen, of andersom. Zo moet de crisis flexibeler aangepakt kunnen worden.
En over flexibiliteit gesproken: dat was de asielketen de afgelopen jaren totaal niet. De deal met Turkije in 2016 zorgde ervoor dat het aantal asielzoekers dat Europa binnenkwam een stuk kleiner werd, waardoor opvangplekken door het hele land werden gesloten. Omdat de instroom ook in coronatijd een stuk minder was, werden nog meer locaties gesloten.
Nu de instroom vanwege een inhaaleffect na corona weer groter is, we tienduizenden Oekraïners opvangen en te maken hebben met een wooncrisis, zijn er te weinig plekken om mensen op te vangen. En dan komt de zogenoemde Uitvoeringsagenda Flexibilisering Asielketen in beeld. Dure woorden voor een plan uit 2020 om aan te geven dat het asielsysteem moet kunnen meebewegen met de instroom van asielzoekers. Zonder dat asielzoekers ergens in de provincie op een stretcher moeten slapen.

Voorkeur voor kleinere locaties

Het belangrijkste onderdeel uit dat plan is dat er veel meer kleine, duurzame opvanglocaties komen die kunnen worden ingezet als er opvang nodig is. Het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers (COA) wilde eerder liever inzetten op grote opvanglocaties van minimaal vierhonderd asielzoekers, omdat dat efficiënter zou werken.
Maar gemeenten hebben daar lang niet altijd de ruimte voor, en vinden dat vaak moeilijk aan hun inwoners te verkopen. Voor kleinere opvanglocaties zou meer draagvlak zijn. En dat betekent dat je bij jou om de hoek ook duurzame, kleine opvang kunt verwachten, die bij een lage instroom van asielzoekers ook door andere woningzoekenden kan worden gebruikt. En de kleinschaligere opvang moet ervoor zorgen dat (crisis-)noodopvang na dit jaar tot het verleden behoort.

Statushouders houden opvangplekken bezet

Een andere oplossing moet komen uit het aanpakken van de wooncrisis. Veel bedden in opvanglocaties worden op dit moment bezet door statushouders. Dat zijn mensen die al een verblijfsvergunning hebben gekregen, zogenoemde statushouders, en die wachten op een woning. Gemeenten zijn voor hen verantwoordelijk, maar omdat er een woningtekort is, stromen deze statushouders maar moeilijk door. Statushouders houden op dit moment daardoor noodgedwongen ruim een derde van de beschikbare opvangplekken in ons land bezet.
Hoeveel statushouders gemeenten moeten huisvesten, wordt ieder jaar vastgelegd in de taakstelling. In de plannen is bepaald dat de taakstelling voor de eerste helft van 2023 veel hoger wordt dan de laatste helft van dit jaar. Daarom zou het Rijk graag zien dat gemeenten hun taakstelling van 15.000 statushouders voor dit jaar regelen en vooruitlopen op die van 2023. En dus voor ruim 20.000 statushouders een woning regelen.

Flexwoningen

Om de taakstelling ook voor de komende jaren mogelijk te maken, wordt groot ingezet op de bouw van flexwoningen. En daar kun jij ook van profiteren: een derde van die flexwoningen is bedoeld voor statushouders, twee derde gaat naar de rest van de woningzoekers in ons land. Daar gaat in eerste instantie 100 miljoen euro naartoe.
Ook het COA en de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) krijgen ieder 100 miljoen euro om hun organisaties flink te verstevigen. En de Veiligheidsregio's in ons land krijgen in totaal structureel tientallen miljoenen extra om hun rol in de crisesbestrijding te versterken. "Daarmee helpen we het COA en de IND om op kracht te komen zodat ze dit weer zelf op kunnen pakken."

'Aan ons zal het niet liggen'

Donker hoopt dat de maatregelen ervoor zorgen dat crisisnoodopvang zo snel mogelijk tot het verleden behoort. "Een crisisnoodopvang is voor niemand een wenselijke situatie. Dat gun je niemand, op stretchers in een sporthal. De asielzoekers doen dat met dankbaarheid, maar van die crisisnoodopvang wil je het liefst zo snel mogelijk af."
Als alles loopt zoals gehoopt, moeten de crisisnoodopvanglocaties in ons land na dit jaar gesloten worden. Het is de bedoeling dat het Rijk een groot deel van de asielopvang dan weer centraal kan gaan regelen. VRU-directeur Jaap Donker heeft goede hoop dat de opdracht gaat slagen. "Alles wat in onze macht ligt, doen wij. Aan ons zal het niet liggen."