Utrechter krijgt bijna 1 miljoen euro aan dwangsommen van gemeente

Utrecht - Een inwoner van Utrecht heeft in totaal 930.000 euro van de gemeente gekregen. De man kreeg het geld omdat de gemeente niet of te laat reageerde op bezwaarschriften en verzoeken om informatie. Dat schrijft het AD op basis van de uitspraak van de rechtbank. Het bedrag kan nog oplopen omdat de man en de gemeente nog altijd met elkaar in de clinch liggen.
De langslepende kwestie begint in 2017, als inspecteurs van de gemeente constateren dat het pand en de werfkelders van de man en zijn buurman in zeer slechte staat van onderhoud verkeren. Het juridische gevecht start als de gemeente daarna vindt dat de man en zijn buurman de bouwregelgeving overtreden.
Bezwaar
Tegen vrijwel elk besluit van de gemeente maakt de man vervolgens bezwaar, waarop de gemeente vaak niet of veel te laat reageert. Ook vraagt hij regelmatig informatie bij de gemeente op, die hij vervolgens niet krijgt.
De man krijgt keer op keer gelijk van de rechter, waardoor de dwangsommen die de gemeente hem moet betalen snel oplopen. In totaal gaat het om ongeveer 735.000 euro aan verbeurde dwangsommen in de handhavings- en vergunningszaken, en om ongeveer 195.000 euro aan verbeurde dwangsommen in de zaken over het openbaar maken van documenten.
De reden dat de man en de gemeente onlangs opnieuw voor de rechter stonden, was een afgewezen verzoek tot handhaving. De man wilde dat de gemeente zou optreden tegen zijn buurman, omdat diens fundering niet veilig zou zijn en zo schade aan zijn pand kon veroorzaken. Toen de gemeente dat verzoek afwees, tekende de man bezwaar aan.
De gemeente reageerde niet op tijd op dit bezwaar, waarop de rechter in februari de gemeente opdroeg om binnen twee weken alsnog te reageren. Anders zou er opnieuw een dwangsom volgen die per dag zou oplopen. De gemeente had in juni nog steeds geen antwoord gegeven, waarop de man opnieuw naar de rechter stapte.
'Ongemakkelijk gevoel'
De rechtbank zat duidelijk met de kwestie in haar maag en sprak van een "ongemakkelijk gevoel" nu er zoveel gemeenschapsgeld naar één inwoner is gegaan. "Maar de rechtbank vraagt zich ook af wat dan wél helpt", zegt de rechter, "als een overheidsorgaan zo lang onrechtmatig handelt door steeds maar geen beslissingen te nemen, en als zelfs grote geldbedragen niet helpen om dat onrechtmatige handelen te stoppen."
Vanwege de lange voorgeschiedenis werd de rechtszaak dan ook door een meervoudige kamer behandeld. De rechtbank verplichtte daarbij de gemeente om de verantwoordelijke wethouders naar de zitting te sturen en een plan van aanpak in te dienen om een einde te maken aan de langslepende kwestie.
Aan de eerste verplichting kon de gemeente al niet voldoen, constateerden de rechters. Wethouder Linda Voortman was weliswaar namens het college afgevaardigd, maar zij was niet één van de verantwoordelijke wethouders.
Op de zitting gaf ze namens het college wel toe dat het lange tijd niet goed is gegaan. De gemeente zou onder meer niet goed op de verzoeken van de man hebben gereageerd vanwege de grote hoeveelheid daarvan en omdat er geen goed beeld was van de bouwkundige situatie van de beide panden. Dat beeld zou nu wel duidelijker zijn, waardoor er sneller besluiten kunnen worden genomen.
De rechtbank geeft de gemeente nu langer de tijd om alsnog op het bezwaar van de man te reageren. Daar is wel een voorwaarde aan verbonden. Op 14 september staan de man en de gemeente opnieuw tegenover elkaar vanwege twee andere zaken in dit dossier. Voorafgaand aan die zaak moet de gemeente de rechter laten weten hoe de zaken er dan voorstaan. Mocht er geen vooruitgang zijn geboekt, dan moet de wethouder opnieuw komen opdagen en kan er weer een dwangsom volgen.