Aanpak risicohond moeilijk door ontbreken landelijk registratiesysteem: 'De hond is niet altijd het probleem'

Een hond met een muilkorf.
Een hond met een muilkorf. © ANP
Provincie Utrecht/Utrecht - "Honden worden niet vals geboren, ze worden vals gemaakt" en "de hond wordt zwaarder gestraft dan een kindermoordenaar". Zo maar twee reacties van de tientallen berichten die binnenkwamen op onze socials nadat wij een bericht hadden geplaatst over twee honden die in de Utrechtse wijk Lunetten in beslag waren genomen. Aanleiding voor RTV Utrecht om zich eens vast te bijten in dit vraagstuk dat veel losmaakt. Hoeveel incidenten zijn er eigenlijk met risicohonden? Ligt het echt aan de opvoeding en wie is er nou eigenlijk betrokken als het toch misgaat?
Om maar meteen met een dooddoener te beginnen: in principe kan elke hond bijten van een poedel tot een pitbull, zeggen deskundigen. Alleen zijn er natuurlijk verschillen in hoe snel een hond zal bijten en ook de omstandigheden hebben er grote invloed op. Volgens de stichting Hondenbescherming is het daarom van belang dat mensen voordat ze een hond kopen, verplicht een cursus volgen. Alles staat en valt bij hoe een hond wordt opgevoed en mensen moeten daarvoor ook de kennis hebben.
"Je kunt het vergelijken met autorijden, dat mag je ook niet doen zonder dat je je rijbewijs hebt. Mensen zouden ook eigenlijk een hondvaardigheidsbewijs moeten hebben. In onze optiek wordt zo beter inzichtelijk wat het houden van een hond met zich meebrengt", zegt Just de Wit, woordvoerder van de stichting Hondenbescherming. Het kan overkomen als een grapje, maar de Hondenbescherming is heel serieus met het initiatief omdat incidenten met risicohonden een steeds groter wordend probleem zijn.
De Wit: "Ieder incident is er één te veel. Als je over bijtincidenten leest in de media is er vaak al het een en ander te doen met de eigenaar. Je leest dat mensen zeggen dat ze al uitkeken of een blokje omgingen, er waren al signalen. Maar hoe groot het probleem is, is lastig om aan te geven. Veel data ontbreken."

Helicopterview ontbreekt

En dat punt dat De Wit van de Hondenbescherming aansnijdt is ook meteen wat het zo moeilijk maakt. Er is een probleem met risicohonden maar niemand weet hoe groot het precies is. Dat komt onder meer omdat alle meldingen over incidenten met risicohonden niet bij één punt binnenkomen. Het gaat nu versnipperd en meerdere instanties, zoals bijvoorbeeld gemeenten, zijn betrokken. Zonder een helicopterview is het moeilijk om beleid te ontwikkelen.
"In kader van bijtincidenten is het belangrijk dat er landelijke registratie is. Hoe beter die registratie is, hoe beter je kan handelen", zegt De Wit. Op dit moment zijn de laatste cijfers alweer jaren oud. Uit die gegevens blijkt dat er in Nederland jaarlijks ongeveer 150.000 bijtincidenten zijn en er gemiddeld 120 honden per jaar inbeslaggenomen en aangeboden worden voor een risicoanalyse, aldus de faculteit Diergeneeskunde van de Universiteit Utrecht.
Het risk-assessmentteam van de faculteit Diergeneeskunde voert die risicoanalyse uit en wordt veel ingeschakeld door overheidsinstanties als er een bijtincident heeft plaatsgevonden. Ze hebben jarenlange ervaring en zijn daardoor experts op dit gebied. "Er kunnen grote individuele verschillen zijn in gedragsreacties op verschillende prikkels, ook binnen een bepaald ras of type. Daarom is het vormen van een objectief beeld van een individuele hond in het belang van het dier en levert dit maatwerk op voor de maatschappelijke veiligheid."

De faculteit Diergeneeskunde zegt dat de bijtdrempel van een hond wordt beïnvloed door onder andere erfelijke aanleg en mate van socialisatie in de eerste levensfase van het dier. Hoe ernstig de schade is als een dier bijt wordt onder andere beïnvloed door fysieke kenmerken van het dier en de manier van bijten die ook wel de bijtstijl wordt genoemd. Behalve het dier zelf, is ook de eigenaar of geleider van de hond een zeer belangrijke factor in het risico op bijtincidenten. In de basis is de hondeneigenaar verantwoordelijk voor zijn eigen hond. Deze is ook verplicht om de hond veilig te houden in de openbare ruimte, aldus de deskundigen van de faculteit Diergeneeskunde.

Landelijk registratiesysteem

Terug naar het landelijke registratiesysteem, dat is er dus niet. Het goede nieuws is wel dat het er gaat komen, maar wanneer is nog onduidelijk, laat Bertine Moenaff, woordvoerder van het ministerie Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit weten. Tot die tijd is er een ander systeem recent nog in gebruik genomen: "De module voor registratie van bijtincidenten op Natuurnetwerk, al veel gemeenten hebben zich hier bij aangesloten."
Naast de module waar gemeenten aan meewerken, is er ook een belangrijke individuele rol voor hen weggelegd. Gemeenten zijn natuurlijk één van de eerste aanspreekpunten en sturend na een bijtincident. "Veiligheid en openbare orde is primair belegd bij gemeenten (burgemeester). Gemeenten hebben inzicht in lokale problematiek en bevoegdheden om dit tegen te gaan en de aanpak en preventie van bijtincidenten ligt in de praktijk dan ook met name bij de gemeenten. Zij zijn hiervoor gemandateerd en hebben de bevoegdheden en ook de mogelijkheden om in een vroeg stadium in te grijpen", legt Moenaff uit. "Op basis van de APV (Algemene Plaatselijke Verordening) kunnen zij bijvoorbeeld een verplichting opleggen voor het dragen van een muilkorf of de hond aan te lijnen, of de burgermeester kan een hond in beslag laten nemen. Verschillende gemeenten hebben een meldpunt waar burgers melding kunnen maken van gevaarlijke situaties."
De Hondenbescherming is ook heel blij met die meldpunten en hoopt dat er veel meer bij gaan komen. Op dit moment zijn ze niet overal maar bijvoorbeeld al wel in Rotterdam en Deventer. En daar werpt het al zijn vruchten af. De Wit: "Het zijn laagdrempelige meldpunten en het helpt heel erg. Niet altijd is de hond het probleem, maar komt er meer bij kijken. Een ambtenaar kan zich bijvoorbeeld laten vergezellen door een gedragstherapeut en je kan in een voorstadium bezig zijn om incidenten te voorkomen. Veel gemeenten acteren pas als er een incident is geweest en soms pas na twee of drie incidenten. Dat moet echt anders."

De meeste gemeenten maken in hun Algemene Plaatselijke Verordening (gemeentelijke regels op het gebied van openbare orde en veiligheid) een verschil tussen lichte bijtincidenten en ernstige bijtincidenten. Bij de eerste is er sprake van een eerste keer of er is sprake van lichte schade. Bij de tweede categorie is er ernstige schade in het spel zoals weefsel- of functieverlies of dood tot gevolg, en volgt meestal een strafrechtelijke procedure. Bij lichte bijtincidenten wordt in de meeste gevallen een bestuursrechtelijke procedure ingezet. Bij het inschatten van de ernst van het bijtincident maakt het niet uit of het slachtoffer een mens is of een dier is.

Fokverbod

Een fokverbod instellen voor bepaalde type honden is volgens deskundigen een andere optie om het aantal incidenten met risicohonden te verminderen. Maar daar ziet minister Staghouwer niks in laat zijn woordvoerder weten, omdat gevaarlijk gedrag bij honden door verschillende factoren tot stand komt. De minister ziet liever dat er meer tijd en aandacht wordt gestoken in bijvoorbeeld voorlichting en hij schaart zich met dat standpunt achter de Hondenbescherming.
Moenaff: "Uit onderzoeken blijkt dat het een optelsom is van eigenaar gerelateerde factoren, fysieke kenmerken en het temperament van de hond en omgevingsfactoren die kunnen zorgen voor gevaarlijk gedrag. De eigenaar moet hier voldoende kennis over hebben om gevaarlijk gedrag te voorkomen. Daarom is voorlichting en informatie een belangrijk onderdeel van het beleid. Daarnaast helpen betrouwbare cijfers om als overheid actief te sturen op het terugdringen van bijtincidenten. De registratie op Natuurnetwerk draagt daaraan bij. Ook zullen toezichthouders worden getraind om eerder signalen voor gevaarlijk gedrag te herkennen en worden er leerdoelen voor houders in een beleidsregel vastgelegd. In het wetsvoorstel aanpak dierenmishandeling en dierverwaarlozing worden ook maatregelen genomen die gericht zijn op het terugdringen van bijtincidenten."