Podcast Paleis Lofen 1: Een vergeten paleis aan de Vismarkt

© RTV Utrecht
Het was een imposant bouwwerk dat de middeleeuwen niet doorstond en verdween als een mysterie. Paleis Lofen, zetel van de Duitse Keizer Hendrik V waar op 2 juni 1122 de stadsrechten van Utrecht werden bekrachtigd. De restanten van het paleis verdwenen door de eeuwen heen onder nieuwbouw tussen de Vismarkt en het Domplein. In een hartstochtelijk streven van veertig jaar heeft architect Theo van Wijk de oude muren en pilaren weer zichtbaar gemaakt. In deel 1 van de podcastreeks Paleis Lofen zegt Van Wijk: 'Het is het verhaal tot leven brengen en vooral bij burgers brengen.'

Geschreven door: Jeroen Wielaert

Vanaf 2 juni kunnen Utrechters en andere bezoekers de rehabilitatie van Paleis Lofen beleven. De aandacht van Van Wijk werd vier decennia geleden gewekt door de stedelijke bouwhistoricus Frans Kipp. Die vertelde hem dat na het vertrek van de Romeinen een gebouwencomplex verscheen waar de macht van de toenmalige bisschoppen en keizers gebundeld werd. Het water ervoor was heel geschikt als handelsknooppunt. Een stad werd geboren, in het paleis kwam het op papier.
Vanuit de huidige, stokoude Zadelstraat ging het recht op het voormalige Romeinse Castellum af. De latere bisschoppen bouwden er hun eigen kerken. Het vulkanische bouwsteen kwam uit groeven aan de Eiffel en werd over de Rijn naar de bouwplaats vervoerd.
Stadsarchivaris Kaj van Vliet ziet het allemaal nog voor zich: 'Wij denken nu aan de Domtoren, maar daarvoor stonden er al imposante gebouwen die je van heinde en verre kon zien. De kapittelkerken uit de elfde eeuw stonden heel bewust in een soort kruis rondom dat castellum en de kerken daarbinnen. Dat was een symboliek van jewelste, zo'n kruis dat daar levensgroot werd gebouwd. En ook fascinerend: midden in die Domkerk die bisschop Adelbold daar neerzette, wordt in 1039 een keizer begraven, Coenraad de tweede. Daarvoor werd een tombe neergezet. Moet je voorstellen, zitten die kanunniken daarom heen, dag en nacht, voor hun gebeden. Het was niet zomaar een kathedraal, maar een kathedraal plus met een keizerlijk tintje. En dan is het geen toeval dat je pal naast die Dom zo'n keizerlijke palts gebouwd ziet worden.'
Het Roomse vertoon was niet alleen visueel heel duidelijk, maar ook zeer hoorbaar. Er werden gebeden opgedragen in de kerkelijke liturgie, met allerhande processies. Van Vliet: 'Het was een levend bedrijf, allemaal gericht op de religieuze doelen, maar ook met een uitstraling van macht en prestige. Het waren geen kleine jongens, die kanunniken. Het waren de broers van adellijke lieden die het in de omgeving voor het zeggen hadden. De hogere proosten en bisschoppen kwamen nog van verder weg.'

Uniek

Zo werden kerk en staat in Utrecht naast elkaar versteend. Lofen was een palts, zoals er in Duitsland veel werden gebouwd. De keizers hadden ze nodig op hun vele bestuurlijke reizen door hun immense rijk. Van Vliet: 'In Nederland is Paleis Lofen iets unieks. We weten niet precies wanneer het gebouwd is, zo rond 1030, 1040. De keizer deed op hoogtijdagen bisschopssteden aan. Hij had allemaal vriendjes benoemd als bisschop. Dat was in Utrecht ook zo.'
Tegenover het Paleis groeide de handelswijk Staete tussen de huidige Steenweg en de Oudegracht uit met tal van ambachtslieden, smeden, schoenmakers, bakkers, slagers. Van Vliet: 'Daar moest de bisschop zich ook toe verhouden. Dan is de stap naar het geven van rechten ook een logische stap op gegeven moment. Het is alleen de vraag of hij dat con amore heeft gedaan.'
Voor 1122 vonden er grootschalige wijzigingen in de regionale infrastructuur plaats. De Rijn bij Wijk bij Duurstede werd afgedamd, er moest aan kanaal van acht kilometer gegraven worden. De belangen gingen schuren. Het werd vechten.

Knokken

Van Vliet: 'Er was veel tumult toen. Hendrik V was de keizer, Godebald de bisschop van dienst. In dat krachtenveld is een vonk in de pan geslagen bij mannen van de bisschop die zich alles anders hadden voorgesteld hoe dat allemaal bedacht werd. Die raken slaags met mannen van de keizer. Het wordt knokken in de bisschoppelijke burcht. De bisschop wordt gevangen gezet, misschien wel in Lofen.'
Het stadsrecht kwam ook uit dit krachtenveld. Van Vliet: 'Het was een oorkonde van de keizer aan de inwoners van de stad. Dat is eigenlijk raar, want de bisschop was de heer van de stad. De inwoners leggen een eed van trouw af aan de keizer, waarbij ze beloven dat ze de bisschop een beetje in het gareel zullen houden voor hem. Zo heeft Utrecht handig geprofiteerd van de rel.'
In 1131 en 1253 woedden grote stadsbranden. Het middeleeuws keizerlijk bestuur verdween op de achtergrond. In de negentiende eeuw was Paleis Lofen alleen nog een naam op een oorkonde. Er bestonden resten, onderzoekers begonnen die te vergelijken met paltsen over de grens. Van Vliet: 'Het is een heel proces geweest. Ze hebben er honderd jaar over gedaan om die puzzel te leggen.'