Prijsgrens opkoopbescherming in Utrecht omhoog van 440.000 naar 487.000

© RTV Utrecht
Utrecht - De prijsgrens van de opkoopbescherming in Utrecht, bedoeld om particuliere woningbeleggers te weren, gaat van 440.000 euro naar 487.000 euro. Dat komt omdat de WOZ-waardes dit jaar hoger uitvallen dan vorig jaar, schrijft het college in een brief aan de raad.
De gemeente stelde eerder dit jaar een WOZ-waarde van 440.000 euro vast, waarmee 60 procent van de koopvoorraad wordt beschermd voor beleggers. Maar als huizenprijzen stijgen, vallen meer woningen buiten de regeling. De gemeente kiest er daarom voor de WOZ-waardes jaarlijks opnieuw te berekenen en de prijsgrens van de opkoopbescherming daarop aan te passen, om zo die 60 procent van de markt te kunnen blijven bereiken. De nieuwe grens - van 487.000 euro - geldt vanaf 1 juli, aldus het college.
Opkoopbescherming

Veel gemeenten hebben recent de opkoopbescherming ingevoerd, om inwoners die een huis willen kopen een handje te helpen. De woningvoorraad is schaars en particuliere beleggers kunnen vaak meer geld bieden. Met name starters en mensen met een middeninkomen hebben daardoor moeite om een koopwoning te bemachtigen.

De opkoopbescherming moet daar wat aan doen: de wet maakt het mogelijk om kopers te verplichten de woning zelf te bewonen. Na aankoop mag de woning vier jaar niet verhuurd worden, met uitzondering van verhuur aan ouders of kinderen, verhuur van bedrijfswoningen en vervangende bewoning bij afwezigheid voor maximaal een jaar.

Vanuit de Utrechtse raad kwam begin dit jaar het verzoek om te kijken of de grens voor de opkoopbescherming structureel kan worden opgehoogd, zodat niet 60 maar 70 tot 80 procent van de woningen er onder komt te vallen. Maar dat lijkt niet mogelijk, liet wethouder Kees Diepeveen toen weten.
Utrecht en Amersfoort waren de eerste gemeentes in de provincie die de opkoopbescherming invoerden. Inmiddels overweegt het overgrote deel van de gemeentes in de regio de opkoopbescherming in te voeren, of zijn ze daar zelfs al mee bezig. Bijvoorbeeld omdat ze zelf last hebben van beleggers, of omdat ze vrezen voor een waterbedeffect door de invoering van de regeling bij buurgemeenten.