Verloskundigen voeren actie tegen nieuwe financiering voor geboortezorg

Utrecht - Tientallen verloskundigen hebben vanmiddag bij het stadhuis in Utrecht actiegevoerd. Aanleiding is een maatregel van zorgminister Ernst Kuipers om het bekostigen van de geboortezorg onder te brengen bij één instantie, die het geld dan verdeelt over alle zorgverleners die bij een zwangerschap betrokken zijn. "Vrouwen raken hun keuzevrijheid kwijt."
De actievoerders kwamen vandaag op meerdere plaatsen in Nederland bij elkaar terwijl andere verloskundigen in hun praktijk alleen bereikbaar waren voor spoedgevallen. Met de demonstraties en stiptheidsacties hopen ze de aandacht te trekken van de Tweede Kamer. In Den Haag wordt morgen gedebatteerd over de zorg. "We hopen dat er moties over de beleidsregel van de minister worden ingediend", zegt Susan Gravesteijn namens de Eerstelijns Verloskundigen Utrecht en de landelijke actiegroep Noodalarm Geboortezorg. "Het plan moet van tafel of in ieder geval worden aangepast."

Samenwerking tussen zorgverleners

In het kort komt het erop neer dat Kuipers de samenwerking tussen zorgverleners verder wil aanmoedigen door het geld rond de geboortezorg op één plek onder te brengen. Op dit moment declareren alle zorgverleners hun diensten nog apart bij de zorgverzekeraar van de zwangere, ieder voor zich. In de visie van de minister is het beter als een zogenoemde Integrale Geboortezorg Organisatie (IGO) het geld beheert en verdeelt.
Maar of dat inderdaad tot meer samenwerking leidt is allerminst zeker, zegt Gravesteijn, zelf verloskundige bij een praktijk in Driebergen. "Er is in elk geval geen bewijs voor. En we kunnen ook samenwerken zonder het geld op een plek onder te brengen. Wat verder meespeelt is dat je alleen een IGO mag starten als je acute zorg levert. Een ziekenhuis kan dat bijvoorbeeld al doen als het met maar één verloskundigenpraktijk samenwerkt. Maar verloskundigen zelf hebben geen operatiekamer in huis en komen dus niet in aanmerking."

Keuzevrijheid kwijt

Wie betaalt bepaalt, redeneren de actievoerders; samenwerking tussen zorgverleners gaat echt niet beter wanneer een van de partijen het geld beheert en de anderen daarvan afhankelijk worden. En de gevolgen kunnen volgens Gravesteijn groot zijn als verloskundigenorganisaties buiten spel komen te staan. "We zijn bang dat alle diversiteit die er nu is zal verdwijnen. Vrouwen raken hun keuzevrijheid kwijt. En verloskundigen gaan straks weg uit de wijk."
Of ze gaan de huisarts bellen. Ik denk niet dat die daar zo blij mee is.
Susan Gravesteijn
De zorg voor zwangeren in Nederland begint op dit moment nog bij eerstelijns verloskundigen, mensen met een vierjarige hbo-opleiding die veelal langskomen om onder meer de zwangerschap te begeleiden, cliënten voor te bereiden op het ouderschap, thuis- en poliklinische bevallingen te doen, kraambezoeken af te leggen en te bekijken hoe de borstvoeding gaat. Het staat iedereen vrij om de verloskundige te kiezen waar je je prettig bij voelt. Wanneer door een medisch probleem of een risico specialistische zorg nodig is, word je doorverwezen naar het ziekenhuis.
Gravesteijn: "Als die verloskundigenpraktijken er niet meer zouden zijn en ze werken allemaal vanuit het ziekenhuis, dan zeggen ze daar: 'Nou mevrouw, komt u maar naar ons toe.' Voor hoogopgeleide stellen met een auto is dat nog te doen, maar onze grote zorgen liggen vooral bij vrouwen met een klein sociaal netwerk. Daar kun je de meeste problemen verwachten. Of ze gaan de huisarts bellen, dat kan natuurlijk ook. Ik denk niet dat die daar zo blij mee is."

Onnodig medicaliseren

Overigens gaat het niet alleen om de keuzevrijheid van de zwangeren, zegt Gravesteijn. De actievoerders vrezen ook dat zwangerschappen door de maatregel onnodig vaak worden 'gemedicaliseerd'. "Wij gaan natuurlijk geen stuitbevallingen thuis doen. Wij voeren geen keizersnede uit. Als een vrouw echt ziek is hoort ze in het ziekenhuis en in Utrecht werken alle praktijken samen met het Antonius, het UMC of het Diak. Maar waar we bang voor zijn is dat straks alles vanuit het ziekenhuis wordt gedaan en de zorg daar alleen maar duurder van wordt."
Gravesteijn en haar medeactievoerders hopen dat de Tweede Kamer ingrijpt. "De beroepsvereniging en Noodalarm Geboortezorg heeft intensief contact met de politiek, maar het probleem is dat geboortezorg maar een klein deel van het hele zorgbudget omvat. Intussen realiseren maar weinigen zich dat we wel de hele maatschappij bedienen."