Nog geen water, maar roeiclub voor Utrechtse polder Rijnenburg alvast opgericht: 'Vertrouwen is er'

De Lange is een bekende in de Utrechtse roeisport en bestuurslid van Watersportbaan Midden-Nederland, een stichting die zich al twintig jaar sterk maakt voor extra roeiwater omdat het op het Merwedekanaal veel te vol is. Voert hij de druk op met het oprichten van de club? Een beetje wel, maar dit is ook het momentum, vindt De Lange. "In het regeerakkoord wordt bouwen in de polder gestimuleerd en gisteravond was er een roeidebat in aanloop naar de gemeenteraadsverkiezingen. Daar bleek opnieuw heel veel politieke animo te zijn voor roeiwater in Rijnenburg. Naar verwachting wordt in de komende collegeperiode de knoop doorgehakt en kan de eerste schop de grond in. Dus is het vandaag het moment om alvast een roeiclub te beginnen."

Onder meer D66, VVD en PvdA vinden de polder een serieuze optie. Kandidaten van de partijen merkten tijdens het roeidebat op dat de tijd van afwachten voorbij is en dat er in de komende collegeperiode echt keuzes moeten worden gemaakt. Ook GroenLinks en Partij voor de Dieren zien roeien in Rijnenburg als de oplossing, al zijn ze er geen voorstander van dat de aanleg van een baan gekoppeld wordt aan woningbouw in de polder tussen IJsselstein en De Meern. Het volledige debat is terug te kijken. Vanaf 1:04:10 wordt de aanleg van een roeibaan in Rijnenburg besproken.

Het roeiwater zou gecreëerd moeten worden in het noordelijke deel van de polder, parallel aan de A12 bij Oudenrijn. Het gaat om een rondje van minstens 4,5 kilometer. Het moet ook het trainingswater worden van de ongeveer 150 wedstrijdroeiers van de Utrechtse verenigingen. Zij moeten nu uitwijken naar Vianen omdat het op het Merwedekanaal te druk is. "Maar Vianen is te ver en niet goed bereikbaar", vindt De Lange.

Ook Rémi ter Haar, die op de lijst staat van Student & Starter, vindt dat geen goede oplossing, zei ze tijdens het roeidebat. "We willen pronken met olympische medailles, maar dan moet je ook faciliteren dat de roeisport in de stad kan groeien. In Utrecht zijn heel veel roeiers per vierkante meter. Per jaar wijzen de verenigingen tweeduizend leden af."

Roeiclub Rijnenburg wil ervoor waken dat de 'roei-filedruk' en overlast worden verplaatst van het Merwedekanaal naar Rijnenburg. De menselijke maat is een belangrijk uitgangspunt van de nieuwe vereniging, zegt de initiatiefnemer. "Het moet een club zijn waarin alle overige leeftijdsgroepen evenwichtig zijn vertegenwoordigd. Belangrijk is dat iedereen zich welkom voelt, wat voor kleur, inkomen of geaardheid je ook hebt. Mensen van de LBHT+ gemeenschap en mensen uit de buurt van Rijnenburg worden in het bijzonder van harte uitgenodigd om bij de club te gaan roeien."

Circa 2800 overige Utrechtse roeiers - van recreanten tot competitieroeiers en van jeugd tot fanatieke veteranen - blijven aangewezen op het Merwedekanaal, stelt De Lange. "Voor hen is er geen plan B, een bijzonder goede reden om extra zuinig te zijn op het huidige roeiwater." Daarom hebben Triton, Viking en Orca zich opnieuw gecommitteerd aan het Merwedekanaal. Dat deden de voorzitters van de verenigingen voorafgaand aan het debat door samen met de Utrechtse wethouders Kees Diepeveen en Rachel Streefland een convenant te ondertekenen voor het behoud van de roeisport in de stad.

Maar hoe zit het met de kosten van een nieuwe baan? In 2020 besloot de gemeente dat die te hoog waren, waarna roeiwater niet werd meegenomen in de plannen voor duurzame energie in polder Rijnenburg tot teleurstelling van de Utrechtse roeiverenigingen. Volgens de gemeente was er geen zicht op financiering door lokale stakeholders of mede-investeerders. Daarom werd het plan afgeschoten.

Tijdens de debat van gisteravond werd een bedrag van 30 miljoen euro genoemd voor het aanleggen van een roeibaan. "Dat is veel te hoog en gebaseerd op eerdere ramingen. En als je het combineert met woningbouw - dat kan in Rijnenburg zijn, maar ook in Papendorp - kost het de gemeenschap niets", zegt initiatiefnemer De Lange. Hij heeft er het volste vertrouwen in dat het roeiwater 'gratis' gerealiseerd gaat worden. "Minstens 15 procent van het bebouwde oppervlak moet gecompenseerd worden met nieuw aan te leggen oppervlaktewater. De ontwikkelaars moeten dat gaan betalen en zullen dat in de huizenprijzen doorberekenen. Met het benodigde water ontstaat een unieke kans."