UMC Utrecht langer in onzekerheid, onderzoek naar sluiting kinderhartcentra uitgebreid
UTRECHT - Minister Ernst Kuipers van Volksgezondheid gaat de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) vragen om het onderzoek naar kinderhartcentra uit te breiden. Er ligt momenteel een plan om twee van de vier kinderhartcentra in Nederland - die in Leiden en Groningen - te sluiten. Alle specialistische zorg op dat gebied zou dan alleen nog maar uitgevoerd kunnen worden in het UMC Utrecht en Rotterdam.
Er zijn in Nederland slechts twaalf kinderhartchirurgen die zulke zorg kunnen leveren. Een deel van hen gaat binnenkort met pensioen en daardoor komt de zorg onder druk te staan. Omdat het steeds lastiger wordt om in vier centra dag en nacht paraat te staan, is het plan om twee kinderhartcentra te sluiten.
Maar dat plan stuit op veel kritiek. De sluiting van de twee kinderhartcentra leidt namelijk tot grote spanningen, ook tussen de centra die dit werk nu verrichten. Daarom drong de Tweede Kamer aan om het plan toch nog eens tegen het licht te houden.
Een nieuwe afweging
In het nieuwe onderzoek wordt per ziekenhuis bekeken wat de gevolgen zouden zijn als bepaalde specialistische ingrepen daar niet meer uitgevoerd worden. Op die manier kan opnieuw een afweging worden gemaakt welke kinderhartcentra uiteindelijk moeten sluiten.
De Kamer wil namelijk een betere onderbouwing voor die keuze. Verschillende fracties vinden dat de ziekenhuizen die openblijven in Rotterdam en Utrecht te dicht bij elkaar liggen.Sommige partijen, zoals de ChristenUnie en het CDA willen ook weten of het niet volstaat om één kinderhartcentrum te sluiten. FvD zegt zelfs dat er een centrum bij zou moeten komen.
Kuipers blijft ervan overtuigd bij dat concentratie van de kinderhartzorg noodzakelijk is. Hij verwacht dat ook na de NZa-studie duidelijk zal zijn dat teruggaan naar twee beter is dan naar drie.
