Utrechtse binnenstad in trek ondanks corona, stad profiteert van Hoog Catharijne

UTRECHT - De Utrechtse binnenstad is en blijft populair voor het winkelend publiek en verliest nog geen terrein door de stijgende populariteit van het online shoppen. Dat blijkt uit het Koopstromenonderzoek 2021 dat vandaag naar buiten is gekomen. Van de vier grote steden is Utrecht de enige stad die zijn status van koopkathedraal blijft behouden.
Allereerst is de provincie Utrecht daar natuurlijk hartstikke blij mee. "Het karakter van de stad veranderd mee met de ontwikkelingen die er zijn. Dus we zijn zeker blij. Het is een goed teken omdat er op tijd investeringen zijn gedaan", legt gedeputeerde Robert Strijk uit.
Utrecht beter dan de rest
Maar er zijn ook vragen: hoe komt het nou dat Utrecht het zoveel beter doet dan Den Haag, Rotterdam en Amsterdam? Een antwoord geven op die vraag vindt de gedeputeerde lastig. Maar het heeft volgens Strijk sowieso veel te maken met de aanpak van winkelcentrum Hoog Catharijne.
"Het nieuwe karakter, mooie nieuwe winkels, de locatie dichtbij het station. Ik vind het zelf een mooie verbinding tussen de historische stad en het nieuwe, die combinatie is de kracht", zegt hij.
Internetshoppen
De uitkomsten van het Koopstromenonderzoek 2021 geven niet alleen maar redenen voor een feestje. Er is volgens de gedeputeerde toch wel degelijk reden voor zorgen omdat de trend van online shoppen niet stopt maar juist toeneemt. "We lopen vaker naar de deur voor de postbezorger dan we naar het centrum lopen."
Utrechtse steden moeten volgens hem dan ook goed blijven nadenken en anticiperen op de toekomst: "Dat geldt niet alleen voor Utrecht maar ook voor bijvoorbeeld Bunnik en Vijfheerenlanden. Wat gaat er echt in de praktijk gebeuren als de lockdown eraf is? Komt het toerisme weer terug of juist niet? We moeten de komende tijd goed monitoren wat het allemaal gaat betekenen voor ondernemers en gemeentebesturen."
Hij ziet daarbij niet een actieve rol weggelegd voor de provincie omdat het volgens hem in dit soort situaties ook moet aankomen op goed ondernemerschap. Maar zo nu en dan, zeker tijdens de coronacrisis, is er wel een uitzondering te maken met speciale regelingen om bijvoorbeeld de toenemende leegstand tegen te gaan.
Strijk: "Vorig jaar hebben we een regeling gemaakt met gemeenten voor ondernemers en vastgoedhandelaren. Ga als gemeente met die twee om de tafel zitten en maak je plan. We subsidiëren dat dan want we vinden het belangrijk dat het hart van die stad blijft bestaan. 22 van 26 gemeenten hebben ingetekend op die regeling. Kijk de overheid runt de winkel niet dat moeten ondernemers zelf doen maar het centrum is wel het hart van de gemeenschap."
Doelgericht shoppen
Een andere opvallende uitkomst van het onderzoek is dat mensen minder vaak gaan funshoppen. Als shoppers nu gaan winkelen hebben ze een duidelijk doel voor ogen. Dat is goed nieuws voor de doelgerichte sector, zoals bouwmarkten, woonwinkels en tuincentra. Daar stegen de uitgaven namelijk. Ook is de invloed van IKEA duidelijk zichtbaar. Gemeenten zoals Utrecht, Amersfoort, weten daardoor de meeste extra omzet van buiten de eigen gemeente naar zich toe te trekken.
"De afgelopen twee jaar zijn we door corona meer spaargeld gaan aanwenden in ons eigen huis. Die investeringen zijn fors toegenomen. De vraag is alleen of dit soort uitgaven blijvend is", licht Strijk toe. Of het nou blijvend is of niet, het is volgens hem wel gunstige ontwikkeling. "Als mensen daar (IKEA red.) naar toe gaan, pakt alles wat daar in de buurt zit daar iets van mee. Het is een magneet met mooie bijvangst. Het is belangrijk dat je zulke mooie iconen in je steden hebt."
Het funshoppen wordt dus steeds vaker ingeruild voor het doelgericht shoppen. Lokaal shoppen leek zich aan het begin van de coronacrisis bij die twee opties te voegen, maar die trend lijkt te zijn gestopt. Dat is volgens de gedeputeerde heel jammer. "Dat is een zorg. Je moet als ondernemer alert blijven op je eigen inwoners. Je moet je lokale publiek blijven bedienen. Er kan best een appèl zijn dat wij als provincie moeten helpen maar ik geloof niet dat het werkt dat ik als bestuurder zeg waar je iets moet kopen."
Het Koopstromenonderzoek 2021 werd uitgevoerd door de combinatie I&O Research, BRO en Bureau Stedelijke Planning in opdracht van de Provincie Noord-Holland, Provincie Zuid-Holland, Provincie Utrecht en Provincie Noord-Brabant. In deze provincies woont 60 procent van alle Nederlandse huishoudens. 180.000 consumenten deden mee aan het onderzoek naar het functioneren van centrum- en winkelgebieden in de Randstad en Noord-Brabant.