Utrechters met down-syndroom hoeven hoge pgb-schuld niet terug te betalen

UTRECHT - Twee Utrechters en een Amsterdamse hoeven een deel van hun persoonsgebonden budget (pgb) niet terug te betalen aan zorgkantoor Zilveren Kruis. Dat heeft de rechtbank Midden-Nederland besloten. Per persoon ging het om een bedrag tussen de 36.000 euro en 74.000 euro.
De pgb-houders hebben alle drie het downsyndroom. Een familielid regelt hun zaken. De familieleden kochten zorg in bij thuiszorgverlener Dolia. In 2017 bleek dat Dolia grootschalige fraude had gepleegd. Een flink deel van de facturen bleek vervalst en veel zorg was niet geleverd. Zilveren Kruis becijferde eerder dat ze in totaal door Dolia voor meer dan 5 miljoen euro waren getild.

Te goeder trouw

Zilveren Kruis vindt dat de drie pgb-houders zelf geen fouten hadden gemaakt en te goeder trouw zijn. Maar omdat Dolia inmiddels failliet was, waren de besluiten om de pgb terug te vorderen toch aan de drie gericht. Daarnaast was Zilveren Kruis ook van plan om een civielrechtelijke procedure tegen de familieleden te starten, omdat zij fouten in de administratie zouden hebben gemaakt.
Voor de rechtbank wachtte een lastig dilemma, omdat de hoogste bestuursrechter in eerdere zaken had besloten dat 'de kwetsbaarheid van de pgb-houder niet mag meewegen' in een besluit. Dat zou betekenen dat het niet uit zou maken dat de drie pgb-houders het downsyndroom hebben en daardoor hun zaken niet zelf kunnen regelen. Toenmalig minister van Volksgezondheid Hugo de Jonge erkende eind vorig jaar dat dit een zwakke plek in het rechtsysteem kon zijn, maar liet een eventuele oplossing aan het volgende kabinet over.

Afwijken van vaste lijn

Daar wilde de rechtbank niet op wachten. "Soms is het nodig om van een vaste lijn in de rechtspraak af te wijken en dat is wat de rechtbank nu doet", laat de rechtbank weten. De pgb-houders moesten zo snel mogelijk duidelijkheid krijgen. "Voor hen hangt in de lucht dat ze een groot geldbedrag terug moeten betalen, met alle stress en onzekerheid die daarbij hoort."
De drie betrokkenen hoeven het geld dus niet zelf terug te betalen van de rechter. Dat ligt anders voor de familieleden die hun zaken behartigden. De rechter zegt dat Zilveren Kruis hen wel direct mag aanspreken met een procedure bij de civiele rechter. De familieleden wacht mogelijk dan ook een nieuwe rechtszaak.