Syrische statushouders in achterstandswijken het vaakst in armoede
UTRECHT - Syrische statushouders in achterstandswijken leven vaker in armoede dan andere gemeenschappen, zo blijkt uit de wijkmonitor van Kennisplatform Inclusief Samenleven (KIS). Voor het eerst zijn de inkomensgegevens op wijkniveau gekoppeld aan de herkomst van bewoners. En daarbij vielen gelijk grote verschillen tussen de verschillende groepen per wijk op. Zo heeft 61 procent van de Syrische statushouders heeft een laag inkomen, terwijl het gemiddelde in Nederland 7 procent is.
Volgens onderzoeker Hans Bellaart van het Utrechtse Verwey-Jonker instituut is het zorgelijk dat Syrische statushouders vaker in armoede leven dan andere groepen. "Rond 2016 zijn ze in grote groepen naar Nederland gevlucht. Ze moeten hun plek in de samenleving nog vinden en juist in deze groep is veel werkloosheid", vertelt Bellaart op Radio M Utrecht.
"Als je het vergelijkt met statushouders uit Eritrea zie je dat dat een jongere groep mensen is. Zij kiezen ervoor om zo snel mogelijk te gaan werken, terwijl we van de Syrische groep weten dat ze eerst willen studeren en investeren in de lange termijn."
Schuldhulpverlening
Volgens Bellaart maakt slechts een opvallend klein deel van de statushouders met schulden gebruik van de schuldhulpverlening. "Vaak hebben ze voor hun vlucht veel geld moeten betalen en ook voor de inburgeringscursus moet je geld lenen bij de DUO. Mogelijk kennen ze de weg naar schudhulpverlening niet of schamen ze zich."
Toch is Bellaart niet pessimistisch over de toekomst van Syrische statushouders: "We zien dat hoe langer ze hier zijn, hoe kleiner het percentage met een laag inkomen is."
