Artsen geven tegengeluid: kinderhartchirurgie concentreren is goed voor patiëntjes

Archieffoto.
Archieffoto. © UMC Utrecht / Sint Antoniusziekenhuis
UTRECHT - Een groep kinderhartchirurgen en -cardiologen verdedigt het besluit om complexe kinderhartoperaties straks alleen nog uit te voeren in Utrecht en Rotterdam. "Hoe meer kinderen je ziet, hoe meer ervaren je wordt, hoe beter de overlevingskansen voor de kinderen", schrijven de artsen. Volgens hen gaat het openhouden van meer centra "ten koste van de overlevingskansen van onze patiëntjes".
Minister van Volksgezondheid Ernst Kuipers bekrachtigde vorige week het besluit van zijn voorganger Hugo de Jonge over de kinderhartchirurgie. Die moet worden geconcentreerd in het UMC Utrecht en het Erasmus MC in Rotterdam. Dat betekent dat de academische ziekenhuizen in Leiden, Amsterdam en Groningen op termijn moeten stoppen met de operaties.

Vooral in Groningen veel boosheid

Als een ziekenhuis operaties vaker uitvoert, is dat goed voor de kwaliteit, zo is de gedachte. Over het besluit is veel ophef ontstaan. De ziekenhuizen die moeten stoppen vinden het 'oneerlijk' en vinden het achteruitgang voor hun patiënten. Kinderombudsvrouw Margrite Kalverboer toonde zich vooral kritisch over het staken van dit soort operaties in Groningen, onder meer vanwege de afstand die patiëntjes en hun ouders hierdoor moeten afleggen. Volgens de artsen willen ouders echter de beste zorg voor hun kind en zijn ze "graag bereid daarvoor te reizen".
De artsen die woensdag met een tegengeluid kwamen, zijn relatief jong en werken vooral voor de twee centra die de kinderhartchirurgie wel behouden. Ze leggen uit waarom het voor hun werk belangrijk is om deze zorg te concentreren. In heel Nederland zijn volgens de artsen slechts twaalf kinderhartchirurgen en veertien kinderinterventiecardiologen werkzaam.
Wanneer niet feiten maar emoties de discussie domineren, kan dit de noodzakelijke samenwerking van Nederlandse kinderhartdokters schaden.
Artsen laten een 'tegengeluid' horen
"De kleine club kinderhartdokters die ingrepen verrichten, werkt op vijf locaties, moet daar 24/7 klaarstaan en heeft bijna iedere dag dienst", schetsen ze de drukte. "Veel ingrepen worden door twee specialisten uitgevoerd. Dus ook als je geen dienst hebt, ben je altijd beschikbaar." Als iemand met vakantie is, of ziek, kan dat in kleinere centra tot problemen leiden. "Soms is hulp van collega's uit een ander ziekenhuis nodig om een bijzonder complexe ingreep te doen of om de roosters rond te krijgen."
Volgens deze voorstanders van het besluit wordt in de discussie soms ten onrechte gesuggereerd dat kinderhartcentra helemaal gesloten worden. Dat klopt echter niet, want de centra die de operaties moeten stoppen blijven wel diagnostiek, voor- en nazorg en controles doen.
"Veel kinderen met een aangeboren hartafwijking zijn tot hun achttiende misschien maar een paar dagen opgenomen in een ander ziekenhuis", schrijven de artsen. "Wanneer niet de feiten maar de emoties de discussie domineren, kan dit de noodzakelijke samenwerking van de Nederlandse kinderhartdokters schaden", waarschuwen ze.