Rechtbank trekt vier dagen uit voor proces tegen zes verdachten Utrechtse plofkraakbende

De zes worden door het Openbaar Ministerie verdacht van lidmaatschap van een criminele organisatie. Ze zouden in wisselende samenstelling betrokken zijn geweest bij plofkraken en de voorbereidingen daarvoor.

Van de verdachten komen er vier uit onze regio. Dat zijn drie mannen uit Utrecht van 21, 22 en 23 jaar oud en een 24-jarige Nieuwegeiner. De andere twee verdachten zijn een 21-jarige man en een 30-jarige vrouw uit Den Bosch. Waarschijnlijk waren er nog meer mensen bij de groep betrokken, maar die worden in dit onderzoek niet vervolgd.

De politie hield de eerste verdachten al vanaf maart 2020 in de gaten. Ze werden geobserveerd en afgeluisterd, zowel door Nederlandse als Duitse rechercheurs. Terwijl het onderzoek liep waren meerdere verdachten betrokken bij dodelijke incidenten. In september 2020 kwam een jonge Utrechter om het leven toen hij in een bedrijfspand in Overvecht explosieven teste op pinautomaten.

De crash met een mogelijke vluchtauto zorgde een aantal maanden later voor een derde slachtoffer. Een jonge vrouw kwam op de A2 bij Nieuwegein om het leven toen de snelle Audi met twee van de verdachten met ruim 250 km/u een klapband kreeg en op haar auto klapte. De 21-jarige Utrechter M. van D. werd daarvoor onlangs veroordeeld tot drie jaar gevangenisstraf. Het OM heeft in die zaak hoger beroep aangetekend, omdat de strafeis twee keer zo hoog was als het vonnis .

Van D. zat vandaag voor het eerst als verdachte in deze plofkraakzaak voor de rechter. Hij strandde twee jaar geleden met een medeverdachte in een gehuurde Audi op een ongelukkige plek langs de A27. De politie trof toen in de auto spullen aan die worden gebruikt bij plofkraken, zegt het OM. Hij wordt verdacht van diefstal van auto's, die hij ontsloot met behulp van een speciaal kastje. Ook had hij spullen in zijn bezit voor het plegen van plofkraken, zoals accu's, jerrycans, gasflessen, kabels en tasers.

De Utrechter H.O. wordt verantwoordelijk gehouden voor het regelen van pinautomaten. In een bedrijfspand in Utrecht Overvecht zou hij met een omgekomen medeverdachte hebben getest hoe die met explosieven open konden worden geblazen. Daarvan zou hij ook instructiefilmpjes hebben gemaakt voor andere verdachten.

De Utrechters O.S. en W.Z. waren volgens het OM met Boschenaar A.A. op 8 augustus 2020 betrokken bij een plofkraak in de Sparkassebank in het Duitse Wachtendonk. Daarbij werd 167.000 euro buitgemaakt en raakte het pand waarin de pinautomaat stond zwaarbeschadigd. De explosie leverde volgens het OM ook gevaar op voor de direct omwonenden.

De drie worden door het OM ook verantwoordelijk gehouden voor een mislukte plofkraak in het Duitse Geldern. Verder zouden O.S en A.A. hebben geprobeerd om een geldautomaat uit de muur te wrikken bij een bank in het Duitse Alpen-Veen, om er vervolgens een explosief gasmengsel in te spuiten. De Boschenaar zou een grotendeels bekennende verklaring hebben afgelegd.

De vrouw uit Den Bosch was volgens de officier van justitie verantwoordelijk voor de opslag van explosieven en grondstoffen. Die vond de politie in een kelderbox in Den Bosch. Ook leek zij een coördinerende rol binnen de groep te hebben gespeeld. Zij plande volgens het OM waar en wanneer een plofkraak zou kunnen worden gepleegd en wie dat uit kon voeren. Ook zou zij betrokken zijn geweest bij voorverkenningen ter plekke.

Tijdens de regiezitting besliste de rechtbank vandaag dat de verdediging nog een aantal getuigen mag laten horen. Het gaat dan onder anderen om politiemensen, omwonenden van de beroofde bank en een autoverhuurder. Vijf verdachten mogen het vervolg van hun rechtszaak op voorwaarden in vrijheid afwachten. Ook komen beelden en afgeluisterde gesprekken beschikbaar voor de verdachten en hun advocaten.

Een aantal verdachten zei bij het werk last te hebben van de enkelband die zij moeten dragen. Zij vroegen de rechtbank om de elektronische controle stop te zetten, omdat zij zich de afgelopen tijd keurig hebben gedragen. Maar volgens het OM is het mede dankzij de enkelband dat zij niet opnieuw in de fout zijn gegaan. De rechtbank oordeelde dat de enkelband nog steeds nodig is om de kans op herhaling te beperken.

Omdat het een complexe zaak is met veel verschillende verdenkingen en een groot aantal verdachten, heeft de rechtbank vier dagen voor de inhoudelijke behandeling uitgetrokken. Van dinsdag 11 tot en met vrijdag 14 oktober worden alle feiten met de verdachten besproken en komt de officier van justitie met strafeisen. Die zijn voor plofkraken de afgelopen jaren flink verzwaard.