Toeslagenschandaal: ook Utrechtse kinderen uit huis geplaatst, gemeente wil gezinnen ondersteunen

UTRECHT - In Utrecht zijn tussen 2015 en 2020 bijna tien kinderen van gedupeerden van de kindertoeslagenaffaire uit huis geplaatst. "We constateren op basis van de landelijke cijfers dat in Utrecht het percentage relatief laag is ten opzichte van het landelijke beeld", aldus wethouder Eerenberg.
Hij is met enkele collega-wethouders in gesprek met het Rijk over het ondersteunen van de gezinnen, schrijft hij in een brief aan de gemeenteraad. "De basis voor de aanpak is gelegd, maar nog niet tot in detail uitgewerkt. Iedereen in Utrecht die denkt dat het hem of haar treft, kan met (hulp)vragen terecht bij het buurtteam en/of hun gezinsvoogd." Wethouder Eerenberg denkt de gemeenteraad begin volgend jaar verder te kunnen informeren.
De toeslagenaffaire draait om onterechte fraudeverdenkingen bij kinderopvangtoeslagen en de strenge terugvorderingen bij fouten. Volgens onderzoekscommissies was de werkwijze van de Belastingdienst onrechtmatig, discriminerend en onbehoorlijk.
In oktober werd bekend dat tussen 2015 en 2020 in heel Nederland 1115 kinderen uit huis zijn geplaatst bij gezinnen die ook door de affaire gedupeerd zijn. Eind vorig jaar waren er landelijk nog 420 lopende uithuisplaatsingen. Het is niet bekend of alle 1115 kinderen ook vanwege het toeslagenschandaal uit huis zijn geplaatst.
De cijfers
De raad wilde naar aanleiding van de landelijke cijfers weten hoe het in Utrecht zit. Het CBS heeft daarop de statistieken op verzoek van onder meer het ministerie uitgesplitst.
Daaruit blijkt dat bij de Belastingdienst in de gemeente Utrecht in oktober dit jaar 1495 minderjarigen geregistreerd stonden als kind van een door de toeslagenaffaire gedupeerde ouder. In de periode 2015-2020 zijn minder dan tien van die kinderen uit huis geplaatst. In Rotterdam gebeurde dit het vaakst: ongeveer 150 keer. Daarna volgen Amsterdam (85), Den Haag (55) en Almere (45).
Het CBS heeft alle aantallen afgerond op vijftallen en aantallen onder de tien niet gepubliceerd om herleidbaarheid te voorkomen.