Kleine brouwerijen in opstand tegen accijnswijziging: 'Ondernemers krijgen een trap na'

Archief.
Archief. © Brouwerij Oproer
UTRECHT - Moet je straks op het terras tien euro neerleggen voor een speciaalbiertje? Een nieuw wetsvoorstel lijkt aan te sturen op een fikse verhoging van de accijns op bieren met een hoog alcoholpercentage. Kleine brouwerijen komen in opstand. "De lokale economie steunen, werd aangemoedigd in coronatijd. Nu krijgen we juist een trap na." Maar afgaande op een bericht van gisteren lijkt de verantwoordelijke staatssecretaris niet overtuigd.
De commotie in bierbrouwers-land draait allemaal om een voorstel van staatssecretaris van Financiën Hans Vijlbrief (D66) om de wet op bier-accijnzen te wijzigen. Twee dingen moeten anders, vindt de staatssecretaris. De accijns moet voortaan geheven worden op basis van alcoholpercentage en niet meer op basis van het zogeheten 'stamwortgehalte'. En de accijnsvrijstelling voor kleine brouwerijen moet worden afgeschaft.

Concrete gevolgen

Die eerste maatregel, de accijns berekenen op basis van alcoholpercentage, is een wat ingewikkeld en technisch verhaal. "Maar wel één met heel concrete gevolgen", zegt Gijs van Wiechen van de Utrechtse brouwerij De Kromme Haring. Het komt, heel simpel gezegd, op het volgende neer: voorheen betaalden brouwerijen hun accijns op basis van de hoeveelheid suiker in het bier voor het vergist wordt. In het nieuwe wetsvoorstel betalen brouwerijen accijns op basis van het daadwerkelijke alcoholpercentage.
"Dat betekent dat we op een andere manier moeten meten", legt Van Wiechen uit. "Dat is gedoe en kost geld, maar persoonlijk denk ik dat daar nog een mouw aan te passen is. Het grote probleem zit hem erin dat hogere percentages significant meer gaan kosten."
De lokale economie is zo belangrijk, en dan krijgen we vervolgens zo'n regel op ons bord. Het voelt allemaal heftig en oneerlijk.
Gijs van Wiechen, bierbrouwer
"De overheid zegt dat deze manier van berekenen budgetneutraal is, maar dat geldt eigenlijk alleen voor de bieren van vijf procent", zegt Van Wiechen. "Pils dus. Bij lagere bieren gaan de accijns iets omlaag, maar bij hogere bieren gaan de accijns exponentieel omhoog."
Een doorberekening van het ministerie bevestigt dit. Een licht-alcoholische Radler gaat daarin van negen cent in accijnzen naar vijf cent wat betekent dat de consument vier cent minder zou gaan betalen. Bij een Heineken van vijf procent blijft de accijns hetzelfde. Maar een La Trappe Quadrupel met tien procent alcohol gaat van veertien cent accijns naar drieëntwintig cent. De klant betaalt dan negen cent meer per glas.
"Nu wil het geval dat de meeste craftbierbrouwerijen voor hun omzet veel afhankelijker zijn van de zware bieren dan de gemiddelde grote pilsbrouwer", zegt Van Wiechen. "Wij experimenteren vaker met andere smaken en bijvoorbeeld meer mout. Denk aan een IPA (vaak een alcoholpercentage van 6 procent): die wordt 8 à 9 procent duurder om te maken. Dat heeft weer gevolgen voor de verkoopprijs, voor de prijs die cafés en slijterijen rekenen en vervolgens ook weer voor de consument. Het is een soort butterfly-effect."

Lobby

Ook de tweede maatregel is er één die kleinere brouwerijen direct voelen: voor hen zou de accijnsvrijstelling moeten worden afgeschaft. Met name één zin uit een beslisnota van eerder dit jaar viel compleet verkeerd bij de brouwerijen: "Mogelijk leidt het voorstel tot afschaffen van het verlaagd tarief voor kleine bierbrouwerijen tot weerstand, dit betreft echter een kleine groep (zonder sterke lobby) en bovendien is er geen rechtvaardiging om deze groep wel een verlaagd tarief te gunnen", schreef staatssecretaris Vijlbrief toen.
"Kleine brouwerijen hebben het erg moeilijk gehad het afgelopen jaar, en wij nog eens extra", zegt Mark Strooker van Oproer brouwerij, doelend op de brand die zijn café afgelopen jaar trof. "De grote brouwerijen, die met name bieren maken met vijf procent alcohol, hebben een goede lobby. Voor hen wijzigt er nagenoeg niets. Dat fenomeen: 'Ze hebben toch geen lobby dus ze gaan niet tegenstribbelen', vind ik heel storend."
Het moet ook doorberekend worden aan de consument. Kopen die dan straks nog wel ons bier?
Mark Strooker, brouwer
De lobby was overigens steviger dan de staatssecretaris dacht: een petitie 'Wetsvoorstel bieraccijns niet ten koste van kleine brouwerijen' van branchevereniging Craft werd binnen korte tijd duizenden keren ondertekend.
"Een nieuw wetsvoorstel voor de herziening van alcoholaccijnzen pakt rampzalig uit voor kleine brouwerijen. Aanleiding is een beoogde budgetneutrale vereenvoudiging van de werkwijze bij de Douane, maar onderzoek toont aan dat kleine brouwerijen hierdoor onevenredig hard worden getroffen", schrijven de initiatiefnemers.
Maar staatssecretaris Vijlbrief lijkt niet overtuigd door het verzet van de kleine brouwerijen. In een nota aan de Kamer van gisteren legt hij uit dat het kabinet accijnzen ziet als een belasting op het gebruik van goederen. Het moet volgens Vijlbrief dan niet uitmaken of die van een kleine of een grote brouwerij zijn. "In die zin is geen sprake van een keuze voor grote brouwerijen ten opzichte van kleine brouwerijen. Door het afschaffen van het verlaagd tarief wordt een gelijk speelveld gecreëerd tussen de alcoholhoudende dranken. Op andere alcoholhoudende dranken (bijvoorbeeld wijn, of sterke drank) kent Nederland namelijk geen verlaagd tarief."

Lokale economie

Maar wat betekent dit voor de consument die straks een lokaal speciaalbiertje wil drinken op het terras? Van Wiechen en Strooker durven er nog geen harde cijfers aan te geven. "Het heeft gevolgen voor iedereen. De tussenhandel, de retail, het café en de slijterij. Vervolgens moet het ook doorberekend worden aan de consument. Kopen die dan straks nog wel ons bier?", vraagt Strooker van Oproer brouwerij zich af. "Ik denk dat er brouwerijen om gaan vallen, en ik hoop dat wij daar niet bij horen."
Ook Van Wiechen denkt dat de consument de rekening krijgt van de accijnsverhoging. "De marges aan onze kant worden ook krapper, maar die zijn al niet ruim. Brouwen is geen bedrijfstak waar je stinkend rijk van wordt. De coronatijd is zwaar geweest, maar we merkten juist ook welke belangrijke rol we spelen in een stad. In de tijden dat alles gesloten was, kozen mensen specifiek voor routes om kleine ondernemers zoals ons te steunen. De lokale economie is zo belangrijk, en dan krijgen we vervolgens zo'n regel op ons bord. Het voelt allemaal heftig en oneerlijk."

Verzet

Maar de strijd is nog niet gestreden voor Craft, de branchevereniging van onafhankelijke brouwers. Jitze Vellenga van de bierbrouwersclub is niet te spreken over de nota van de staatssecretaris van gisteren. "Er staan veel onjuistheden in. We hebben het idee dat hij om de hete brij draait en het voorstel er doorheen wil drukken."
We hebben het idee dat hij om de hete brij draait en het voorstel er doorheen wil drukken.
Jitze Vellenga, branchevereniging kleine brouwers
Volgens Vellenga zegt de staatssecretaris dat er met Craft is gepraat maar dat is volgens hem 'pertinent niet zo'. De club is ook helemaal geen voorstander van een verandering in het accijnssysteem, terwijl dit volgens Vellenga wel zo wordt gepresenteerd. "En wij zouden ook maar een cent per fles extra kosten gaan maken, maar dat klopt écht niet." Ook een uitspraak dat in het buitenland kleine brouwerijen geen lager tarief hebben, klopt niet volgens Craft.
De branchevereniging van onafhankelijke brouwers gaat nu kamerleden benaderen om tegen het plan van de staatssecretaris te stemmen. Daar zit wel haast bij: Vijlbrief wil nog dit jaar het plan er doorheen krijgen. Het moet dan 1 januari 2023 ingaan.