Juridisch sticker-steekspel kostte gemeente Utrecht ruim een ton

© geenreclameontvangen.nl
UTRECHT - De verloren juridische strijd over de ja-ja-sticker heeft de gemeente Utrecht ruim een ton gekost. Dat laat wethouder Klaas Verschuure weten na vragen van Stadsbelang en de VVD.
Waar ging de juridische strijd over?
In Utrecht geldt sinds 2020 de regel dat ongeadresseerde reclame alleen bezorgd mag worden als er een ja-ja-sticker op de brievenbus zit. Meer gemeenten hebben deze maatregel genomen om de strijd aan te gaan met papierafval. Maar Utrecht vond dat ook huis-aan-huisbladen onder de nieuwe regels moesten vallen, tot onvrede van de bladen die daardoor flink wat lezers vreesden te verliezen. De uitgever van Stadsblad Utrecht spande een kort geding aan.
De Hoge Raad oordeelde in september dat de gemeente Utrecht inwoners niet mag verplichten om een ja-ja-sticker op de brievenbus te plakken als ze graag een huis-aan-huisblad willen ontvangen.
De gemeente hoopte zo de hoeveelheid papierafval te verkleinen, maar volgens de Hoge Raad is dit in strijd met de persvrijheid. Het hoogste rechtsorgaan in Nederland bevestigde hiermee de uitspraak van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, dat eerder wees op de onrechtmatigheid van de sticker.

Teleurgesteld

"Wij zijn teleurgesteld in de uitspraak van de Hoge Raad, ook omdat deze niet verder gemotiveerd wordt", zegt wethouder Verschuure. "Door de uitspraak kunnen we niet de door ons beoogde papierbesparing en een lagere belasting van het milieu behalen."
Volgens de wethouder was de uitspraak "niet gemakkelijk te voorspellen" omdat het Europese Hof voor de Rechten van de Mens en de Hoge Raad niet eerder over een vergelijkbare casus beslist. "Bij de afweging om in cassatie te gaan tegen de uitspraak van het Gerechtshof hebben we cassatieadvies ingewonnen."

Kosten

Het cassatieadvies kostte 5.500 euro en de uiteindelijke procedure 39.000 euro. Samen met de andere juridische procedures lopen de kosten op tot 111.750 euro. "De ambtelijke uren, van onder meer eigen juridisch adviseurs, beleidsmedewerkers en anderen, worden niet apart bijgehouden en zijn daardoor niet in kosten uit te drukken", aldus de wethouder.