Tweehonderd jaar Diergeneeskunde: 'Dierenarts is een onmisbaar beroep'

UTRECHT - Een bonte stoet dierenartsen is vanmiddag in Utrecht begonnen aan een estafettetocht door het land. De faculteit Diergeneeskunde van de Universiteit Utrecht viert zo het 200-jarig bestaan van de voor Nederland unieke opleiding tot dierenarts.
Tot 10 december brengen dierenartsen het 'Veterinaire Vuur' door het land.
Tot 10 december brengen dierenartsen het 'Veterinaire Vuur' door het land. © RTV Utrecht / Annemarie de Wit
Op 10 december, wanneer de staf met het zogenoemde 'Veterinaire Vuur' terugkeert in Utrecht, is het precies twee eeuwen geleden dat de Rijks Veeartsenijschool werd opgericht. In 1821 telde de opleiding 24 studenten, die hun intrek hadden genomen op de zolder van de voormalige buitenplaats Gildestein. Het gebouw aan de Biltstraat was daarvoor een aantal jaar in gebruik geweest als fabriek waar katoen werd bedrukt.

Band met Utrecht

De estafette voert van het huidige faculteitsadres op De Uithof via de oude locatie aan de Biltstraat langs talloze dierenartsen in Nederland, die allemaal een band met Utrecht hebben. Nog altijd is die universiteit de enige academie in het land die de opleiding aanbiedt, tegenwoordig aan ruim tweehonderd studenten per jaar.
Dierenartsen vieren jubileum en een bezoek aan de faculteit Diergeneeskunde
"Diergeneeskunde en de dierenarts spelen een belangrijke rol in de maatschappij", zegt vice-decaan Merel Langelaar vanmiddag bij de start van de actie. "Het gaat om de verbinding van mens en dier, onze omgang met dieren, het houden van dieren en alles wat er omheen hangt. We willen onze veterinaire kennis overbrengen."

Paardenartsen

In de negentiende eeuw werd de noodzaak om dierenartsen op te leiden vooral gevoeld door militairen en door boeren, weet emeritus hoogleraar Peter Koolmees. "Paardenartsen in het leger waren een belangrijke afnemer en ook het gezond houden van de veestapel was belangrijk in een tijd dat landbouw een nog veel grotere factor was dan nu. Eerder speelden hoefsmeden en herders een belangrijke rol, maar ook toen konden dierziektes als de runderpest al een miljoen dieren doden."
In navolging van Frankrijk werd ook in Nederland besloten om een opleiding voor veeartsen op te zetten. Garnizoensstrad Utrecht lag centraal en er werden grote veemarkten gehouden. "De universiteit leverde drie docenten", weet Koolmees. "De veeartsenijschool had ook een hoefsmid en iemand voor het praktisch onderwijs in dienst."

Academische titel

Natuurlijk is er in twee eeuwen veel veranderd. In 1925 voegde de school zich als zesde faculteit bij de universiteit in Utrecht. Sindsdien voert de dierenarts de academische titel doctorandus. En tegenwoordig wordt het werken met levende proefdieren zoveel mogelijk vermeden door met modellen te werken, die soms zelfs geautomatiseerd zijn. De faculteit is een veterinair kenniscentrum en heeft een eigen universitair dierenziekenhuis waar ook onderwijs en onderzoek plaatsvindt.
Een olifantenskelet bij Diergeneeskunde op het Utrecht Science Park.
Een olifantenskelet bij Diergeneeskunde op het Utrecht Science Park. © RTV Utrecht / Annemarie de Wit
Hoe anders was dat vroeger, zegt professor Koolmees. "Op de eerste foto's uit 1870 zie je studenten in de kelder rond kadavers staan om te leren hoe een dier in elkaar steekt. Het ziet er gezellig uit met een pijpje erbij, maar pijproken was noodzaak. De kadavers stonden op sterk water en het gebruikte formaline stonk vreselijk. In die kelder zat ook een luik naar de Biltsche Grift, die nog steeds langs het gebouw stroomt. Daar werd alles wat niet meer nodig was doorheen gemikt."

Paardenkathedraal

De school heeft in de negentiende eeuw een stempel gedrukt op de ontwikkeling van de stad, zoals aan straatnamen en gebouwen als de Paardenkathedraal - een voormalige manege van de opleiding - nog te zien is. Niet alleen werd Utrecht aan de oostkant gaandeweg uitgebreid met een keur aan lesgebouwen, studentenonderkomens en stallen waar de levende have werd ondergebracht. Ook de kennis en kunde van de dierenartsen bewees zijn nut in een tijd dat ziekten als tbc en cholera nog grote delen van de bevolking konden treffen.
De veeartsenijschool aan de Biltstraat, begin twintigste eeuw.
De veeartsenijschool aan de Biltstraat, begin twintigste eeuw. © Collectie Het Utrechts Archief
"Grotere gemeenten kregen gezondheidscommissies die zich over sanitaire voorzieningen bogen", zegt Koolmees. "Een groep in Utrecht noemde zichzelf de 'hygiënisten'. Met name de dierenartsen onder hen zorgden ervoor dat er een voedselkeuring kwam, een vleeskeuringsdienst, een slachthuis aan de Amsterdamsestraatweg en een warenwet."

Voedselveiligheid

Dierenartsen werken niet alleen met honden, katten en vee, wil Koolmees daarmee benadrukken. "Denk maar aan de NVWA, die zich bezighoudt met voedselveiligheid, de kwaliteit van boter, kaas, eieren en vlees." Na de Tweede Wereldoorlog, in de periode dat de welvaart toenam, werden dieren belangrijker in het leven van mensen. "Gezelschapsdieren, huisdieren, de driehonderdduizend paarden in de Nederlandse maneges", somt Koolmees op.
En daarmee won ook de dierenarts aan belang. "Als morgen alle dierenartsen staken stopt de export van zuivel en vlees en de bevoorrading van supermarkten, want dan wordt er niet meer gekeurd", zegt Koolmees. "Je kunt ook nergens meer terecht met je zieke hond en kat, of paard. En denk aan de veeziekten op het platteland. Een dierenarts heeft een onmisbaar beroep."

Passie

Diergeneeskunde is een prachtig vak, zegt vice-decaan Langelaar. "Het vuur dat we rondbrengen staat voor mij ook voor de passie die bij het beroep hoort. Tweehonderd jaar is een mooie gelegenheid om dat nog eens te benadrukken."
Met de vanmiddag begonnen estafette, waarvoor dierenartsen en praktijken zich nog altijd kunnen aanmelden, is ook een inzameling gestart. De opbrengst gaat naar de dierenzorg, het onderwijs en het onderzoek van de faculteit Diergeneeskunde. Een jury bepaalt welke projecten ervan profiteren. "Je kunt denken aan nieuwe behandelmethoden", zegt Langelaar. "Dieren hebben bijvoorbeeld net als mensen last van een aandoening als artrose. Als we nieuwe behandelingen ontwikkelen heeft iedereen daar wat aan."