Utrechter krijgt acht jaar cel en tbs voor doden van transgendervriendin in Leidsche Rijn

UTRECHT - De 25-jarige Ilias A. uit Utrecht is veroordeeld tot een gevangenisstraf van acht jaar en tbs met dwangverpleging. Hij stak november vorig jaar zijn vriendin met een mes tijdens een ruzie in haar appartement in Leidsche Rijn. De vrouw overleed aan haar verwondingen. De straf is gelijk aan de eis van het Openbaar Ministerie.
Het 25-jarige slachtoffer Özge Bilir was een bekende binnen de transgenderwereld. Ze was zelf transgender en via sociale media berichtte ze veel over haar transitie. Haar gewelddadige dood leidde tot veel verdrietige en verbijsterde reacties.
De vrouw woonde aan de Jan Wolkerssingel. Ze leefde daar in een beschermde woonvorm. Op 10 november kreeg ze 's avonds ruzie met haar vriend Ilias A. Hij heeft verklaard dat hij naar de keuken ging om een mes te pakken. Daarmee maakte hij naar eigen zeggen drie slaande bewegingen richting zijn vriendin. De derde keer raakte hij haar.

Samen op het verkeerde pad

In de Utrechtse rechtbank werd twee weken geleden ingezoomd op de relatie tussen de dader en het slachtoffer. Ze kenden elkaar van de middelbare school en bewandelden samen het verkeerde pad. A. en zijn vriendin gebruikten samen veel drugs. Hoewel dat hun relatie verslechterde, bleven de twee elkaar opzoeken. Ook toen de vrouw in Leidsche Rijn in een beschermde woonvorm aan de Jan Wolkerssingel ging wonen.
De ruzies escaleerden zo dat A. een gebiedsverbod kreeg. Hij sloeg alles kapot in haar woning en bedreigde haar met een mes. A. werd daarvoor veroordeeld, maar toch ging het vorig jaar november weer mis. De twee hadden ghb gebruikt en A. had gedronken en cocaïne gesnoven. Ze kregen opnieuw een conflict, maar nu met een fataal steekincident tot gevolg.
Hulpdiensten aan de Jan Wolkerssingel.
Hulpdiensten aan de Jan Wolkerssingel. © Michiel van Beers

Pleidooi voor vrijspraak

De advocaat van de verdachte vroeg om vrijspraak omdat niet zou zijn uit te sluiten dat het slachtoffer tijdens de ruzie zelf in het mes is gelopen. Daarnaast is niet bewezen dat verdachte zijn vriendin opzettelijk wilde doden. De rechtbank onderkent dat er geen bewijs is dat het daadwerkelijk de bedoeling was van de man om zijn vriendin te doden.
Wel heeft hij zich schuldig gemaakt aan 'voorwaardelijk opzet'. Door meerdere keren, op korte afstand, stekende bewegingen te maken met een mes, heeft hij volgens de rechter het risico dat hij het slachtoffer zou kunnen doden op de koop toe genomen. Op basis van de verklaringen van de verdachte zelf en het pathologisch onderzoek stelt de rechtbank vast dat geen sprake is van een ongeluk waarbij het slachtoffer zelf in het mes liep.

Geen noodweer

De strafpleiter voerde ook aan dat niet kan worden uitgesloten dat de man zich moest verdedigen tegen geweld van het slachtoffer. Hoewel de verdachte een tand miste, gaat de rechtbank ook hierin niet mee. A. heeft bij de politie verklaard dat hij niet meer weet wanneer of hoe hij deze tand is verloren. Op zitting vertelde hij dat hij tijdens de ruzie met het slachtoffer een klap of trap kreeg, maar wanneer of waarom dit is gebeurd, is niet duidelijk geworden. Bovendien heeft A. nooit verklaard dat dit voor hem de aanleiding was om het mes te pakken.
De rechtbank oordeelt op basis hiervan dat noodweer niet aannemelijk is en veroordeelt de man voor doodslag. Volgens deskundigen is bij de Utrechter sprake van psychische problematiek, waaronder een verslavingsstoornis. Naast de gevangenisstraf van acht jaar en tbs met dwangverpleging moet A. de moeder van het slachtoffer een schadevergoeding betalen van ruim 24.000 euro.